NEUROLOGIE
1. NEUROANATOMIE
1.1 TERMINOLOGIE
Grote hersenen Cerebrum
Kleine hersenen Cerebellum
Tussenhersenen Diencefalon (thalamus)
Hersenstam Pons + medulla oblongata + middenhersenen (mesencephalon)
1.2 HERSENKWABBEN
De hersenen zijn opgedeeld in 4 hersenkwabben:
A. Frontale kwab:
Persoonlijkheid, motorcortex, spraak (Broca’s area)
B. Pariëtale kwab:
Integreren van zintuigelijke informatie en ruimtelijk denken
C. Temporale kwab:
Taalverwerking (Wernicke’s area), herkennen en benoemen, visuele waarneming
D. Occipitale kwab:
Interpretatie en verwerking van visuele informatie (ogen)
1
,NEUROLOGIE
1.3 VERSCHILLENDE BANEN
SENSIEBELE BANEN
Lemniscus medialis:
Lopen niet gekruist en gaan dus ipsilateraal naar boven (achter-strengen), ze nemen hun
synaps in de medulla oblongata. Staat in voor proprioceptie, aanraking en vibratie (grove tast)
Tractus spinothalamicus:
Lopen gekruist in het ruggenmerg en zorgen voor ervaring van pijn, temperatuur en fijne tast.
TRACTUS CORTICOSPINALIS (MOTORIEK)
Ontstaat in de primaire motorcortex (area 4, frontale kwab),
90% van de banen kruisen in de medulla. Vervolgens maakt
het in het ruggenmerg synaps met de motorische
voorhoorncellen, zo komt de willekeurige beweging tot
stand.
1.3 HERSENVLIEZEN
o Dura mater of harde hersenvlies
• Dik en stevig hersenvlies, loopt net onder de schedel
• Ondersteunt mee het veneuze systeem, sinus sagitalis verloopt deels in het
hersenvlies
• Lopen zenuwen in, is dus pijn gevoelig (hersenvliesontsteking, pijn)
• Heeft zijn eigen bloedvoorziening, de arteria meningea media. Bij beschadiging
van deze arterie kan je een epiduraal hematoom krijgen, tussen schedel en
hersenvlies.
o Arachnoidea
• Zorgt voor de ‘ophanging’ van het ruggenmerg. Dit omdat het ruggenmerg
kleiner is dan het vertebraal kanaal, hierdoor zou het kunnen gaan schudden
wat tot beschadiging kan leiden
• Zorgt dat brein/ruggenmerg wat verankert is aan dura mater
• Subarachnoidale ruimte bevat hersenvocht.
o Pia mater of zachte hersenvlies
• Meest binnenste laag
• Heel moeilijk te zien omdat deze zo dun is.
2
,NEUROLOGIE
1.4 CEREBROVASCULAIRE SYSTEEM
De hersenen zijn een relatief klein orgaan, toch worden ze bevloeid door 4 vaten:
- 2 halsslagaders of arteria carotis
Deze splitst zich naar craniaal nog op in carotis interna en externa. Het is de interna die
de hersenen bevloeit.
- 2 arteria vertebralis
Lopen doorheen de foramina transversia van de wervels naar het foramen magnum.
Wat is het voordeel van 4 vaten naar zo’n klein orgaan? Het brein beschermen tegen eventueel
zuurstoftekort, stel dat er 1 of 2 uitvallen wordt het brein nog steeds voorzien wordt van bloed.
De A. ventralis spinalis voorziet ruggenmerg van bloed (ventral spinal artery).
1.5 RUGGENMERG
Ruggenmerg bestaat uit 31 paar zenuwen die elk een
gebied innerveren, daardoor krijgen we dermatomen
(50% overlap) of myotomen.
