Hoofdstuk Groep Preparaten Werkingsmechanisme Effecten Indicaties Neveneffecten / toxiciteit / resistentie Toedieningsweg Interacties
Perifeer zenuwstelsel Muscarine agonisten Acetylcholine Natuurlijke agonist muscarine receptoren Daling hartritme Geen Bradycardie
= parasympaticomimetica Niet selectief; stimuleert muscarine en nicotine receptoren Vasodilatatie Hypotensie
Verhoogde intestinale motiliteit
Activatie kliersecretie
Miosis
Betanechol Selectieve agonist muscarine receptoren Blaas- en darmatonie Parenteraal (subcutaan)
Pilocarpine Miosis Glaucoom Topicaal
Verlaging oogboldruk
Muscarine antagonisten Atropine en Scopolamine Natuurlijke parasympaticolytica Milde tachycardie (inhibitie n. vagus) Gastro-intestinale hypermotiliteit
= parasympaticolytica Beperkt effect op bloedvaten inhiberen
= anti-cholinergica Relaxatie gladde spiercellen = darmspasmen, bv koliek
Inhibitie motiliteit Anesthesiologie als premedicatie
Inhibitie kliersecretie > verminderen ademhalingssecreties
Bronchodilatatie Deels tegengaan bradycardie
Mydriasis (pupilverwijding) Reisziekte
Ipratropium Kortwerkende muscarine-antagonist (SAMA) Toename oogboldruk Intoxicatie cholinesterase inhibitoren
COPD
Asthma
Glycopyrrolaat Minder tachycardie Pre-anestheticum
Minder neveneffecten door minder
penetratie van bloedhersenbarrière
Verminderde GI-motiliteit
Verminderde bronchiale secreties
Langere werkingsduur
Tropicamide Mydriasis Oftalmologie
Cycloplegie
Butylscopolamine 1e keus koliek
Hyoscine Synthetisch derivaat Scopolamine
Impermeabel voor bloedhersenbarrière > geen centrale effecten
Tiotropium Langwerkende muscarine-antagonist (LAMA) Inhibitie ademhalingssecreties
Neuromusculaire blokkers Rocuronium Niet-depolariserende blokker Spierparalyse en relaxatie Hulpstof anesthetica Niet-depolariserende en depolariserende nooit samen
Competetief antagonisme ACh voor nicotine receptor GEEN ANESTHESIE NOCH ANALGESIE Potentialisatie anesthetica Niet-depolariserende blokkers: antagonisme
Succinylcholine Competetief antagonisme ACh voor nicotine receptor Fase I: kortdurende spierspasmen Depolariserende blokkers fase I: synergisme
Suxamethonium Depolariserende blokker Fase II: slappe paralyse Depolariserende blokkers fase II: antagonisme
Fase I: Na+ en K+ kanalen receptoren openen > depolarisatie Aminoglycosiden inhiberen ACh vrijstelling
Fase II: trage repolarisatie Inhalatie anesthetica verhogen membraanstabiliteit
> verminderde dosis nodig
Synergistische werking met lokale anesthetica
Niet selectieve alfa- en beta-agonisten Adrenaline Stijging hartfrequentie (beta1-effect) Vermindert bronchospasmen
Versnelling impulsgeleiding Overgevoeligheid
Stijging prikkelbaarheid Anafylactische shock
Stijging contractiekracht Vermindert huiddoorbloeding
Daling nuteffect (hoger O2 gebruik) > combinatie met lokale anesthetica
Lage dosis: vasodilatatie (beta2-effect)
> daling bloeddruk
Hoge dosis: vasocontrctie (alfa-R)
> stijging bloeddruk
Uterus conctractie (alfa-R)
Uterus relaxatie (beta2-R)
Noradrenaline Bronchodilatatie (beta2-R)
Reflectoire bradycardie Geen
Stijging prikkelbaarheid
Stijging contractiekracht
Daling nuteffect (hoger O2 gebruik)
Hogere bloeddrukstijging
Uterus conctractie (alfa-R)
Uterus relaxatie (beta2-R)
Fenylefrine Alfa1-receptor agonist Bronchodilatatie (beta2-R) Neusdecongestivum > daling neusvocht
Efedrine
