Met deze samenvatting haal je gegarandeerd een voldoende! Ik praat dan niet over een 6, maar minimaal een 7,5. Als je het goed leert valt je cijfer veel hoger uit!!! BTW alle afgelopen tentamenvragen kwamen in deze samenvatting voor! good luck
We kennen een Brede ethiek/moraal en Smalle ethiek/moraal.
Brede moraal: moraal die de gehele samenleving betreft, het gaat om alle facetten van het
leven. Overheid treedt zonder terughoudendheid op.
Voorbeeld: Men mag niet liegen.
Smalle moraal: basisregels/morele normen voor een vreedzame samenleving. Overheid is
terughoudend.
Voorbeeld: afblijven van andermans spullen.
Perfectionistisch moraal: De ethiek die de mens voorschrijft zich volledig te
perfectioneren/streven naar volmaaktheid. Er is geen ruimte voor individuele vrijheid en
daarom hoort dit tot de brede moraal.
Wezensvrijheid: de vrijheid om onbelemmerd tot volle ontplooiing van je ware aard te
komen.
Niet-perfectionistisch moraal: eigen idealen, eigen overtuiging en een eigen moraal. Dit
hoor bij de smalle moraal.
Paternalisme: de overheid dwingt burgers tot een bepaald gedrag voor diens eigen belang(
bijvoorbeeld om wezensvrij te worden)
Moralisme: de overheid dwingt een leefwijze af die zij moreel goed acht.
Negatieve vrijheid: je vrijheid wordt gestoord door de aanwezigheid van iets( bijvoorbeeld
bestuursdwang)
Positieve vrijheid: je vrijheid wordt gestoord door de afwezigheid van iets( geen overheid
die streeft naar goed onderwijs, zorg etc.)
Wanneer kan men spreken van geldend recht?
Natuurrechtsaanhanger: Als moraal en recht overeenstemmen en rechtvaardig recht is en
juiste formele totstandkomingsproces.
Rechtspositivist: Als het recht formeel juist tot stand is gekomen.
Je hebt 2 soorten Rechtspositivisten:
Normatieve rechtspositivist: rechtszekerheid is belangrijk, men moet ook gehoorzamen aan
onrechtvaardig recht, er is een absolute gehoorzaamheidsplicht.
Beschrijvend rechtspositivist: geldend recht in beginsel gehoorzamen, tenzij het
onrechtvaardig is, dan vernietigen.
Anatole France de schrijver van Crainquebille
Anatole was onder de indruk van le bon juge die uitspraak deed volgens rechtvaardigheid en
niet de wet.
Crainquebille ervaart zijn proces als een droom. Hij is verwonderd dat hoge mannen de
aandacht op hem vestigen. In de rechtszaal hangt een crucifix(canoniek recht) en het beeld
van Marianne(symbool franse republiek) welk recht hanteert de rechter?
, De rechter luistert in het proces naar de agent en niet naar anderen, want de agent is het
gezag. Zonder agent is er geen werk voor de rechter. De agent symboliseert de almacht van
de overheid.
Week 2
Er zijn twee groepen Sofisten, volgens de Sofisten was objectieve waarheid onmogelijk.
Scepticisme: er bestaat geen objectief waarneembare kennis. Elk standpunt is waardeloos.
Relativisme: kennis is gerelateerd aan degene die waarneemt. Men deed aan retorica om
gelijk te krijgen. Zo hebben standpunten waarde.
Zijnsleer: hoe zit de wereld in elkaar.
Plato -boeken: nomoi, politea, politikos.
Plato’s ideeënleer is dat er naast een zintuiglijk waarneembaarheid een andere
werkelijkheid is die wij niet kunnen waarnemen in een andere wereld( ideeën in een andere
wereld= transcendent)
Plato’s dualistische wereldbeeld:
Volgens Plato zijn er 2 werelden. Een fenomenale en een ideeënwereld. De fenomenale
wereld is de wereld van zintuiglijk waarneembare dingen. Deze wereld is in beweging.
Daarnaast kent hij ook een ideeënwereld, deze is bovenzintuiglijk, dit zijn blauwdrukken van
de fenomenen wereld, deze is vast. Alles wat in de fenomenen wereld leeft, leeft omdat het
deel heeft aan de ideeënwereld.
ethiek: de mens moet worden opgevoed tot een deugdzaam persoon die in staatsverband
leeft.
Ziel heeft 3 delen, 1. Redelijke(denken) 2.moed en wil( bepaalt of je laf of dapper bent) 3.
Begerende deel(bevat seksuele en dierlijke neigingen) Als het redelijke en moed en wil delen
het begerende deel overheersen is er rechtvaardigheid in de ziel.
Boek politea( de staat):
Hierin schetst hij zijn ideale staat, plato was voor Aristocratie(regeren door de besten). Hij
maakt een standenstaat door de 3 zieledelen. 1.Wijsgeren(koningsfilosofen, publieke taak en
geen private eigendommen, zij konden de ideeënwereld doorgronden, omdat ze slim zijn) 2.
Militaire(publieke taak , bezitten dapperheid en kunnen staat beschermen) 3. Volk(moet
werken en onderworpen aan gezag filosofen) Iedereen doet het zijne, strikte
arbeidsverdeling zodat ze het optimale eruit halen.
Vrouwen kunnen ook militairen of filosoof zijn, mensen met dezelfde aanleg moeten
dezelfde taken krijgen.
Wederherinnering: De ideeën in de ideeënwereld kunnen slechts worden gekend door de
slimme mensen, maar mensen die niet zo slim zijn kunnen toch hun weg vinden in de
wereld. Dit komt doordat de ziel ooit in de ideeënwereld was en mensen herinneren zich
dat, hiermee gelooft hij in reïncarnatie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper comepmo. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.