100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Staats- en bestuursrecht Samenvatting (Cijfer 7) incl. arresten en hoorcollege slides €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Staats- en bestuursrecht Samenvatting (Cijfer 7) incl. arresten en hoorcollege slides

 0 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Staats- en bestuursrecht samenvatting incl. verplichte arresten en hoorcollege slides. Cijfer tentamen o.b.v. alleen deze samenvatting: 7

Voorbeeld 4 van de 71  pagina's

  • 7 februari 2025
  • 71
  • 2024/2025
  • Samenvatting
avatar-seller
Week 1 – hoorcollege 1
Normatief: hoe dingen zouden moeten zijn, de idealen of regels die als wenselijk
worden beschouwd: regels, geldig of ongeldig

Descriptief: hoe dingen daadwerkelijk zijn, het beschrijven van feiten of
gedragingen zonder een oordeel over goed of slecht: feiten, waar/onwaar

Voorbeeld:

"Het regent" – Descriptief. Dit is een feitelijke constatering van de situatie,
zonder enige waarde-oordeel of norm over het weer.

"‘s Morgens gaat de zon op" – Descriptief. Dit beschrijft een feit dat dagelijks
gebeurt, namelijk de opkomst van de zon. Het is een waarneembare gebeurtenis.

"U maakt een fout" – Normatief. Dit is een oordeel dat iemand iets verkeerds
doet. Het legt een norm vast over wat als fout wordt beschouwd.

"De doodstraf kan niet worden opgelegd" – Normatief. Dit is een uitspraak
die aangeeft dat het volgens bepaalde normen (bijvoorbeeld rechten of wetten)
niet toegestaan is om de doodstraf op te leggen. Het beschrijft dus een wettelijke
of ethische grens.

Recht: wat mensen mogen en moeten verwachten

Objectief recht: De algemene regels en wetten in een samenleving.

Subjectief recht: Het persoonlijke recht dat iemand heeft op basis van het
objectieve recht.

Natuurlijke personen: individuele mensen die rechten en plichten kunnen
hebben: alle individuen. Zijn vanaf hun geboorte automatisch rechtssubject.

- Een kind wordt als rechtspersoon erkend als het levend geboren is en een
teken van leven, zoals ademhaling, heeft vertoond na de geboorte
(juridisch belang)
- Nasciturus-beginsel: Een ongeboren kind (nasciturus) kan al bepaalde
rechten krijgen onder de voorwaarde dat het levend wordt geboren
(belangrijk bij erfrecht of schadevergoedingen)

Rechtspersonen: organisaties of entiteiten (opgericht door natuurlijke
personen) die door het recht worden erkend als zelfstandig subject met rechten
en plichten en kunnen aansprakelijk zijn. Ze hebben een juridisch bestaan los van
de natuurlijke personen die erachter staan.

Voorbeeld: verenigingen, stichtingen, bedrijven (NV, BV), overheidsorganisaties
(de staat, provincies en gemeenten)

Rechtsbevoegdheid: dat een persoon in juridische zin rechten en plichten kan
hebben. Iedereen heeft rechtsbevoegdheid vanaf de geboorte, zoals het recht om
eigendom te bezitten.

,Handelingsbekwaamheid: het vermogen van een persoon om zelfstandig
rechtshandelingen te verrichten, zoals het aangaan van een contract.

Handelingsonbekwaamheid: Betreft algemene beperkingen: het algemene
niet kunnen. Personen die handelingsonbekwaam zijn, worden door de wet
beschermd omdat zij de gevolgen van hun handelingen niet volledig kunnen
overzien: minderjarigen, personen onder curatele.

Onbevoegdheid: een incidentele (in specifieke gevallen) beperking,
bijvoorbeeld dat een ambtenaar niet mag handelen buiten zijn functie: het
incidentele niet kunnen.

Objectief recht: publiek recht en privaat recht

Publiek recht:

- Belang: Dient het algemene belang, zoals veiligheid, orde, en publieke
voorzieningen.
- Relatie tussen partijen: De overheid staat hier niet als gelijke tegenover
burgers maar heeft een hogere positie = verticaal = ongelijken
- Handhaving: De overheid handhaaft de regels met dwangmiddelen =
dwangordening
- Voorbeelden: Strafrecht, bestuursrecht, en grondwettelijk recht.

Privaat recht:

- Belang: Regelt het particuliere belang, zoals eigendom, contracten, en
familieverhoudingen.
- Relatie tussen partijen: Partijen (burgers of rechtspersonen) zijn juridisch
gelijkwaardig = horizontaal = gelijken
- Handhaving: Handhaving gebeurt meestal door partijen zelf, vaak via de
rechter als conflicten ontstaan = spontane ordening
- Voorbeelden: Burgerlijk recht (zoals huur, koop, en erfenis) en
handelsrecht.