Niet selectieve beta-agonisten Isoprenaline Weinig gebruikt Vasodilatatie
Hartblokkade Niet bij hypovolemische shock
Dobutamine Cardiogene shock Daling nuteffect
Myocardinsufficiëntie GEEN chronische therapie
Beta2-selectieve agonisten Salbutamol SABA (kortwerkend) Asthma Inhalatie
Terbutaline COPD
Formetorol LABA (langwerkend)
Salmeterol
Clenbuterol Obstructieve luchtwegaandoeningen Lipolytisch (Beta3-R)
> RAO = COPD > niet bij voedselproducerende dieren vanwege
Tocolyticum Relaxatie myometrium Keizersnede vetmest
Alfa2-selectieve antagonisten Atipamezole Recovery na anesthesie versnellen
Beta-antagonisten Propranolol Niet-selectieve beta-antagonist Kalmeren hart Cardiale arythmieën Niet bij diabetes mellitus
= beta-blokkers Volle inverse agonist > let op bradycardie, niet bij hartinsufficiëntie Stijging nuteffect Systemische hypertensie > onderdrukken tremoren
Inspanningstolerantie Hypertrofische cardiomyopathie > hypoglycemie miskend
Timolol Niet-selectieve beta-antagonist > adrenaline kan niet meer binden aan Hypertensie door thyrotoxicose en Niet bij asthma
beta-R pheochromocytoma > bronchospasmen
Bronchoconstrictie Angor pectoris (pijn op de borst) Niet bij sinus bradycardie
Oxprenolol Niet-selectieve beta-antagonist Bronchospasmen Myocard infarct
Partiële inverse agonist Verminderde vasodilatatie > BD stijging
Beta-1 overhand na tijdje > BD daling
Pindolol Niet-selectieve beta-antagonist Verminderde renine vrijstelling
Partiële inverse agonist
Carazolol Niet-selectieve beta-antagonist
Metoprolol Selectieve beta1-antagonist Kalmeren hart Niet bij sinus bradycardie
Stijging nuteffect
Inspanningstolerantie
Atenolol Selectieve beta1-antagonist > adrenaline kan niet meer binden aan
Volle inverse agonist > let op bradycardie, niet bij hartinsufficiëntie beta-R
Perifeer zenuwstelsel Muscarine agonisten Acetylcholine Natuurlijke agonist muscarine receptoren Daling hartritme Geen Bradycardie
= parasympaticomimetica Niet selectief; stimuleert muscarine en nicotine receptoren Vasodilatatie Hypotensie
Verhoogde intestinale motiliteit
Activatie kliersecretie
Miosis
Betanechol Selectieve agonist muscarine receptoren Blaas- en darmatonie Parenteraal (subcutaan)
Pilocarpine Miosis Glaucoom Topicaal
Verlaging oogboldruk
Muscarine antagonisten Atropine en Scopolamine Natuurlijke parasympaticolytica Milde tachycardie (inhibitie n. vagus) Gastro-intestinale hypermotiliteit
= parasympaticolytica Beperkt effect op bloedvaten inhiberen
= anti-cholinergica Relaxatie gladde spiercellen = darmspasmen, bv koliek
Inhibitie motiliteit Anesthesiologie als premedicatie
Inhibitie kliersecretie > verminderen ademhalingssecreties
Bronchodilatatie Deels tegengaan bradycardie
Mydriasis (pupilverwijding) Reisziekte
Ipratropium Kortwerkende muscarine-antagonist (SAMA) Toename oogboldruk Intoxicatie cholinesterase inhibitoren
COPD
Asthma
Glycopyrrolaat Minder tachycardie Pre-anestheticum
Minder neveneffecten door minder
penetratie van bloedhersenbarrière
Verminderde GI-motiliteit
Verminderde bronchiale secreties
Langere werkingsduur
Tropicamide Mydriasis Oftalmologie
Cycloplegie
Butylscopolamine 1e keus koliek
Hyoscine Synthetisch derivaat Scopolamine
Impermeabel voor bloedhersenbarrière > geen centrale effecten
Tiotropium Langwerkende muscarine-antagonist (LAMA) Inhibitie ademhalingssecreties
Neuromusculaire blokkers Rocuronium Niet-depolariserende blokker Spierparalyse en relaxatie Hulpstof anesthetica Niet-depolariserende en depolariserende nooit samen
