Vanaf het ogenblik dat de mensen begon na te denken over de werkelijkheid en zichzelf
heeft die ethiek bedreven
Vanaf het begin van de bewustwording hebben filosofen en denkers ethiek bedreven
In een ander tijdvak en ander werelddelen zijn ze begonnen anders na te denken over
bepaalde zaken
3 grote stromingen in de ethiek:
- Oudheid: getypeerd als de deugden ethiek (oorsprong in de klassieke oudheid, met
verschillende filosofen en die het denken over ethiek eeuwenlang bepaald heeft bv:
Plato en Aristoteles).
Nu nog denken dat we moeten genieten van het leven omdat we er maar een
hebben gedachten is al oud
- Middeleeuwen: ethiek is een westers verschijnsel. Tijdvak dat een christelijke
signatuur draagt, wat mensen denken is doordrongen van de christelijke dogmatiek
(kan nooit ethiek zijn, heeft te maken met geloofswaarheden bv dat er maar 1 god is
of dat er een god is). Toen was er een geloof dat er een god was, en hebben toen
nagedacht aan ethiek.
- 2 stukken: deontologische (verlichtingsfilosoof, 18de eeuw, Immanuel Kant, bv
deontologische code voor de journalistiek) en utilitaristische ethiek (zegt het
omgekeerde). Vormen van ethiek belangrijk bij het goed behandelen van mensen
Geschiedenis ethiek: tegenstrijdige meningen en opvattingen er is geen alomvattende
ethische theorie die ons zegt wat we moeten doen (zou ook niet kunnen)
Verplichtingen vooral in mensenwereld, als er geen zijn is het een dierenwereld. Zegt ons
wat we mogen en wat we niet mogen, hebben het gevoel dat we die verplichtingen hebben.
Mensen die geen ethisch vermogen hebben ontbreken iets (morele sensitiviteit)
1. Wat is ethiek?
Ethiek: één van de traditionele hoofddisciplines van de wijsbegeerte. Kent een lange en rijke
geschiedenis waarbinnen verschillende en soms ook tegenstrijdige visies op het goede en
het goede handelen gearticuleerd zijn.
De mens en het handelen van de mens kunnen vanuit verschillende perspectieven ter sprake
worden gebracht: historisch, cultureel, sociologisch en elk van deze invalshoeken biedt een
specifieke inschatting van wat het betekent om goed te handelen
Naar gelang het tijdsgewricht, samenleving, cultuur, religieuze beleving, geografische
situering kunnen opvattingen over het goede handelen verschillen en elkaar zelfs wederzijds
uitsluiten. Voorbeelden hiervan is abortus, zelfmoord
Voor zover we mens zijn en reflecteren over ons handelen, doen we dat altijd vanuit een
vooral individueel standpunt.
1.1. Terminologie: moraal/moraliteit/ethiek
1
,Cruciale begrippen: zedelijkheid / moraliteit / ethiek, zijn toonaangevend
- Gaan terug op ‘moralis’ en ‘ethikos’: ‘wat het ethos betreft’
De nuanceverschillen tussen de begrippen moraliteit en ethiek kunnen etymologisch
teruggevoerd worden op de tweevoudige betekenis van het begrip ethos
Woord ethiek:
- Verwijzen naar etymologische herkomst
Moraal en moraliteit: raken uiteraard aan ethiek, sommigen vinden dat die wisselbaar zijn
maar ze kunnen een verschillende lading dekken
- Bv: wielrenner kan soms zeggen dat de moraal niet goed zit vandaag (heeft dat te
maken met ethiek? Raakt aan wat ethiek mee te makken heeft)
- Zijn niet zomaar hetzelfde, worden anders gebruikt (bv moraal van het verhaal), maar
raakt wat ethiek over gaat
Terminologie heeft altijd een etymologie (deze zegt al veel voer het woord)
Zedelijkheid/moraliteit/ethiek belangrijk begrippen
- In ethische discussies en theorieën opkomen
- Zedelijkheid bv je schouders moet bedekken in Knokke (de goede zeden vraagt dat
daar). Hebben te maken met ethiek en hoe we ons gedragen of horen te gedragen
- Komen steeds weer terug
Moraal en ethiek anderzijds zijn leenwoorden. Hebben een verschillende oorsprong maar
verwijzen naar iets gelijks
Moraliteit (Moralis of Mores = zeden of gewoonte): gaat terug op Latijnse woord
Ethiek (Ethikos= wat het ethos betreft)
Socrates en eerste filosofen waren oude Grieken en ook het woord filosofie was Grieks
(hetgeen dat streeft naar wijsheid), zijn westerse verschijnsels. Ethiek en filosofie zijn Grieks
van origine en dus westerse verschijnsels.
