Geschiedenis van het
publiekrecht en politiek
Hoofdstuk 1: inleiding
1. Doelstellingen
A. Geschiedenis
1. Rechtsgeschiedenis = metajuridica
2. De wisselwerking ‘recht’ – ‘geschiedenis
3. Continuïteit
4. Historische kritiek
5. Historische achtergrond
1. Rechtsgeschiedenis = metajuridica
Meta juridische vakgebieden bestuderen het recht in de meest brede zin
vanuit een andere wetenschap, typisch hieraan is hun grote mate van
interdisciplinariteit. De onderzoeker blijft er niet opgesloten in de
juridische cocon, maar hij bekijkt het recht vanuit een andere historische-
wetenschappelijke invalshoek. (Rechtseconomie, rechtsfilosofie,..).
Waarom is het vandaag zo en was het vroeger anders? Waarom is
het geëvolueerd? Omdat degene die iets te zeggen heeft verandert
is. Bv Louis XIV zijn wil was de wet. Vandaag mag onze koning veel
zeggen maar het gaat daarom niet gebeuren. De monarch heeft
vandaag veel minder te zeggen omdat de macht ergens anders zit.
Nu ligt de macht bij politieke organen, de koning heeft enkel nog
uitvoerende macht. Het merendeel van de macht ligt bij de politiek,
maar er ligt ook een groot deel bij de economie. Vroeger had religie
het merendeel van de macht, in sommige landen is dat vandaag de
dag nog zo maar in België ligt dat in het verleden. In België zijn de
katholieken, protestanten, Joden en de Islan erkend als eredienst.
Dit betekent dat ze een deel van onze belastingen krijgen voor hun
doelen. Deze erkende religies hebben wel nog iets te zeggen. Zo
zien we dat recht niet rechtlijnig evolueert. De geschiedenis is
eigenlijk op en neer gaan.
Juridische mijlpalen:
- Juristen werken met het positieve recht (= het recht dat hier en
nu geld) en blijven binnen het rechtswetenschappelijk
paradigma.
Paradigma = een geheel van veronderstellingen waarop
de wetenschap is op gebaseerd.
Gaan uit van principe dat iedereen wordt geacht het
recht te kennen
(nemo censetur ignorara legem). Je wordt geacht de regels
te kennen, anders zou ons hedendaags systeem niet
1
, kunnen werken. Soms worden we ook gesanctioneerd
omdat we bepaalde regels niet kennen. In realiteit is het
niet waar dat iedereen de wet kent.
- Metajuristen bestudeert het recht en het juridische paradigma als
een buitenstaander.
Relevantie voor vandaag:
- Zoeken naar de bouwstenen waar het heden rust, bekijken
verleden in mate van de relevantie van vandaag
- Rechtsgeschiedenis heeft ook een historisch-wetenschappelijk
invalshoek.
Hierdoor gaat een rechtshistoricus het recht disciplinair gaan
bestuderen:
Interactie tussen recht en macht, politiek, religie, techniek,
klimaat etc.
- Gevolg van de nawerking van de Historische Rechtsschule met
als Duitse
Bedenker Carl Friedrich von Savigny (1779 -1861).
Je moet de geschiedenis kennen van het recht omdat het
recht altijd uitdrukt wat er leeft in de maatschappij. Ze zijn
de uitdrukkingen van wat het volk denkt, voelt en wilt. Het
recht is dus de uitdrukking van de Volksgeist. Dit idee is
misbruikt bij het nazisme.
2. De wisselwerking tussen recht en geschiedenis
Historisch-wetenschappelijke invalshoek:
Waarom is het vandaag zo en was het vroeger anders? Waarom is het
geëvolueerd? Omdat degene die iets te zeggen heeft verandert is. Bv
Louis XIV zijn wil was de wet. Vandaag mag onze koning veel zeggen maar
het gaat daarom niet gebeuren. De monarch heeft vandaag veel minder te
zeggen omdat de macht ergens anders zit. Nu ligt de macht bij politieke
organen, de koning heeft enkel nog uitvoerende macht. Het merendeel
van de macht ligt bij de politiek, maar er ligt ook een groot deel bij de
economie. Vroeger had religie het merendeel van de macht, in sommige
landen is dat vandaag de dag nog zo maar in België ligt dat in het
verleden. In België zijn de katholieken, protestanten, Joden en de Islan
erkend als eredienst. Dit betekent dat ze een deel van onze belastingen
krijgen voor hun doelen. Deze erkende religies hebben wel nog iets te
zeggen. Zo zien we dat recht niet rechtlijnig evolueert. De geschiedenis is
eigenlijk op en neer gaan.
Centrifugaal federalisme
= het zat eerst allemaal in het midden en het gaat nu weg van het
midden. (De macht was eerst gecentraliseerd). Eerst een eenheidsstaat en
dan meer autonomie geven aan de deelstaten. (België)
Centripetaal federalisme
2
,= intense samenwerking tussen deelstaten naar een eenheidsstaat.