Competetief antagonisme ACh voor nicotine receptor GEEN ANESTHESIE NOCH ANALGESIE Potentialisatie anesthetica Niet-depolariserende blokkers: antagonisme
Succinylcholine Competetief antagonisme ACh voor nicotine receptor Fase I: kortdurende spierspasmen Depolariserende blokkers fase I: synergisme
Suxamethonium Depolariserende blokker Fase II: slappe paralyse Depolariserende blokkers fase II: antagonisme
Fase I: Na+ en K+ kanalen receptoren openen > depolarisatie Aminoglycosiden inhiberen ACh vrijstelling
Fase II: trage repolarisatie Inhalatie anesthetica verhogen membraanstabiliteit
> verminderde dosis nodig
Synergistische werking met lokale anesthetica
Niet selectieve alfa- en beta-agonisten Adrenaline Stijging hartfrequentie (beta1-effect) Vermindert bronchospasmen
Versnelling impulsgeleiding Overgevoeligheid
Stijging prikkelbaarheid Anafylactische shock
Stijging contractiekracht Vermindert huiddoorbloeding
Daling nuteffect (hoger O2 gebruik) > combinatie met lokale anesthetica
Lage dosis: vasodilatatie (beta2-effect)
> daling bloeddruk
Hoge dosis: vasocontrctie (alfa-R)
> stijging bloeddruk
Uterus conctractie (alfa-R)
Uterus relaxatie (beta2-R)
Noradrenaline Bronchodilatatie (beta2-R)
Reflectoire bradycardie Geen
Stijging prikkelbaarheid
Stijging contractiekracht
Daling nuteffect (hoger O2 gebruik)
Hogere bloeddrukstijging
Uterus conctractie (alfa-R)
Uterus relaxatie (beta2-R)
Fenylefrine Alfa1-receptor agonist Bronchodilatatie (beta2-R) Neusdecongestivum > daling neusvocht
Efedrine
Niet selectieve beta-agonisten Isoprenaline Weinig gebruikt Vasodilatatie
Hartblokkade Niet bij hypovolemische shock
Dobutamine Cardiogene shock Daling nuteffect
Myocardinsufficiëntie GEEN chronische therapie
Beta2-selectieve agonisten Salbutamol SABA (kortwerkend) Asthma Inhalatie
Terbutaline COPD
Formetorol LABA (langwerkend)
Salmeterol
Clenbuterol Obstructieve luchtwegaandoeningen Lipolytisch (Beta3-R)
> RAO = COPD > niet bij voedselproducerende dieren vanwege
Tocolyticum Relaxatie myometrium Keizersnede vetmest
Alfa2-selectieve antagonisten Atipamezole Recovery na anesthesie versnellen
Beta-antagonisten Propranolol Niet-selectieve beta-antagonist Kalmeren hart Cardiale arythmieën Niet bij diabetes mellitus
= beta-blokkers Volle inverse agonist > let op bradycardie, niet bij hartinsufficiëntie Stijging nuteffect Systemische hypertensie > onderdrukken tremoren
Inspanningstolerantie Hypertrofische cardiomyopathie > hypoglycemie miskend
Timolol Niet-selectieve beta-antagonist > adrenaline kan niet meer binden aan Hypertensie door thyrotoxicose en Niet bij asthma
beta-R pheochromocytoma > bronchospasmen
Bronchoconstrictie Angor pectoris (pijn op de borst) Niet bij sinus bradycardie
Oxprenolol Niet-selectieve beta-antagonist Bronchospasmen Myocard infarct
Partiële inverse agonist Verminderde vasodilatatie > BD stijging
Beta-1 overhand na tijdje > BD daling
Pindolol Niet-selectieve beta-antagonist Verminderde renine vrijstelling
Partiële inverse agonist
Carazolol Niet-selectieve beta-antagonist
Metoprolol Selectieve beta1-antagonist Kalmeren hart Niet bij sinus bradycardie
Stijging nuteffect
Inspanningstolerantie
Atenolol Selectieve beta1-antagonist > adrenaline kan niet meer binden aan
Volle inverse agonist > let op bradycardie, niet bij hartinsufficiëntie beta-R