Samenvatting voor periode OP 2.2 van de opleiding Medische Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken (MBRT). Bevat de volgende vakken: CT, Echografie (EC), Interpersoonlijke vaardigheden (IPV), Medische Vakken (MV), MRI, PET en Radiotherapie (RT).
,CT – Periode 2.2
1. Beeldkwaliteit
De beeldkwaliteit wordt beoordeeld met CRAST. De beeldkwaliteit moet goed zijn om een diagnose
te kunnen stellen.
1.1. Contrastresolutie
De contrastresolutie is het vermogen om 2 verschillende grijswaarden van elkaar te kunnen
onderscheiden. In de CT is de contrastresolutie zeer goed. De SNR is de verhouding tussen de
hoeveelheid signaal en ruis. Hoe beter de SNR, hoe beter het contrast. Bij de spatiële resolutie geldt
dat hoe kleiner de voxels, hoe beter de spatiële resolutie. Wat dan echter wel een probleem is, is de
telstatistiek en dus de hoeveelheid signaal en contrastresolutie. Dus hoe beter de spatiële resolutie,
hoe slechter de SNR en contrastresolutie.
1.2. Spatiële resolutie
Spatiële resolutie is het vermogen om 2 kleine lijnen van elkaar te kunnen onderscheiden. De spatiële
resolutie in een CT beeld is veel slechter dan bij een conventionele röntgenfoto. Spatiële resolutie is
objectief, het is iets waar een getal aan vast kan worden gemaakt. Je hebt twee verschillende soorten
spatiële resolutie in een CT-beeld:
- Axiale (inplane) spatiële resolutie. Dit is de spatiële resolutie in de x- en y-richting. Deze
spatiële resolutie wordt beïnvloed door de pixelgrootte.
- Longitudinale (not-inplane) spatiële resolutie. Dit is de spatiële resolutie in de z-richting. Deze
wordt bepaald door de voxeldiepte.
Je kiest er bij het maken van een CT-scan voor welk van de twee spatiële resoluties het best moet
zijn. Dit is afhankelijk van wat je wilt zien.
1.3. Artefacten
1.3.1. Fysica-artefacten
Deze worden veroorzaakt door de röntgenstraling en de apparatuur.
1.3.1.1. Beamhardening
Beamhardening is wanneer de straling door materie gaat, worden de laag-energetische
fotonen tegengehouden. De gemiddelde energie van de bundel neemt dan toe. Als er
voor de HU-waarde niet goed is gecorrigeerd, krijg je last van beamhardening. Er
bestaan filters om dit te voorkomen. Bij een hoge kV heb je er sowieso al minder last
van.
1.3.1.2. Streak-artefact
Een streakartefact voor veroorzaakt doordat de bundel zijn intensiteit gehaal verliest.
Dit ontstaat door hoog absorberende materialen, zoals implantaten. Rondom dit
object kan de HU-waarde niet correct worden berekend, daardoor ontstaan die
strepen in het lichaam.
1.3.1.3. Partieel-volume artefact
Als meerdere weefsels in dezelfde voxel komen, krijgen die twee dezelfde HU-waarde.
Meestal ontstaat dit in de z-richting. Dit is op te lossen door een kleinere coupe-dikte.
, 1.3.1.4. Ringartefact
Een ringartefact ontstaat door een defecte of storende detector. Als die detectoren
geen signaal ontvangen, wordt er een incorrect gereconstrueerd beeld gemaakt. Er
ontstaat dan en artefact in het beeld.
1.3.2. Patiënt-artefacten
1.3.2.1. Bewegingsartefacten
Wanneer de patiënt beweegt krijg je last van beweging.
2. Beïnvloeden beeldkwaliteit
De beeldkwaliteit is afhankelijk van verschillende factoren
2.1. Monitor
De kwaliteit van de monitor bepaald de maximale beeldkwaliteit. Hoe mooi de foto ook was, als je
het projecteert op een slechte monitor, heb is de beeldkwaliteit ook slecht.
Ook is de omgeving belangrijk, in een lichte kamer zie je een beeld minder goed dan in een donkere
kamer.
Ook kun je op de monitor de windowsettings aanpassen, zodat de radioloog het beeld zo goed
mogelijk kan beoordelen.
2.2. Perceptie
Iedereen kijkt anders naar een beeld en dingen kunnen anders lijken dan ze zijn. Daarom kunnen
radiologen beter beelden interpreteren dan de gemiddelde Nederlander, een radioloog is namelijk
getraind in het op de juiste manier kijken naar de beelden. Ook kunnen radiologen beter kleine
afwijkingen zien in grijswaarden.
2.3. Parameters
Binnen parameters maak je een verschil tussen twee soorten parameters:
- Acquisitieparameters. Deze zijn na de scan niet aan te passen. Je stelt deze parameters in bij
de voorbereiding of uitvoering.
- Reconstructieparameters. Deze zijn na de scan nog wel aan te passen. Je stelt deze
parameters in bij de uitvoering of evaluatie.
2.3.1. Buislading
De mAs bepaald de hoeveelheid fotonen, dit zorgt dus ook voor een betere SNR, omdat er meer
signaal binnenkomt.
2.3.2. Buisspanning
Met de kV wordt het doordringend vermogen van de fotonen bepaald. Hoe hoger de kV, hoe meer
doordringend vermogen en hoe groter het contrast. Bij een groot contrast kun je echter niet goed
kleine verschillen zien, dus de contrastresolutie gaat achteruit. Wel heb je meer signaal en dus een
betere SNR.
