Bakker- klinisch redeneren bij ouderen samenvatting bs3&4
ZVOV - Hoofdstuk 4: screening en geriatrisch assessment
Gerontologie samenvatting alle hoofstukken !
Alles voor dit studieboek (35)
Geschreven voor
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Verpleegkunde / HBO-V
I&M Gerontologie
Alle documenten voor dit vak (7)
31
beoordelingen
Door: rienkdevries • 10 maanden geleden
Door: jhtenhoor • 8 maanden geleden
Door: indyveldkamp • 1 jaar geleden
Door: brittkuipers10 • 1 jaar geleden
Door: marebos • 1 jaar geleden
Door: meltemarslan2002 • 1 jaar geleden
Door: lynnklaassens78 • 1 jaar geleden
Bekijk meer beoordelingen
Verkoper
Volgen
silkezonjee1
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Gerontologie – Klinisch redeneren bij ouderen
Hoofdstuk 1 – Inleiding
Huber: gezondheidszorg = de vaardigheid om je te kunnen aanpassen en zelfmanagement te kunnen uitvoeren
in het kader van geconfronteerd worden met sociale, fysieke en emotionele uitdagingen functioneren,
veerkracht en zelfregie staan centraal
Indien de vervulling van existentiële behoeften, zoals eten, drinken, warm blijven en contact hebben, bedreigd
wordt, ontstaat existentiële angst leidt tot stress (acuut of chronisch) en uiteindelijk volgt de dood als
niemand voor de vervulling van deze behoeften zorg draagt
- In eerste en laatste levensfase staat zelfstandigheid onder druk
Multifunctieproblematiek = op het moment dat het zelfstandig overleven bedreigd wordt
Existentiële behoeften liggen op diverse levensdomeinen: somatiek, cognitie, persoonlijkheid, beleving,
sociaal functioneren en levensgeschiedenis
Preventietijdvensters:
A jongeren tussen 16-25 jaar van wie de ouders behoren tot de groep met een lage SES (sociaaleconomische
status) hebben een verhoogde kans om op volwassen leeftijd kenmerken van een metabool syndroom
(obesitas, DM, cardiovasculaire aandoeningen) te ontwikkelen
B 25-60 jaar, van belang voor de preventie van functiebehoud op oudere leeftijd
C ouderen in de relatief vroege ouderdomsfase (60-70 jaar) tijdig identificeren van zelfstandig
functionerende ouderen met een verhoogd risico op relevant functieverlies dat leidt tot feitelijk langdurig
zorggebruik
D ziekenhuisopname van 70-plussers
E voorkomen van een toename van reeds aanwezig functieverlies bij ouderen de in de relatief late
ouderdomsfase
Laisser faire = als we als burgers ons nauwelijks met elkaar bemoeien
Filosofie als toetsing van het leven:
Epimeleia = ‘zorg’ je bekommeren om de zorg voor jezelf en voor hoe de ander voor zichzelf zorgt
Alêthês bios = een ‘waar’, juist en passend levend leiden
Epimeleia is gericht op alêthês bios van het individu.
Het gaat om het helpen van een individu om erachter te komen wat het inhoudt om voor jezelf én voor de
zelfzorg van de ander te zorgen, met als doel een goed leven te leiden.
Lineair model:
- Dominomodel logische opeenvolging van met elkaar samenhangende ziekten en (neven)effecten
van behandeling
- Synergistische model lineaire optelsom van niet aan elkaar gerelateerde ziekten en de
(neven)effecten van behandeling cascade breakdown
Integratief gerodynamisch model (IGD-model):
- Niet primair georiënteerd op co-/multimorbiditeit, maar op een ontwikkelingsperspectief vanaf de
geboorte
- Het levenslange verouderingsproces van conceptie tot overlijden
Manifest = meest opvallen
Latent = minder opvallen
Vlindermodel van groei en verval = het voortdurende parallelle proces van het ontwikkelingsaspect en het
ouder worden
- Geeft een theoretische basis aan een IGD-model op grond waarvan het een vereiste is altijd
tegelijkertijd naar zowel de bepalende factor ‘ontwikkeling’ als de bepalende factor ‘ouder worden’ te
kijken
, - Maakt duidelijk dat er aandacht moet worden geschonken aan het biologische, het psychische en het
sociale levensdomein, zowel afzonderlijk als in hun onderlinge wisselwerking
Capability-model:
- Capabilities vormen de set aan daadwerkelijk realiseerbare mogelijkheden die mensen hebben om
vorm te geven aan functionings
- Functionings beings and doings people have reason to value
- Gaat erom dat mensen de mogelijkheden hebben – en in staat worden gesteld – in hun leven te zijn
wie ze willen zijn en de dingen te doen die waarde toevoegen voor henzelf en hun omgeving
Hoofdstuk 2 – Verpleegkundige theorieën bij kwetsbare ouderen
Verpleegkundige theorieën: kunnen gebruikt worden om keuzes te onderbouwen en prioriteiten te stellen
- Doen uitspraak over 4 centrale concepten: omgeving, cliënt, verplegen en gezondheid
Grand theories: verkennen en kaderen het hele domein van verplegen vanuit een bepaald concept
Middle-range theories: nemen een verzameling verschijnselen binnen de verpleging onder de loep
Micro-level interventions: beschrijven de effectiviteit van één of een aantal verpleegkundige interventies
