1. Internationale handel vs internationale monetaire economie.
Internationale handel onderzoekt de transacties van goederen en diensten (reële stromen).
Internationale monetaire economie houdt zich bezig met de transacties van financiële activa
(monetaire stromen). Het zijn de zogehete betalingen die tov reële stromen staan. Een effect op de
wisselkoers houdt een effect op de lopende rekeningen in die vervolgens de binnenlandse economie
beïnvloeden.
2. Interesting times, indeed.
The currency crisis in South-East Asia.
1997, een valutatacrisis.
The “de facto” devaluation of the ruble.
Russische muntdevaluatie augustus 1998.
The devaluation of the “real”.
Brazilië, januari 1999. munt was gekoppeld aan de dollar, maar deze koppeling kwam meer en meer
onder druk te staan waardoor ze uiteindelijk verdween. Men gaat van vaste wisselkoers naar een
vlottende.
Pressure on the currency board system of Argentina.
Muntraad: soort centrale bank die een bepaald aantal bevoegdheden heeft maar waarbij de dekking
van de binnenlandse munt door buitenlandse munten beter gereguleerd is.
The introduction of the physical euro ~ 1999 en 2002.
The dollar/euro exchange rate.
Bij de lancering van de euro in 1999 was de wisselkoers tov de dollar: 1,17$ ~ 1€. Algemeen werd
verwacht dat de euro nog sterker zou worden tov de dollar maar niets was minder waar. Men ging
naar de pariteit en zelf nog lager.
July 2005: the revaluation of the yuan.
Hier gaat men zich vooral toespitsen op de Chinese economie en het wisselkoersbeleid van de
centrale bank. Op internationaal vlak zijn er sterke onevenwichten, in China heeft men te maken
met een overschot op de handelsbalans in tegenstelling tot de USA waar men te maken heeft met
een tekort. De Amerikaanse beleidsvoerders beschuldigen China ervan met opzet hun munt zwak te
houden. Indien de Chinese munt een vrije wisselkoers zou ondergaan dan zou deze veel sterker
gevalueerd worden dan nu bij een vaste. Dit heeft nadelige gevolgen voor de Chinese export, maar
1
,is dan weer voordelig voor de Amerikaanse. In juli 2005 werd er een lichte revaluatie (2%) van de
munt door gevoerd, en sindsdien stellen de Chinezen dat hun munt gekoppeld is aan een korf van
munten.
Future: the enlargement of the euro-zone.
Men is reeds van 15 naar 25 landen gegaan. Alle toegetreden landen willen zo snel mogelijk de euro
invoeren als munt. Voorlopig voldoen enkel Slovenië en Lithouwen aan de vooropgestelde normen
(~ Normen van Maastricht) en zullen de euro invoeren vanaf volgend jaar.
Chapter 12 : National income accounting and the balance of payments.
1. Introduction.
Internationale macro-economie : studies how the interaction of national economies influence the
worldwide pattern of industrial activity.
VB. VS : - overschot op de kapitaalrekening; kapitaal stroomt naar de VS; o.a. reden voor de
sterkte van de dollar.
- tekort op de lopende rekening : dit wordt gefinancierd door het buitenland.
Europa financiert de VS, wanneer dit abrupt zou wegvallen dan zou er een serieuze
recessie komen in de VS ( ~ hard landing ). Dit is dan ook catastrofaal voor Europa.
Interacties tussen landen nemen toe, dit is te wijten aan de toenemende globalisatie. Hierin zijn ook
managers en beleidsvoerders een zeer belangrijk onderdeel. Men heeft nood aan 2 soorten
statistische data: nationale rekening en de handelsbalans.
2. The national income accounts.
BNP (Bruto Nationaal product) ~ GNP (Gross National Product): belangrijke maatstaf. Het bevat
alle afgewerkte producten die voor het eerst op de markt verschenen zijn en hier ook verkocht
worden binnen de gegeven tijdspanne. Huishoudelijk werk uitgevoerd door uzelf komt hier niet op
voor, daar het te moeilijk is dit adequaat te schatten. Bij uitbesteding wordt dit wel opgenomen. Het
moeten goederen en diensten zijn die voor het eerst op de markt verschijnen daar men in het andere
geval te maken heeft met een dubbele telling. Ook reeds gebruikte goederen tellen niet mee.
Het GNP is de som van 4 uitgaven:
• Consumptie door de private instellingen ( consumenten )
• Investeringen
• Overheidsuitgaven
• Lopende rekeningen
Nationale inkomensidentiteit: nationaal product (som van de uitgaven) = nationaal inkomen.
Of anders gesteld: GNP ≡ NI.
Wat een uitgave is voor de ene is een inkomen voor de andere.
Via het nationaal inkomen bekijkt men een evolutie in de tijd en tevens geeft dit de mogelijkheid
een vergelijking tussen landen te maken.
Voorbeeldje: vergelijking Frankrijk en Duitsland.