Strafrechtelijk publiekrecht: de regels betreffende strafbaarheid van
gedragingen

Publiekrecht: staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht: uitspraken over mogen én
moeten van de staat en zijn bestuursorganen: jegens burgers en jegens elkaar

Wet in formele zin – formeel recht: procedureel recht

- Een wet die is aangenomen door de formele wetgever
- Het gaat om het wetgevingsproces en de vorm van de wet, ongeacht de
inhoud.
- Voorbeeld: Een wet die is goedgekeurd door de Staten-Generaal in
Nederland en bekrachtigd door de koning.

Wet in materiële zin – materieel recht: inhoudelijk recht

- Regels die, ongeacht de vorm, een algemeen bindend karakter hebben en
door de overheid zijn opgelegd.

, - Het gaat hierbij niet om het wetgevingsproces, maar om de inhoud en de
gevolgen van de wet.
- Voorbeeld: algemeen verbindende voorschriften

Het recht geldt voor: Nederland en Het Koningrijk der Nederlanden =
grondgebied en Nederlanders, inwoners van het Koninkrijk (Nederland, Aruba,
Curaçao, Sint Maarten) en vreemdelingen (mensen die geen Nederlandse
nationaliteit hebben, maar zich binnen Nederland of het Koninkrijk bevinden) =
burgers

Nemo censetur ignorare legem betekent niemand wordt geacht de wet
niet te kennen. Een juridisch principe dat stelt dat iedereen wordt verondersteld
op de hoogte te zijn van de wet en dat onwetendheid van de wet geen geldige
reden is om een overtreding of misdrijf te rechtvaardigen. Dit principe is bedoeld
om te voorkomen dat mensen zich achter onwetendheid verschuilen als excuus
voor hun daden.


Week 2 – hoorcollege 2
Positief recht: objectief, gecodificeerd (opschrijven in wetboeken) en afhankelijk
van staat/samenleving. Voorbeeld: De Nederlandse Grondwet, het Burgerlijk
Wetboek, en andere nationale of internationale wet- en regelgeving.

Natuurrecht: ideale recht, Hugo de Groot (Grotius): beschouwde natuurrecht als
een rationele basis voor rechtvaardigheid, die voorafgaat aan en boven positief
recht staat. Voorbeeld: Het recht op leven of vrijheid wordt vaak gezien als
natuurrecht, omdat het universeel en fundamenteel is.




Verleden
- Germaans recht (vroege middeleeuwen).
- Romeins recht (529–534, herontdekt vanaf 11e eeuw).
- Kerkelijk recht (12e eeuw).
- Soevereine gewesten (1588–1795).
- Code Napoléon (1804/1811).

, - Wetboek van Nederland (1838).
- Jurisprudentie (voortdurend).
- Internationaal recht (vanaf 19e eeuw, groeiend in 20e eeuw).

Legisme: rechtsfilosofische stroming: het recht bestaat uitsluitend uit wetten die
door de wetgever zijn vastgesteld (wetticisme). Niets anders doen dan
wetteksten mechanisch toepassen. Problemen van de wet:

- Niet altijd duidelijk
- Vertoont leemtes (een expliciete wettelijke regeling bestaat voor een
bepaald probleem of conflict)
- Betekenis van rechtsbeginselen: abstract en kunnen conflicterend zijn
(privacy en veiligheid)

Interpretatie van de wet
- Rechter zoekt bij (onduidelijkheid) naar wat de wetgever oorspronkelijk
heeft bedoeld
- Via het rechtssysteem, analogie (vergelijkbare regel), historie, doel,
rechtsbeginselen
- Extensief (ruime uitleg, grotere reikwijdte) en restrictief (beperkte
uitleg)
- Redelijkheid en billijkheid: situaties beoordelen waarin een strikte
toepassing van de wet onrechtvaardig zou zijn
o Hardheidsclausule: bepaling in wet- of regelgeving die een
uitzonderingsmogelijkheid biedt in gevallen waarin strikte
toepassing tot onredelijke of onbillijke gevolgen zou leiden




De wet is een algemene en voorafgaande bron van recht, terwijl rechtspraak zich
richt op specifieke gevallen en achteraf een oordeel velt. Rechtspraak fungeert
als een indirecte bron van recht door de interpretatie en toepassing van wetten in
concrete gevallen. Hierdoor worden wetten dynamisch en beter afgestemd op de
praktijk, zonder dat rechters formeel nieuwe regels creëren.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper eurese. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 65040 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen

Laatst bekeken door jou


€6,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd