Observeren en rapporteren
Hoofdstuk 1. Observeren, eenvoudig of toch niet
Alledaags oberveren is het voortdurend en ongemerkt waarnemen, verwerken en interpreteren van
zintuigelijke prikkels.
1.1. Wat observeer je dagelijks?
Verbaal gedrag: alles wat een persoon in woorden uitdrukt
Non-verbaal gedrag: alle signalen die we niet in woorden uitdrukken
Paraverbaal gedrag: stemhoogte, ritme en toon.
Basisgevoelens: boosheid, vreugde, verdriet, angst, afkeer, verrassing en minachting, hebben een universele
gelaatsuitdrukking.
Maatschappelijke normen en waarden zijn van belang bij de interpretatie van non-verbale communicatie. Kind
dat ouder in ogen kijkt is in China oneerbiedig.
Eerste indruk: allereerste waarneming van een persoon bouw je gedachten en gevoelens op.
Observeren: je snel sociaal plaatsen tegenover anderen.
Doelen observatie:
Informatie over anderen met wie je al dan niet direct communiceert
Informatie over relaties en situatie, waarbij je al dan niet betrokken bent
Informatie over jezelf, zelfobservatie
Je krijgt een beeld van hoe je denkt dat anderen je waarnemen.
Zelfobservatie: De waarneming van je eigen gedrag en innerlijke prikkels.
Afgeleide observatie: je waarneming van hoe anderen zich ten opzichte van jou verhouden.
Je observeert om je eigen gedrag en dat van anderen te begrijpen. Dit helpt om interacties met de omgeving te
kunnen sturen.
Spiegelneuronen zijn hersencellen die actief worden wanneer je observeert wat iemand doet. Ze spiegelen
handelingen van anderen. En dragen bij aan je inlevingsvermogen.
Attributie: Automatisch betekenis geven aan en zoeken naar verklaringen voor het gedrag van anderen en
jezelf.
In het leven van alledag observeer en interpreteer je continue en impliciet om je omgeving en jezelf te
begrijpen en meteen te kunnen handelen.
1.2. Verschil alledaags en professioneel observeren
Waarnemen: het opnemen van prikkels met zintuigen. Ook jeuk en pijn horen hierbij.
Alledaags observeren zonder bewust erbij stil te staan. Daardoor heeft het beperkingen.
Ons brein kan maar een deel van de beschikbare zintuigelijke informatie verwerken; selectiviteit van de
alledaagse waarnemingen.
Door de automatische verwerking van je brein geef je direct richting en betekenis aan je waarnemingen.
Bijvoorbeeld eerste indruk heeft invloed op verdere observaties. Dit is subjectief.
Professioneel observeren vereist dat je vakkundig handelt. Objectief waarnemen, daarna betekenis geven aan
deze observatie. Interpretaties bewust overdenken.
1.3. Hoe leer je professioneel observeren? Vier kwaliteitseisen
Professioneel observeren is bewust en met doelgerichte aandacht door de zintuigen waarnemingsprikkels
opnemen en verwerken.
1
,Kwaliteitseisen zijn:
1. Je neemt bewust informatie op
2. Doelgerichte aandacht / gericht inspannen op informatie te verzamelen
3. Je observeert met je zintuigen, dat zijn je instrumenten
4. Observaties worden geregistreerd / gerapporteerd.
Om observaties en de handelingen die daaruit voortkomen te verantwoorden moet je stilstaan bij elke stap van
de waarneming en deze doelmatig begeleiden. Dit is de essentie van professioneel observeren.
Externe factoren die van invloed zijn observatie, non-verbale signalen zijn omgeving, plaats en tijd.
“afgeleide observatie” jouw waarneming van hoe anderen zich tegenover jou gedragen waaruit jij afleidt wat zij
over jou denken en voelen.
De werkelijkheid is altijd subjectief.
Observeren in dagelijks leven is subjectief en continu, professioneel observeren is objectief en tijdelijk.