Hier kan men aflezen dat de groeivoet van Frankrijk ongeveer 4,5% is
itt deze van Duitsland die maar 2% bedraagt. De groei in Frankrijk is
vooral te danken aan de binnenlandse consumtpie en Frankrijk bezit
een negatief saldo bij de netto uitvoer. Duitsland daarentegen heeft
een positief saldo bij de netto uitvoer, maar een veel kleinere
binnelande consumptie en een negatieve investering.
Breaking down GNP.
3
, De economische groei in China is tussen de 9 à 10%. Voorlopig zijn er
nog zeer veel buitelandse investeringen daar deze groeivoet anders niet
te realiseren viel door de hoge spaarquota waarmee China te maken
heeft. Vele mensen zijn bevreesd voor de toekomst door de slechte
sociale zekerheid.
Identity only correct if definition of GNP is adjusted NI ≡ GNP?
Tevens moet men rekening houden met afschrijvingen, BTW, unilaterale transfers ed. Dit
onderscheid is voor ons van weinig belang.
Afschrijvingen (depreciation: reduces income of capital owners):
Vb: ontwikkelingshulp: fondens die niet binnenlands gegenereerd worden maar die wel het NI
inkomen van een land verhogen.
+ net transfers indien men deze ontvangt.
- net transfers indien men de hulp geeft.
Belastingen (sales taxes):
NI = GNP – depreciation + net transfers – indirect business taxes
De uitgave die jij doet aan de handelaar zijn verschillend van wat hij werkelijk ontvangt. Men moet
de BTW in mindering brengen ~ geaggregeerde niveau.
Difference between GNP (~ BNP) en GDP (~BBP).
GNP (~ BNP): productiefactoren van een land ongeacht waar deze zich bevinden. Bijvoorbeeld een
Belg die in Nederland werkt, wordt bij het GNP van België gerekend.
GDP (~ BBP): wat er binnen de landsgrenzen aan toegevoegde waarde gecreerd wordt ongeacht de
nationaliteit. Bijvoorbeeld een Amerikaans bedrijf dat in België gevestigd is, gaat de toegevoegde
waarde figureren in het GDP maar gaat geen deel uitmaken van het GNP.
GNP = GDP – ‘domestic’ income earned by foreigners
+ ‘foreign’ income earned by domestic residents
+ net receipts of factor income from rest of world
3. National income accounting for an open economy.
Gesloten economie : Y = C + I + G
4
,Veronderstelt dat geheel de output geconsumeerd of geïnvesteerd worden door burgers van het land
of aangekocht door de overheid;
Met Y = nationaal inkomen
C = consumptie (deel van het BNP, gekocht door de privé-sector om aan huidige
behoeften te voldoen)
I = investeringen (deel van de output dat door privé-bedrijven worden gebruikt om
toekomstige output te produceren)
G= overheidsuitgaven
C + I + G = nationaal product
Open economie : Y = C + I + G + (EX – IM)
De invoer wordt hier in mindering gebracht daar deze niet bijdraagt tot het inkomen van een land.
CA = EX - IM = lopende rekeningen = current account
CA = meet de omvang en de richting van de leningen tussen landen.
→ Als IM > EX : tekort op de CA : wordt gefinancierd door leningen uit het
buitenland.
→ CA surplus = net foreign investment
→ CA = EX – IM
= Y – (C + I + G )
→ CA stemt overeen met de rijkdom van een land.
3.1 Current account (balance) is important concept.
Lopende rekeningen: een van de variabele als doorgeefluik in internationale economieën. Richting
en de omvang meten van wat men leningen en ontleningen noemt.
Tekort op de lopende rekening wordt veroorzaakt wanneer de uitgaven > inkomsten. Dit is mogelijk
wanneer mensen hun spaartegoeden gaan aanspreken of leningen gaan aangaan. Een land zal het
tekort financieren door te lenen van de rest van de wereld.
Dit wordt zeer veel gedaan door de USA die
schuldbekentenissen uitgeven aan de rest van de wereld ( ~
financiële vorderingen). Een kijkje op de current account
and net foreign wealth van de USA: tot eind jaren ’70 begin
jaren ’80 had men een overschot, begin jaren ’80 gaat men
onder de nullijn duiken (current account: rood). Men heeft
nooit nog een positief saldo gekend op de lopende
rekeningen en de omvang van het tekort wordt steeds groter
en groter. De blauwe lijn (net foreing wealth) gaat de
internationale financiële positie van Amerika weerspiegelen.
Dit is het verschil tussen vorderingen die Amerika heeft op
de rest van de wereld en de vorderingen van de rest van de wereld op Amerika. Eind jaren ’70 begin
jaren ’80 was Amerika een netto crediteur. Vanaf midden jaren ’80 gaat deze negatief worden en
blijft dalen. De USA gaat de grootste schuldenaar zijn op de internationale economie.
De Amerikaanse economie functioneert op geleend geld.
5
, Algemeen kan gesteld worden dat indien het tekort op de lopende rekeningen blijft stijgen,
ook de internationale positie zal blijven verslechteren. Tekorten worden gecummuleerd en er
komt een stijging van de internationale schuld.
Indien men te maken heeft met een overschot op de lopende rekeningen gaan de uitgaven <
inkomsten en gaat men lenen aan de rest van de wereld. Het perfecte voorbeeld wordt gegeven door
China.