1.1.1. Moraal, moraliteit, ethiek
Onderscheid éthos-èthos
Éthos: “een verblijfplaats voor dieren” een geheeld van gewoontes, regels en
gedragsvormen eigen aan een welbepaalde groep. Waar mensen en dieren samenkomen
ontstaat er vanzelf gedragspatronen en (impliciete) afspraken die de kudde of de groep
structureren en van stabiliteit voorzien en het overleven ervan bevorderen.
Èthos: verwijst naar het karakter of de grondhouding van het menselijke handelen (de
gezindheid waaruit het handelen tot stand komt. Voortreffelijkheid van karakter, voortvloeit
uit gewoontevorming maar verschilt omdat daarbij een soort reflectie ontstaat die
handelingen en gewoontes aan de rechte rede toetst.
Tweevoudige betekenis van het begrip ‘ethos’
- In het onderscheid heb je al een bepaalde manier van denken over ethiek
- Je kan niet neutraal of objectief nadenken, iedereen heeft al een opvatting over wat
ethiek is en wat goeie opvattingen zijn bv iedereen heeft een mening over wat ‘iets
goed doen’ is
2
, - Ethische reflectie bij ethiek en is ook de origine van éthos en èthos (letter verschil is
een andere manier van kijken naar ethiek)
- ‘éthos’ (‘εθοζ’) : ‘verblijfplaats voor dieren’ d.i. geheel van regels en
gedragsnormen binnen een bepaalde groep. Grieken gebruiken dat om een plek of
verblijfplaats aan te duiden waar dieren samenkomen (niets meer) bv waar kudden
paarde samenzitten. Bij levende wezens is het zo dat ze bij elkaar bescherming
zoeken om hun overlevingskansen te vergroten zo gebruiken ze ethos, dieren
komen bij elkaar en dan ontstaat er een soort van ordening, gewoontevorming die de
groep structureert (bv een kip heeft voorrang tegenover de andere). Er zijn dan
bepaalde gedragingen in de groep geldt ook voor mensen (een bepaalde
ordening, gedragsovereenkomst waar we bijvoorbeeld in een les niet in één keer
beginnen schreeuwen). Gedragsvorming en er kunnen impliciete en expliciete regels
zijn.
- ‘èthos’ (‘ηθοζ’) : karakter of gezindheid. : gebruiken dat voor iets anders: karakter of
gezindheid. Gezindheid hangt aan met goed gezind zijn. Het is meer individueel,
gezindheid of karakter van een handeling omdat er een soort van intentie of
reflectie. Er staat een weten aan vast, je gaat niet altijd aan alles nadenken
- Graad van handelingsbewustheid
verschil tussen beide
Cruciaal: graad van reflexiviteit
(handelingsbewustzijn)
Homeros eerste grootste westerse literator
(gebruikte éthos in zijn teksten) bv wijden der
paarden (gebruik van éthos)
Aristoteles: hangt die beide woorden samen met
het karakter van het mens (wordt soms
getypeerd). Intellectuele of karakteriële (èthos,
resultaat van gewoonte, komt niet natuurlijk) voortreffelijkheid hebben. Maar een klein
verschil, èthos vloeit voort omdat het het resultaat is van de gewoonte. Gedachte dat éthos
en èthos nauw verbonden zijn en èthos voortvloeit.
