Dit document is een volledige samenvatting van de slides en de reader van het vak recht voor klinisch psychologen en orthopedagogen gedoceerd in de eerste master psychologie aan de KUL.
● Recht = geheel van bindende regels
→ leggen bepaald gedrag op, verbieden bepaald gedrag en laten bepaalde handelingen toe
→ doel: samenleving ordenen op economisch, politiek, sociaal, familiaal, … vlak
● Opgelegd en afgedwongen door overheid
→ uitvaardigen en afdwingen van recht
● Indeling van het recht:
1. publiekrecht: verhouding tussen burger en overheid en tussen overheden onderling
→ voor algemeen belang
2. privaatrecht: verhouding tussen burgers onderling
→ voor private belangen
→ ruime tussenkomst van overheid in alle aspecten van samenleving
→ ook gemengde rechtstakken
● Soorten recht:
1. nationaal recht
2. internationaal recht (volkenrecht)
→ supranationaal recht: lidstaten dragen deel van bevoegdheid over
● Objectief recht = geheel van rechtsregels
● Subjectief recht
= recht van rechtssubject om juridische verplichting afgeleid uit een regel van het objectief recht af te
dwingen van een derde
● Aanvullend recht = rechtsregel geldt voor zover partijen er niet van afgeweken zijn
● Dwingend recht = rechtsregel waarvan niet mag worden afgeweken
→ doel: beschermen van algemeen belang of van bepaalde categorie personen
Staatsstructuur
● Rechtsstaat
→ gezagsdragers zijn zelf gebonden aan rechtsregels
● Grondrechten = fundamentele rechten en vrijheden
→ grondwet, Europees verdrag voor rechten van mens, …
● Scheiding der machten:
1. wetgevende macht: wetten, decreten en ordonnanties
2. uitvoerende macht: koninklijke besluiten, regeringsbesluiten en ministeriële besluiten
3. rechterlijke macht: vonnissen en arresten
● Staatshervormingen vanaf jaren 70:
1. overheveling van bevoegdheid naar deelstaten
→ gemeenschappen: Vlaamse, Franse en Duitse
→ gewesten: Vlaams, Waals en Brussels Hoofstedelijk
2. voor bepaalde aangelegenheden: materiële bevoegdheid
3. voor bepaald territorium: territoriale bevoegdheid
4. rechtsregels met zelfde rechtskracht als die van federale staat
● Territoriale bevoegdheid van deelstaten:
● Taken gemeenschappen (persoonsgebonden aangelegenheden):
1. gezondheidszorg:
1. beleid zorgverstrekkingen in en buiten verpleeginrichtingen
2. beleid verstrekkingen van geestelijke gezondheidszorg in verplegingsinrichtingen buiten
ziekenhuizen
3. gezondheidszorgberoepen
→ erkenning met naleving van de door federale overheid bepaalde erkenningsvoorwaarden
2. bijstand aan personen:
1. gezinsbijslagen
2. jeugdbescherming
→ uitgezonderd jeugdrechten, hun territoriale bevgoegdheid en rechtspleging
→ uitgezonderd burgerrechtelijke regels statuut minderjarigen en familie
● Wetgevende macht op federaal niveau
→ kamer van volksvertegenwoordigers, senaat en koning
→ wet = rechtsnorm aangenomen door federaal parlement en bekrachtigd door koning
→ grondwet: hoogste norm met grondrechten en staatsmachten
→ bekrachtiging en afkondiging door koning
→ bekendmaking in Belgisch staatsblad
● Soorten totstandkoming van wet:
1. monocameraal: wetsvoorstel of wetsontwerp ingediend in kamer en alleen in kamer gestemd
2
, 2. verplicht bicameraal: behandeling en goedkeuring in kamer en senaat
3. optioneel bicameraal: na goedkeuring door kamer kan senaat evocatierecht gebruiken
● Grondwetswijziging
→ verklaring tot herziening van grondwet
→ door kamer, senaat en koning (preconstituante)
→ ontbinding parlement en verkiezingen van kamer binnen 40 dagen
→ nieuw verkozen parlement en koning (constituante) mogen overgaan tot herziening