Verschillen op de lopende rekeningen weerspiegelen de financiële positie/rijkdom van een
land.
3.2 An update and a qualification: US net foreign investment position as % of GDP.
Mensen kunnen lenen, maar dit kan niet oneindig. Internationale
schuld gaat moeten terugbetaald worden. Waarom kan de USA
niet als een normaal land aanzien worden? De dollar speelt
internationaal een belangrijk rol, los van de gezondheid van de
Amerikaanse economie. Tekort op de lopende rekeningen
bedraagt ongeveer 5 à 6% van het GNP: financiële stroom zou
opdrogen en het tekort kan niet meer blijven bestaan daar er een
devaluatie zou komen van de munt wat een sterkere
concurrentiele positie oplevert wat op zijn beurt leidt tot een
stijging van de export en een daling van de import; op deze
manier gaat met het tekort verwerken of op zijn minst
verminderen (dit is het geval in een normaal land). Voor de
USA geldt deze regel niet, door de internationale rol van de dollar en aangezien de Aziatische
landen zeer veel dollars in hun kluis hebben zouden ook zij schade kunnen ondervinden van een
zwakke dollar.
Tekort op de lopende rekeningen vormt ook een internationaal probleem, niettegenstaande
sommige economen het oneens zijn met deze stelling.
Een stijging van het tekort op de lopende rekeningen en een daling van de financiële positie gebeurt
niet recht evenredig. In 2004 bedroeg het tekort op de Amerikaanse lopende rekeningen 668 miljard
dollar, maar de financiële positie is niet met hetzelfde bedrag verminderd. De netto buitenlandse
schuld steeg maar met 170 miljard dollar. Dit is te verklaren doordat deze tegen marktwaarde wordt
uitgedrukt wat fluctuaties inhoudt en het feit dat deze in dollar wordt uitgedrukt.
(1) Financiële activa in handen van de VSA als schuldvordering op de rest van de wereld
(2) de financiële activa in handen van de rest van de wereld als schuldvordering op de USA.
(1): 70% van deze schuld wordt uitgedrukt in vreemde munten, daar de dollar in 2004 zeer zwak
was, ontving men meer in dollar als return.
(2): deze schuld is hoofdzakelijk in dollar, waardoor ze geen omrekening nodig hebben en dus ook
geen invloed hadden van de zwakker koers van de dollar in 2004.
Tevens dient rekening gehouden te worden met het feit dat de Amerikanen beleggen in
risicodragend kapitaal. Aangezien de beurzen in 2004 een topjaar kenden kregen ze een hogere
return (7%). De rest van de wereld kiest voor veilige beleggingen denk maar aan
schatkistcertificaten uitgegeven door de Amerikaanse overheid. Zij kregen een return van 3 à 4%
wat beduidend lager is.
6
, Resultaat van toeval, ook aanvang van de buitelandse schul kan sterker stijgen dan de
stijging van de tekorten op de lopende rekeningen. Het probleem is echter nog niet
verdwenen.
Niet zo een groot probleem volgens de Amerikaanse economen. Ze
gaan kijken naar de inkomsten uit buitenlandse beleggingen en deze
vergelijken met wat zij moeten uitbetalen van interesten aan het
buitenland. Voorlopig moeten zij minder betalen dan ze ontvangen
maar deze situatie gaat niet blijven duren. Hier stelt men zich de vraag
van eventuele ongeregistreerde buitenlandse investeringen.
Niet alleen op vlak van handel maar op op vlak van sparen zijn er grote verschillen tussen de
USA en de rest van de wereld. Daar de mensen in China de hoogste spaarquota hebben,
gaan de Amerikanen vooral ontlenen.
Samengevat:
• Handelstekort in de USA bereikte een hoogtepunt in 2005 (5,8% van het NI), dit is te wijten
aan: stijgende import van chinese goederen en de stijgende energieprijzen.
• De import is op dit ogenblik 60% groter dan de export.
• Het tekort op de lopende rekeningen bedraagt ongeveer 6,4% van het NI.
3.3 Introduction of the concept of national saving.
De nationale inkomensidentiteit vormt ook hier het vertrekpunt. Men gaat het concept van sparen
inbrengen, sparen is het deel van het inkomen dat niet aan consumptie of overheidsuitgaven wordt
besteed: S = Y – C – G
Het verschil tussen private en overheidsbesparingen :
S = Sp + Sg
met Sp = Y – T – C
= I + CA – Sg
= I + CA – (T – G)
= I + CA + (G – T ) met G – T als overheidsdeficit
→ CA = (Sp – I) – (G – T)
Twin deficits : CA en OHschuld
Sg = T - G
Een land haar private uitgaven kunnen 3 vormen aannemen :
- investeringen in binnenlandskapitaal I
- aankoop rijkdom van buitenlanders CA
- aankoop van staatsschuld G – T : meet in hoever de overheid gaat lenen om haar uitgaven
te financieren.
gesloten economie: Y=C+I+G→S≡I
Diegenen die sparen: spaargeld gaat leiden tot binnenlandse investeringen.
7
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper VubHI. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.