(Meeste landen)
Iedereen wordt geacht de wet te kennen
Deze uitspraak is correct in het positieve recht. Anders kunnen mensen
zeggen ‘ik wist het niet’ en met alles wegkomen. Je wordt geacht de regels
te kennen, anders zou ons hedendaags systeem niet kunnen werken.
Soms worden we ook gesanctioneerd omdat we bepaalde regels niet
kennen. In realiteit is het niet waar dat iedereen de wet kent.
Historische Rechtsschule
Vroeger bestudeerde we het Romeinse recht omdat dat het ideale recht
was, terwijl in de maatschappij een ander recht werd toegepast. De
Historische Rechtsschule wegt hierop dat je het recht moet leren dat in de
maatschappij van toepassing is en de geschiedenis van dit recht moet
kennen. De grondlegger van dit idee is Carl Friedrich von Savignv (19de
eeuw).
Carl Friedrich von Savignv
Je moet de geschiedenis kennen van het recht omdat het recht altijd
uitdrukt wat er leeft in de maatschappij. Ze zijn de uitdrukkingen van wat
het volk denkt, voelt en wilt. Het recht is dus de uitdrukking van de
Volksgeist. Dit idee is misbruikt bij het nazisme.
Wisselwerking recht-geschiedenis
Geschiedenis ‘dient recht’
HEURISTIEK
= kunde van het zoeken en vinden. Weten waar je iets moet vinden om te
zoeken. Een jurist moet essentieel historisch denken om juridisch juist te
denken.
- Bewustzijn van tijdsverloop tussen de feiten en ogenblik waarop
naar aanleiding van een geschil over diezelfde feiten moet
geoordeeld worden over de juridische gevolgen
- ! Recht zoals het was op ogenblik van de feiten: geen retro-actief
effect
Absoluut principe geld in strafrecht (tenzij recentere
zachtere of mildere strafwet) => in andere takken vh recht
geeft de wet soms terugwerkende kracht.
Belang van overgangsbepalingen bij nieuwe normen
Jurist maakt tijdslijn van feiten, procedure en toepasselijke
normen
Voorbeeld 1:
Een jaar geleden is er een feit gebeurt, de wet wordt in de loop van het
jaar aangepast voordat een rechter een uitspraak kan doen. De wet is
verzwaard. Dan gaat de rechter de oude wet gebruiken om een uitspraak
te doen. Indien de wet lichter wordt, dan gaat de rechter de nieuwe wet
gebruiken om een uitspraak te doen.
3
, Voorbeeld 2:
Je huurt een woning, tijdens deze huurperiode worden er wetten omtrend
huurregels aangepast. Dan hangt het af van een overgangsbepaling. Deze
wet is van toepassing vanaf deze datum, retroactief, niet van toepassing
is.
“Tempus regit actum” = de tijd regeert de handeling
Locus regit actum ( regel van Internationaal Publiek Recht)
de plaats van de rechtshandeling (huwelijksvoltrekking,
passeren akte, opmaken testament etc.) bepaalt welk
recht van toepassing is.
Analogie: tempus regit formam acti: de tijd regelt de vorm
van de akte
DUS al deze principes benadrukken hoe zowel de plaats als de tijd
invloed kunnen hebben op juridische handelingen en de toepasselijke
regels.
Vroeger was de kerk de enigste die testamenten maakten. Na de Franse
Revolutie was het het burgerlijk recht die de testamenten maakte.
- Mensen die voor de Franse Revolutie een testament hebben laten
opstellen bij een pastoor en die na de Franse Revolutie gestorven
zijn geldt tempus regit actum. “Tijd regelt de akte.” De vorm van
de akte blijft geldig. Dit is een analogie redenering (dezelfde
redenering) met plaatsproblemen. Dit is de formele
geldigheid. (vorm)
- Na de Franse Revolutie kon je ook niet meer alles afgeven aan
derde (de kerk), een deel blijft voorbehouden voor je
nakomelingen. Als in je testament stond dat alles naar derde ging
gelde dit niet meer na de Franse Revolutie. Je moet dus naar het
moment van de dood kijken voor de geldigheid. Dit is de
materiële geldigheid. (inhoud)
INTERPRETATIE
Historische interpretatie
Rechtshistorische interpretatie in enge zin + wetshistorische
interpretatie (= hoe de wet tot stand komt) = rechtshistorische
interpretatie in brede zin
Wetshistorische interpretatie
Hier gaat de jurist enkel en alleen kijken naar de wettekst en de
bij de totstandkoming van die wet geproduceerde
voorbereidende documenten van de (formele) wet:
- Wetsontwerp (vanuit de regering) of wetsvoorstel (vanuit
een individueel kamerlid)
- Memorie van toelichting; reden waarom ze een
wetsontwerp indienen, indien de regering dit indient
- Raad van Staten is een adviesorgaan. Hier komen altijd de
wetsontwerpen terecht. Ze moeten advies verlenen over dat
4