→ min. ⅔ aanwezigheid en ⅔ stemmen
● Deelstaten van wetgevende macht
→ Vlaams parlement, Waalse gewestparlement, Franse gemeenschapsparlement, Duitstalige
gemeenschapsparlement en Brussels hoofdstedelijk parlement
→ decreten en ordonnanties (Brussels parlement)
→ totstandkoming: monocameraal en bekrachtiging door regering van betrokken deelstaat
● Uitvoerende macht op federaal niveau
→ koning
→ regering: eerste minister, ministers en staatssecretarissen
→ koninklijke (KB) en ministeriële besluiten (MB)
→ wetskrachtig koninklijk besluit
→ volmachtenwet:
parlement geeft aan regering bevoegdheid om wetgevend op te treden voor bepaalde materies
in bepaalde periode
● Deelstaten van uitvoerende macht
→ gemeenschaps- en gewestregeringen
→ regerings- en ministeriële besluiten
Bronnen van het recht
● Wet = rechtsregel uitgevaardigd door bevoegde overheid
→ federaal: wetgevende en uitvoerende macht
→ deelstaten: wetgevende en uitvoerende macht
→ gedecentraliseerde besturen: provincies en gemeenten
→ internationale verdragen
= akkoorden tussen staten of tussen staten en internationale organisaties
→ supranationale wetgeving
= normen uitgaande van supranationale instellingen
● Soorten internationale verdragsbepalingen:
1. zonder directe werking
→ alleen rechten en plichten voor staten die ze hebben afgesloten
→ kunnen niet worden ingeroepen door of tegen rechtsonderhorigen zolang inhoud ervan niet
door een wet in interne rechtsorde is opgenomen
2. met directe werking
→ rechtstreeks uitwerking in interne rechtsorde na goedkeuring door wetgeven en bekendmaking
in BS
3
, → kunnen door rechtszoekende ingeroepen worden voor rechter die er toepassing van maakt
→ verdragspartijen hadden bedoeling subjectieve rechten toe te kennen en verplichtingen op te
leggen aan rechtsonderhorigen
→ verdragsbepaling is voldoende volledig en nauwkeurig omschreven
● Supranationale wetgeving:
1. verordeningen: rechtstreeks verbindend zonder tussenkomst van nationale overheid
2. richtlijnen: tussenkomst van nationale overheid vereist voor uitwerking in interne rechtsorde
● Hiërarchie van normen:
● Wetten of decreten in strijd met grondwet
→ rechtstreeks: nietigverklaring door grondwettelijk hof
→ beroep tot nietigverklaring binnen 6 maanden na bekendmaking in BS
→ schending van grondrechten of van bevoegdheidsverdelende regels
→ onrechtstreeks: buiten toepassing laten in rechtszaak na prejudiciële vraag door rechter aan
grondwettelijk hof
● Uitvoerende norm in strijd met hogere norm
→ nietigverklaring door raad van state
→ beroep binnen 60 dagen na bekendmaking
→ buiten toepassing laten in rechtszaak
→ exceptie van onwettigheid
● Rechtspraak
= arresten en vonnissen uitgesproken door hoven en rechtbanken van rechterlijke macht
→ administratieve rechtscolleges
→ rechter moet uitspraak doen over rechtszaak via toepasselijke rechtsregels
→ interpretatie van rechtsregel:
rechter stelt betekenis en draagwijdte vast van rechtsregel
→ niet bindend voor andere rechter maar kan toch gezag hebben
→ vaste rechtspraak: herhaalde beslissingen in dezelfde zin door verschillende rechters
→ hogere rechtscolleges (vooral hof van cassatie)
● Paralegale normen / soft law
= juridisch niet-bindende regels uitgaande van bepaalde instellingen en organisaties
→ deontologische richtlijnen, adviezen, protocols, …
→ kunnen juridisch relevant zijn
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ifcdm. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,96. Je zit daarna nergens aan vast.