Hoofddoelen van observatie:
Info over jezelf
Info over anderen
Info over relaties en situaties
2
,Hoofdstuk 2. www/h
Waarom observeren?
Wanneer is observatie een geschikte methode?
Wat ga ja observeren?
Hoe maak je gedrag dat je gaat observeren meetbaar?
Hoeveel ga je participeren als observator?
Noe ga je systematisch observeren?
2.1. Waarom observeren?
Letterlijk en figuurlijk zicht krijgen op het gedrag van anderen en jezelf. Wetenschappelijke methode om
gedragsinformatie te verzamelen. Observatie om gedrag waar te nemen, te ordenen en te begrijpen. Vaak
einddoel voorspellen van gedrag.
Professioneel observeren is het verzamelen en ordenen van waarneembaar gedrag, vooral door visuele en
aanvullend de auditieve waarneming. In natuurlijke omgeving zonder of met minimale controle van de
observator.
Eerste doel van observatie is beschrijvend; informatie krijgen over gedrag zoals het zich in de werkelijkheid
voordoet. Beeld schetsen tussen samenhang van gedragingen, of tussen personen en/of de omgeving. Voor
observatie heb je een hypothese nodig; een toetsbare verwachting of voorspelling van hoe het gedrag zich zal
doordoen in een situatie.
Observatie is niet geschikt voor oorzaak-gevolg verbanden met zekerheid te bepalen.
Je observeert vooral om “waarschijnlijke samenhangen” tussen gedragingen te ontdekken.
2.2. Wanneer en wat observeren?
Wanneer is observeren de meest geschikt methode? Welk gedrag is observeerbaar?
Soms is het niet mogelijk te observeren, verleden of toekomstig gedrag bijvoorbeeld. Je bent er ook niet altijd
bij. Ook bij een groot aantal personen gaat observeren niet. Weinig toegankelijke onderwerpen, waar
bijvoorbeeld een taboe op rust, zijn niet te observeren.
Je streeft ernaar zo veel mogelijk het gedrag direct waar te nemen en zo min mogelijk te interpreteren tijdens
de observatie. Cognities en emoties zijn minder geschikt voor observatie.
Er zijn veel tussenstappen tussen wat iemand voelt en hoe iemand zich gedraagt. Observatie is moeilijker
wanneer de afstand groter is tussen waarneembaar gedrag en innerlijk proces waar ie informatie van wil
hebben.
Meest directe manier van informatieverzameling heeft de voorkeur. Bijvoorbeeld een gesprek of vragenlijst.
Ook tussen vraag en antwoord tussenstappen. Observatie en gesprek vullen elkaar aan.
Observeren is vooral nuttig wanneer je informatie wilt over gedrag waar mensen niet bij stilstaan of maar deels
zicht op hebben. Het kan van 1 persoon of tussen een beperkt aantal personen. Bijvoorbeeld vader-zoon
interactie.
Observatie is zinvol bij mensen die verbaal beperkt zijn bijvoorbeeld kinderen of taalbarrière.
Je observeert verbaal en non-verbaal gedrag dat bij voorkeur zo direct mogelijk waarneembaar blijft.
Observatie is nuttig voor veel verschillende soorten gedrag en situaties. Elk soort gedrag en situatie heeft
gevolgen voor de observatie opzet.
2.3. Hoe maak je gedrag meetbaar?
Een gevoel kan zich in verschillende gedragingen uiten, en gedrag kan diverse gevoelens/gedachten
weerspiegelen. Relatie tussen geobserveerd gerag en innerlijke processen is meervoudig.
Een psychologisch construct verzamelt innerlijke en uiterlijke eigenschappen onder 1 term. Bijvoorbeeld
agressie; gedachten, gevoelens en gedragingen.
3
, Observatievragen operationaliseren; meetbaar maken. Dit kan via inductieve en deductieve denkweg.