NEUROMUSCULAIRE JUNCTIE
3
,NEUROLOGIE
2. KLINISCH NEUROLOGISCH ONDERZOEK
MENTAL STATUS
- Level of alertness,attention and cooperation
Zie filmpje of uitleg internet/ppt
- Orientation for time,place,and person
- Speech and language
- Memory for immediate,recent,and remote events
- Calculations and right/left orientation,finger agnosia,and agraphia
- Apraxia
- Constructions and neglect
- Logic and abstractions
- Sequencing tasks and frontal release signs
4
,NEUROLOGIE
- Delusions and Hallucinations
- Mood
CRANIAL NERVES
Hersenzewuwen komen niet uit het ruggenmerg, maar ontspringen uit de hersenstam. Er zijn
12 paar hersenzenuwen, een zenuw kan:
- Sensorisch zijn
- Motorisch zijn
- Gemixt zijn
Nervus Type Functie
1. Olfactorius Sensorisch Reuk waarnemen
Leidt de visuele informatie, waargenomen door
2. Opticus Sensorisch
onze ogen naar de visuele cortex
Aansturen van de ogen, naar binnen en boven
3. Occulomotorius Motorisch
kijken
Aansturen van de ogen, naar binnen en beneden
4. Trochlearis Motorisch
kijken
Zintuigelijke informatie van het gelaat, aansturen
5. Trigeminus Mixed
van bepaalde kauwspieren
Abductie van het oog, kijken van mediaal naar
6. Abducens Motorisch
lateraal
Mimiek aangezicht, gevoel en smaak voorste 2/3
7. Facialis Mixed
tong
8. Vestibulocochlearis Sensorisch Zorgt voor het gehoor en het evenwicht
9. Glossopharyngeus Mixed Slikken, smaak achterste 1/3 tong
10. Vagus Mixed organen en smaak
11. Accessorius Motorisch Aansturen trapezius en sternocleidomastoideus
12. Hypoglossus Motorisch Bewegen van de tong
→ Op Ons Oude Tuin Terras At Frans Verse Groenten Van Albert Heijn
MOTOR EXAM
Inspectie + palpatie + passief → daarna MST
REFLEXES
0 absent reflex
1+ trace, or seen only with reinforcement
2+ normal
3+ brisk
4+ nonsustained clonus (i.e., repetitive vibratory movements)
5+ sustained clonus
Een normale voetzoolreflex bestaat eruit dat alle tenen gaan buigen. We spreken van een
“Babinski response” wanneer de grote teen naar extensie gaat en de overige tenen buigen.
De pupilreactie op licht is een consensuele reactie. Wanneer licht in oog wordt geschenen is
er instantaan een pupilconstrictie, dit gebeurd bilateraal. Hierbij wordt het parasympatische
deel van de n. occulomotoris getest. De pupilgrootte wordt steeds geëvalueerd in mm.
5
, NEUROLOGIE
SENSORY EXAM
Intact primary sensation with deficits in cortical sensation such as agraphesthesia or
astereognosis suggests a lesion in the contralateral sensory cortex.
COORDINATION AND GAIT
Coördination: normal performance of these motor tasks depends on the integrated functioning
of multiple sensory and motor subsystems. These include position sense pathways, lower
motor neurons, upper motor neurons, the basal ganglia, and the cerebellum.
Gait: involves multiple sensory and motor systems.
3. TECHNISCHE ONDERZOEKEN
3.1 ELEKTRO-ENCEFALOGRAFIE
= EEG = een niet-invasieve methode om de activiteit van de hersenen na te gaan. Het kan ons
iets vertellen over de activiteit in specifieke regio’s van de hersenen. Het meet de
potentiaalverschillen die ontstaan door de ionenstroom in de zenuwcellen van de hersenen.
De generatoren van die elektrische stromen zijn de postsynaptische potentialen van de apicale
dendrieten van corticale piramidale neuronen.
Een standaardsysteem om deze elektroden op de scalp te bevestigen
is het 10-20-systeem. Er zijn 2 anatomische oriëntatiepunten: nasion,
inion, externe gehoorgang.
EEG karakteristieken:
o Frequentie (0,5-30Hz)
o Amplitude (hoe groot is potentiaal)
o Vorm van de golven
o Regulatie van frequentie en amplitude
o Reactiviteit (ogen open,….)
o Interhemisferische coherentie in homologe gebieden (symmetrie? synchroniciteit?)
o Abnormale activiteit:
• Willekeurig, series, continu?
• Locus en verspreid
- Volledig bewustzijn (conscious)
Beta 13-30Hz - Hoofdzakelijk t.h.v. frontale cortex
- Na openen van ogen ook t.h.v. occipitale cortex
- Bij individu in rust (meditatie verhoogt α-golven)
Alpha 8-13Hz - Geblokkeerd door het openen van de ogen en geestelijke activiteit
- Subconscious - Hoofdzakelijk t.h.v. occipitale cortex
- Subconscious
- Bij volwassenen tijdens de slaap: non-REM I & II
Theta 4-8Hz
- In pathologische condities (catalepsie)
- Bij kinderen en sommige bejaarden
- Onbewust (unconscious)
- Bij volwassen tijdens de slaap: non-REM III & IV (diepe slaap)
Delta 0,5-3Hz
- In pathologische condities (catalepsie)
- Bij pasgeborenen en jonge kinderen
6