Bv: meerderheid eet vlees maar je denkt daar niet aan na (ethos) vs èthos ontstaat wanneer
je je de vraag stelt bij het kijken van een stuk vlees en wat dieren daarbij doorgaan
Handelingsbewustzijn alleen een menselijk fenomeen, onderscheiden ons van de dieren
omdat we in staat zijn te reflecteren over ons handelen (dieren reflecteren niet over hun
handelen bv waar ze eten).
Èthos vooral geserveerd voor menselijk handel, betekent dat als je niet bewust handelt dat
je je beperkt tot doen wat de anderen doen (éthos) en dan ben je net als een dier.
Onze opgave als mens om vragen te stellen bij het handelen als je dat niet doen verlies je
een soort menselijkheid. Mens neemt een bijzondere plek in de werkelijkheid, we zijn mens
omdat we die handelingsbewustzijn hebben (ontwikkelt zich door de opvoeding).
Ontoerekeningsvatbaar zijn: mensen die geen handelingsbewustzijn hebben maar dat het
niet hun fout is, je moet ze daarbij helpen door bv te interneren
3
, Ontmenselijking: wanneer we een soort bewustzijn verliezen (bv mensen schelden elkaar
uit door dierlijke namen te gebruiken) of als je mensen behandeld alsof ze geen bewustzijn
hebben
Handelingsbewustzijn van de mens
Terminologische onderscheid tussen de drie woorden door etymologische verschil van
echt woord ethiek
Cruciaal: spreken hier over een onderscheid van graad van reflexiviteit. Èthos spreekt vna
het handelingsbewustheid en de reflectie van de mens daarover
Terminologisch verschil tussen moraal en moraliteit en éthos en èthos komt terug bij het
spreken van goede zeden of moraal van de groep
- Bij moraal meer naar zede gewoonte die gelden in. Ee, bredere gemeenschap of
groep
- Zeden die aanvaard worden kunnen ook immoreel gezien worden bv nazisme heeft
een bepaalde moraal
- Wat er aan moraal leeft in een groep heeft niet per se ethisch getuigd zijn kan ook
esthetische/immoreel waarden hebben we zien dat als vanzelfsprekend bv VUB
studenten zien het als vanzelfsprekend dat we het denken niet mogen onderwerpen
en reflecteert een soort van waarden (hoe kijken wij als VUB naar de werkelijkheid),
maar het denken is onderworpen. Het zou problematisch zijn als we niet bepaalde
gedachten kunnen uitspreken. VUB-gemeenschap daar gelden bepaalde moraal maar
die is niet noodzakelijk ten volle gereflecteerd, er zijn bepaalde commerciële redenen
Moraal
Begrip moraal vertolkt ook war ons gangbare woord ethos uitdrukt: een geheel van
menselijke gedragingen en verwachtingen die bestaan binnen een breder
samenlevingsverband verwijst naar het geheel van gedragsregels, normen en waarden
die binnen een bepaalde groep of gemeenschap gelden en waaraan leden van de groep zich
moeten conformeren om deel te maken.
Bepaalde gedragingen keuren we af en verfoeien we (slavernij, mishandelen van dieren)
terwijl andere doorgaans onze goedkeuring en onze waardering wegdragen (schoolplicht)
Omdat er in een stam, groep of samenleving een consensus bestaat omtrent bepaalde
sociaal gevestigde overtuigingen en die overtuigingen ook zichtbaar en vaststelbaar zijn is de
moraal of ethos die leeft binnen een bepaalde cultuur objectief beschrijfbaar.
Moraalwetenschap = geheeld van de wetenschappelijke studie naar het menselijk gedrag en
de morele normering daarvan
Moraal
- Ze is nooit specifiek op één individu of persoon gericht, is bovenpersoonlijk en niet
het resultaat van individuele reflecties
- Mensen groeien op met zeden van hun gemeenschap en worden er in gesocialiseerd
4