Theoretische criminologie en victimologie
Bijkomende lessen (op canvas opnames, niet in de les)
Eerste WPO= casustoepassing= 25 of 28 okt (niet verplicht)
2e WPO= short paper individueel (verplicht) 7 nov
3e WPO presentatie (verplicht) 6 of 9 dec
Lectuur opdracht: boek lezen voor examen
- Leave the world behind (ook op netlfix)
- The high house
- Salvage the bones
onderzoek de relevantie van het fictiewerk voor het
criminologisch denken
Denken over criminaliteit/bestraffing is niet hetzelfde als
criminologie.
Ook vandaag moet men vaststellen dat er een soort afstand is,
die afstand heeft te maken met wetenschap.
Criminaliteit: het historisch perspectief van het fenomeen/ van
het object, maar dat is niet criminologisch denken.
Criminologie betekent: het criminologisch wetenschappelijk
denken over de criminaliteit en is niet hetzelfde als criminaliteit.
“Criminologisch wetenschappelijk denken is NIET van alle tijden, het
denken over criminaliteit en bestraffing wel ...”
Er zijn geschriften geweest zelfs voor het jaar 1000 die daar over gingen
en die we als criminologen vandaag herkennen als soort reflectie over,
maar dat is een andere vorm van kennisproductie, maar dat is niet
wetenschappelijk. Men moet wel weten dat ‘wetenschappelijk’niet persee
status is, maar gewoon anders.
Men moet opletten als wetenschappers, dat we uiteraard wel het verschil
maken, maar geen hierarische positie nemen in ons denken. Men denkt
snel dat wetenschappelijke kennis, superieure kennis is en dat je als
criminoloog meer te zeggen hebt en dat u kennis die je komt verkondigen
beter is dan de kennis die een slachtoffer of ervaringsdeskundige komt
verkondigen en daarmee moet men echt opletten.
men moet dit benaderen als verschillende vormen van kennisproductie.
***
Wij hebben specifieke vorm van kennisproductie, wij moeten het op een
bepaalde manier doen, zodat we kunnen claimen dat het wetenschap is.
De wetenschap kent een geschiedenis, het hangt samen met het ontstaan
van de wetenschap.
, en criminologie is een wetenschap geworden omdat men het als dusdanig
heeft herkend.
Er zijn nog plekken waar wordt gereflecteerd, groepen van burgers, waar
ze ook spreken over het fenomeen en het aanpakken ervan
verschillende soorten van kennisproductie. ***
“Popular” “academic” criminologisch denken
Als er dingen gebeuren in de samenleving en je gaat op café, en plots
begint iedereen mee dinges te zeggen.
Iedereen lijkt dan tijdens een discussie opeens een criminoloog, iedereen
heeft een gedacht, en iedereen weet hoe dat dat opgelost moet worden
dat probleem. Maar dikwijls is die mening niet onderbouwt, maar heel
intuïtief= “popular criminology”
Maar dit is anders dan wat men probeert te doen als
wetenschappelijke denkers/wetenschappelijke criminologen.
En dit maakt het juist moeilijk, want bij werken of papers, zit je
gewrongen tussen wat is nu wetenschappelijk en ‘ik vind dat’ …
Verschil tussen die twee is belangrijk. Maakt ook dat Criminologie als
soort object van studie, een soort discipline is, die een beetje psychologie,
beetje recht bevat en een beetje van alles= kruispuntdiscipline.
We hebben een hele evolutie gekend waarbij criminologie een autonome
discipline is geworden, op school 4jarig programma. (Vroeger was dit niet
zo, vroeger moest je een andere opleiding doen en dan een master in
criminologie, nu hele opleiding over criminologie)
Daarmee de wetenschappelijke kennis over criminologie is divers.
Is een wetenschap die vele gezichten kent.
En is criminologie dan een wetenschap, en welke?
(we gaan 3 vragen proberen te beantwoorden)
1. Wat is wetenschap?
2. Hoe werd criminologie een wetenschap?
3. Wat bestudeert de criminologie als wetenschap?
1. Wat is wetenschap
Wetenschap is zoeken ‘waarnemen’ (zoeken betekent dat je u aandacht
focust, als je niet weet wat je zoekt dwaal je, maar hier ben je wel op zoek
naar iets, je hebt een bepaalde observatie/waarnemen dat zoekend is. Je
zoekt een antwoord op een vraag is wat wij als wetenschappers doen.
• Zoekend = selectieprincipe (!)
• zoeklicht theorie (Popper): kijker waardoor je u op bepaalde
dingen focust in u kijken (tunnel perspectief), dingen die je
vooraf in hebt vastgelegd en die u helpen om te selecteren. In
die zin is alle onderzoek die men doet, selectief. Er zijn altijd
dingen die men niet ziet. Is geen probleem, maar we hebben
de tendens om dat te vergeten en er niet meer over te
, spreken, en enkel nog te spreken over wat we gevonden
hebben.