2.3.3. Collimatie
De collimatie is de grootte van het veld in de z-richting. Hoe kleiner de detectoren, hoe kleiner de
details die je kunt afbeelden en dus hoe beter de spatiële resolutie.
2.3.4. Pitch
De pitch is een
acquisitieparameter. Het is een
,maat van hoever de ringen die die scant uit elkaar liggen. Wanneer de pitch klein is, liggen de ringen
dichter bij elkaar en heb je een betere spatiële resolutie. Ook heb je dan minder schuin-invallende
stralen voor een betere spatiële resolutie. Je hebt echter ook minder signaal, waardoor de SNR
verslechtert.
De pitch ligt meestal tussen de 0,8 en 1,2. Als de pitch hoger is dan twee, heb je delen van het
lichaam die je niet scant.
Tablespeed∗Rotatietijd
Pitch=
Collimatie
2.3.5. Coupedikte
De coupedikte is de ook wel de plakdikte of slice-thickness. Deze is net zo groot als de detector is, hij
kan wel dikker zijn, maar nooit dunner. Soms wil je een kleine coupedikte, zodat je kleine details kan
zien, maar soms wil je ook een dikke coupedikte, zodat je de afwijking in één oogopslag kunt zien.
Met de coupedikte wordt alleen de non-inplane resolutie verbetert.
2.3.6. Kernel
Een kernel is een convolutiefilter. Dit zorgt voor verzwakking of versterking van signaalintensiteiten.
Je kunt het kernel veranderen met aan beide kanten een verschillend filter:
2.3.7. Slice increment
De slice increment is de afstand tussen de slices. Wanneer deze even groot is als de coupedikte, zijn
de plakken aansluitend. Wanneer die kleiner is dan de coupedikte, overlappen ze elkaar en kun je
een afwijking in verschillende plakken zien. Wanneer die groter is dan de coupedikte, krijg je een gap.
2.3.8. Focal Spot
Met de Dynamic Focal Spot (DFS) raak je het target op 2 verschillende plaatsen. Je ziet het object dan
ook uit 2 verschillende hoeken, waardoor de spatiële resolutie wordt verbeterd.
Met Z-Focal Spot (ZFS) kun je dit ook doen, maar dan in de Z-richting van de patiënt om de non-
inplane resolutie te verbeteren. Je kunt dan ook twee keer zoveel plakken maken.
, 3. Dosis
De dosis wil je per scan zo laag mogelijk houden volgens ALARA. Dit doe je door de
acquisitieparameters aan te passen.
Er is echter een probleem bij het meten van de dosis bij elke scan, je kunt niet meten in het lichaam.
Om dit probleem op te lossen is er een manier bedacht om toch de dosis zo accuraat mogelijk in te
schatten. Men berekent deze dosis vanuit de output van de röntgenbuis met verschillende vormen
van Computed Tomography Dose Index (CTDI).
Allereerst wordt de CTDI100 berekend, dit wordt gedaan door een ionisatiekamer in het midden van
de CT te leggen en de dosis daar te meten. Dit stelt de dosis voor in het midden van de patiënt.
Vervolgens wordt met een fantoom door het verschil in de intree- en uittreedosis berekend wat de
CTDIw, dit is de dosis per plak, zonder rekening te houden met de parameters.
Hierna wordt met behulp van de acquisitieparameters de CTDI vol berekend, dit is de dosis per plak in
het geval van deze specifieke patiënt.
Als laatste wordt de Dose Length Product (DLP) berekend, dit is de dosis in het gehele lichaam en
wordt berekend met de volgende formule:
DLP=CTDI vol∗Scanlenght
Uit de DLP kun je ook de effectieve dosis berekenen, dit is de dosis voor een specifiek orgaan.
4. Optimaliseren contrastvloeistof
Wanneer je contrast inspuit bij iemand weet je nooit precies wanneer het contrast op een bepaalde
plek is. Dit is namelijk afhankelijk van de patiënt. Je hebt drie manieren van timen:
- Fixed delay
- Bolus tracking
- Test bolus
4.1. Fixed delay
Bij fixed delay staat er een standaard tijd vast wanneer er moet worden gescand. Dit is niet patiënt
onafhankelijk en er kan te veel contrast worden gebruikt. Deze manier is goed voor een CT-abdomen,
maar niet voor angiografie.
4.2. Bolus tracking
Bij bolus tracking wordt er op de survey een ROI getekend in het gebied die je wilt scannen.
Vervolgens meet het apparaat wanneer de ROI de goede HU waarde heeft bereikt en gaat dan pas
scannen. Hierbij is het mogelijk dat je te veel contrast inspuit voor die patiënt. Deze manier is echter
wel patiënt onafhankelijk.
4.3. Test bolus
Bij een testbolus gebuikt je dezelfde methode als bij bolus tracking, maar hierbij injecteer je eerst
maar een kleine hoeveelheid contrast en reken je uit de meting om hoeveel contrast er dan nodig is
voor de scan. Hiermee houd je de hoeveelheid contrast zo laag mogelijk en is het patiënt
onafhankelijk. Het probleem bij testbolus is dat een kleine fout in de berekening al een groot verschil
maakt in timing.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lotje2000. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.