Inductie en augmentatie:
Wanneer zwangerschap niet spontaan verloopt en op gang wordt gebracht; geïnduceerd
Niet-medische inductie
o Gemiddeld langere ontsluitingsfase
o Meer kunstverlossingen en sectio’s
o Niet voor 39 weken
Medische inductie
o Om maternele (bv ZSvergiftiging) of foetale redenen (bv vliezen gebroken)
Rijping van de cervix
o Dmv prostaglandine E2 (dinoproston) intracervicaal/vaginaal of extra-amniotisch via
Foley catheter
o Dmv prostaglandine E1 (misoprostol) vag/PO
prostaglandines doen de baarmoederhals uitrijpen (medicatie). Het toedienen
gebeurt via blaaskatheter (ballon mechanisch opblazen) tot 3 cm BMhals
verweekt en verkort tot ballon er terug uitkomt ’s nachts plaatsen feller dan
spontane weeën dus vaak epidurale
Augmentatie van de arbeid
o Amniotomie = de vliezen breken trigger voor meer en sterkere contracties
o Oxytocine (Intraveneus titreren!; in bakster)
werkt op de melkklieren + boermoederspieren melkuitdrijving
Afwijking in duur van arbeid:
Latente fase (kan heel lang duren en gaat tot 3cm)
Actieve fase (normale progressie 1cm per uur)
1
, Partogram!
= gebruik van een partusverslag
o Hartritme
o Baarmoederhals
o Contracties
o Pols
ontsluiting + indaling zijn 2 belangrijke strepen: alert + action
indien rechte lijn voorbij de alert fase en de action fase, inductie (eerst
amniotomie, als niet werkt oxytocine, dan prostaglandines en als laatste stap
keizersnede)
Oorzaken
o Onvoldoende uteriene activiteit
o Dysproportie tussen voorliggend deel en baringskanaal
o Afwijkende ligging
o (cervixdystocie)
Afwijking in (duur van) de uitdrijving
Te kort aan uitdrijvende kracht
o Secundaire weeënzwakte
R\: oxytocine
o Angst en pijn
R\: motiveren
o Maternale uitputting
Verhoogde weerstand
Dyscongruentie tussen hoofd en baringskanaal
trage ontsluiting + zakken door disproportie
2