• Wil zeggen “isoleren” – afbakenen (vb. vraag afbakenen). Dus
als je een probleemstelling moet formuleren en afbakenen,
moet je u focus leggen. De focus heeft alles te maken met de
vraag die je stelt.
• Wetenschap heeft dus altijd een selectieve focus (= focus van de
tunnel)
• Dat is een sterkte: je legt een focus en je zoemt in.
• Tegelijkertijd ook een zwakte (cf. popular criminology): omdat
je u zo focust geeft het u een afbakening, maar tegelijkertijd
heb je ook wel oogkleppen op, dus op het einde zou je die
moeten afdoen om te weten wat de resultaten precies
betekenen.
• “De vraag” bepaalt waar onderzoeker naar kijkt
• Dus: Waarnemen is geen evidentie: het is niet gewoon observeren
en weten wat je observeert, observeren en weten wat het te maken
heeft met u vraag is een fundamentele vaardigheid.
Al het onderzoek dat men doet is selectief, er zijn ook dingens dat men
niet ziet.
Wat is wetenschap?
Wetenschap is een manier van handelen, het is de praktijk van
handelen die kennis produceert. En dit lijdt tot inzicht, resultaten. Die
resultaten moeten we begrijpen/interpreteren en daarvan een verhaal
maken.
Klassieke visie op wetenschap
Klassieke visie steunt op het model van de harde wetenschap en die
steunt op 3 premissen
1. De werkelijkheid steunt op orde. Er zijn zekere ordes,
wetmatigheden die de werkelijkheid maakt. Het is van de
wetenschapper om die orde te vinden.
2. De mens is het enig kennend wezen, men gaat ervanuit dat andere
wezens (dieren, bomen) dat die de wereld niet kennen. Is de enige
die wetenschappelijke kennis kan produceren.
3. Scheiding tussen subject en object: betekent dat je als onderzoeker,
(het subject dat je bent/ de mens die je bent) dat je afstand neemt
van het object, dat je geen deel bent van het object en dat je
erbuiten staat = scheiding tussen de waarnemer en wat wordt
waargenomen.
Wetenschapper actief op zoek waarnemingen doen
Je moet als wetenschapper niet zitten wachten tot de dinges naar u
komen. Je moet actief op zoek, je ondervraagd u object. Je stelt daden,
handelingen.
Je ondervraagt u object.
, Met het bevragen bedoelt men niet enkel expliciet vragen stellen, maar
ook door te observeren en onderzoek te laten doen.
Die bevraging is systematisch en gericht(=selectief) we bevragen niet
enkel 1 soort verhaal, maar men stelt zich open voor alles wat relevant is
voor u vraag. Je gaat niet enkel met de ‘ja’s verder maar ook met de nee’s
verder.
Wetenschapper plaatst zich buiten het gebeuren
Wetenschapper is objectief, je hebt geen emoties ten aanzien van u
object, zodat je niet betrokken zou geraken.
Systematiek en gerichtheid moet controleerbaar zijn.
Wetenschappelijke kennis wordt enkel wetenschappelijke kennis als ze
gecontroleerd en getoetst is. Hiervoor zijn er allerlei procedures. **
Maar bedoeling daarvan is om de wetenschapper te bevragen. Die
toetsing is essentieel, niet enkel om te zien of je het goed gedaan hebt,
maar de toetsing is op een intellectueel wetenschappelijk niveau, om te
zien van wat jij hier vindt hoe verhoudt zich dat tot de dingen die we al
weten. Enige wetenschappelijke kennis: is getoetste, robuuste kennis. (Is
kennis die die toetsing hebben doorstaan) Want, als die toetsing uitkomt
in iets dat zegt dat het wetenschappelijk gezien niet klopt, krijg je het
probleem van falsificatie.
Wetenschappelijke kennis is fragile, want wat je nu weet wat waar is,
kan op een ander moment een ander resultaat meegeven.
** 1 van die procedures is de reproduceerbaarheid. (Als men het
onderzoek opnieuw doet.) Men doet dit minder, omdat dit veel tijd en veel
geld kost.
Waarom, omdat de reproductie het harde bewijs is van de toetsing.
Het denken mag zich niet onderwerpen …. behalve aan de
feiten …
Positivisme 19e eeuw= is de basis van het onstaan van wetenschap.
Het enige waar men zich aan onderwerpt zijn de feiten premissen van
orde (de werkelijkheid doet zich aan ons voor op een bepaalde manier, we
meten en bevragen die en die antwoorden representeren de werkelijkheid/
feiten en daar onderwerpen we ons aan.
Wat is wetenschap?
Wij meten de feiten, de wetenschap is een menselijke praktijk. De feiten
zijn gemaakt door ons. (later op terugkomen)
Wetenschap is een praktijk van handelen (het ontdekken van
die feiten) waar een aantal gedragscodes aan zitten…
- Als men waarnemingen gaat doen, gaat men alle waarnemingen
onvoorwaardelijk meenemen.
- Die waarneming gaan we ordenen (welke stappen zet je)