Inductieve denkweg; je probeert uit concreet gedrag af te leiden welke onderliggende eigenschappen dit
vertegenwoordigt. Je observeert gedrag en zoekt de betekenis hiervan.
Deductieve denkweg: het vertalen van een onderliggende eigenschap (bijvoorbeeld agressie) naar direct
waarneembaar gedrag (bijvoorbeeld schelden). Vooraf kiezen welke gedragingen je wilt observeren.
Goed operationaliseren: “op welk gedragsniveau observeer ik?”.
Macro-observatie/molaire observatie is waarneming van ruime betekenisvolle gedragingen bij individuen of
groepen. Vaak wil je weerkerende gedragingen van een persoon herkennen in diverse situaties of tijden:
“ Waarneming agressie gedrag” omvat: Roepen, tieren, stampen en slaan”
Observatie op macroniveau gaat over meerdere gedragingen die samen een betekenisvol geheel van cognitief-
emotioneel processen weerspiegelen. Om dit meetbaar te maken eerst geragsuitingen begrijpen en afbakenen.
Observatie op microniveau/moleculaire observatie is waarneming van eenvoudige zichtbare gedragingen. Een
event is de kleinste gedragseenheid die op zich nog een betekenisvol geheel vormt
Tot welke psychologische eigenschap behoort een gedrag?
“waarneming: schopt met de voet” Betekenis, agressie gedrag / adequaat gedrag.
Om micro-observaties betekenis te kunnen geven moet je achteraf uitzoeken welke denk- en voelprocessen ze
weerspiegelen. Wat heb ik nu precies gemeten?
2.4. Participeren of niet? Vrij of systematisch?
Participatie: De mate waarin de observator zelf actief deelneemt aan het geobserveerde gedrag.
Systematiek: de mate waarin de observatie op vooraf vastgelegde wijze loopt.
Wie participerend observeert neemt zelf deel aan het gebeuren of de interacties en observeert tegelijk.
Mensen weten niet dat je ze extra observeert; je neemt waar vanuit je rol in de groep.
Dit is een dubbele rol: als lid van de groep en als observator.
Voordeel: ongemerkt observeren; insider-perspectief van een groep
Insiderperspectief: waarnemingen waartoe je alleen maar toegang hebt wanneer je participerend observeert
(dus aan het gebeuren deelneemt). Vaak weinig/geen voorinformatie over het gedrag of de situatie. Je moet
continu waarnemen.
Groepsgebeuren van binnenuit mee beleven en beter begrijpen.
Nadelen: observeren, participeren en noteren tegelijk gaat niet. Je raakt gevoelsmatig betrokken. Objectief
waarnemen wordt moeilijk. En observatie is afhankelijk van je rol en status in de groep.
Biased viewpoint effect: je hebt toegang tot een deel van de situatie of het gedrag, met name het deel waar je
zelf aan deelneemt. Geen volledig beeld van het gebeuren.
Je staat in de groep met je eigen denk- en voelswijzen. Anderzijds wordt de observatie beperkt door je rol in de
groep. Hierdoor selectieve steekproef. An het gedrag; een eenzijdig beeld.
Controle-effect: datgene wat je wilt observeren wordt actief beïnvloed en gewijzigd door je eigen rol als
activerend observant.
Participerende diagnostiek; je observeert continu en oordeelt en handelt hier direct naar in het werkveld.
Vereist bewust afstand te nemen van de situatie door te expliciteren.
Expliciteren is het benoemen en verwoorden van interne en externe waarnemingen die ongemerkt of impliciet
lopen. Als je ze niet verwoordt gaan de ongemerkt je observaties sturen. Door expliciteren bewust betekenis
geven tijdens professioneel observeren.
Met methodologische notities noteer je concrete aspecten van je observatiekeuzes die de uitkomsten mogelijk
beïnvloeden om ze bij te sturen of er rekening mee te houden in je besluit.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper leentje87. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.