Grand theories gebaseerd op de concepten omgeving, cliënt, verplegen en gezondheid:
- Nightingale (1859) omgeving
- Orem (1971) en Roy (1970) cliënt
- King (1971) interactie cliënt en verpleging
- Rogers (1970) interactie cliënt en omgeving
- Neuman (1984) interactie cliënt, omgeving en verpleging
Nightingale (1859): kan beschouwd worden als de grondlegger van het verpleegkundig klinisch redeneren,
omdat ze bewust de omgevingsfactoren observeerde en systematisch noteerde en daaruit conclusies trok
- Begin van verpleegkundig diagnosticeren
Zelfzorgtheorie van Orem (1971):
- De vpk heeft tot taak aan te vullen daar waar de ander beperkingen ondervindt in zijn vermogen om
voor zichzelf te zorgen of om te zorgen voor van hem afhankelijke personen
- Zelfzorg en zelfzorgtekorten zijn de centrale concepten niet de medische diagnose of behandeling
bepaalt de verpleegkundige diagnose, maar het (dreigende) zelfzorgtekort dat wordt ervaren door de
cliënt
- Zelfzorgvermogen kan worden gemeten met ASA-schaal ernst van zelfzorgtekort kan worden
aangegeven
- Is ontwikkeld om te beschrijven welke verpleegkundige zorg noodzakelijk is
- Geschikt alternatief voor medisch-diagnostisch model
- Werd door de vpk beroepsgroep in diens streven naar verdere professionalisering en
patiëntenemancipatie verspreid
- Zelfredzaamheid en zelfmanagement
- Zelfmanagement = het gedrag van een patiënt dat door de wijze van omgaan met de
gezondheidsproblemen actief bijdraagt aan een zo goed mogelijk behoud van gezondheid,
zelfstandigheid en welbevinden
- Zelfmanagement voor vpk = dat hij de patiënt doelgericht empowert om voor zichzelf te (leren)
zorgen
- Betekenis van concept ligt vooral in de afbakening van het vpk domein en de legitimering van het vpk
handelen
Adaptietheorie van Roy (1970):
- Kernbegrip: adaptatie of aanpassing
- Rol vpk: bevorderen van deze adaptatie
- Vooral populair in psychiatrie, maar is breed toepasbaar en zeer geschikt om functiebehoud bij
kwetsbare ouderen te bevorderen vanuit hun eigen levensloopperspectief
- Sluit goed aan bij het gerodynamische model
,Systeemtheorie van King (1971):
- Conclusie King: de essentiële kenmerken van de verpleging blijven altijd aanwezig, ondanks sociale
veranderingen
o Essentiële kenmerken: sociale systeem, interpersoonlijke systeem en persoonlijke systeem
Allemaal van invloed op de gezondheid en worden beschouwd als open systemen in
een dynamisch interacterend kader
- Sluit aan bij het gerodynamische model, waarin de cliënt als onderdeel van een complex,
interacterend systeem wordt beschouwd
- Nadeel theorie: gaat vooral in op de communicatie tussen de patiënt en de vpk, maar nauwelijks op
concentratie vpk handelingen
Holisme van Rogers (1970):
- Bij een cliënt kan geen onderscheid worden gemaakt tussen somatische, psychologische en sociale
gedragskenmerken moet in zijn totaliteit worden bezien: holistisch
- De mens is een unitair energieveld, dat in voortdurende interactie staat met energievelden in zijn
omgeving
- Gedrag van de patiënt komt altijd voort uit de interactie tussen de persoon en diens omgeving
- Vpk moet zich richten op de verstoorde harmonie tussen de energievelden van de patiënt en zijn
omgeving
- Lastig toe te passen in de praktijk vaststellen van iemands energieveld is slecht te objectiveren
- Meerwaarde ligt vooral in de poging het holistische concept te operationaliseren naar de praktijk
- Kernbegrippen: welbevinden, energie, in balans zijn
Neuman Systems Model (NSM) (1984):
- Gebaseerd op de algemene systeemtheorie
- Veel nadruk op relatie tussen cliënt en omgeving
- Theorie gebaseerd op drie middle-range-theorieën
o Systeemtheorie
o Stress- en copingtheorie
o Preventietheorie
Systeemtheorie:
- Open cliëntsysteem, waarbij cliënt in voortdurende interactie is met zijn omgeving
o Tussen individu en omgeving sprake van energie-uitwisseling
o Door uitwisseling van energie en informatie krijgt het systeem continu feedback, waarmee het
zich kan aanpassen
- Cliënt is gezond als sprake is van voldoende energie-uitwisseling en ongezond wanneer meer energie
nodig is dan er beschikbaar is
- Verschil Neuman en King Neuman verbindt een conclusie aan de inspanningen die een cliënt en/of
vpk verricht, terwijl King de verschillende systemen alleen beschrijft
Stress- en copingtheorie:
- Gebaseerd op de interactionele benadering van stresscoping
- Hoeveelheid stress die een individu ervaart, kan hierbij niet objectief worden vastgesteld, maar is
altijd een resultaat van de wijze waarop het individu de stress taxeert (inschat) wordt beïnvloed
door persoonsgebonden en situatiegebonden factoren
- Voor vpk van belang om bij het vaststellen van een vpk diagnose eerst de taxatie van cliënt te
onderzoeken
- Persoonsgbonden en situatiegebonden factoren in kaart brengen om de hulp zo veel mogelijk te laten
aansluiten bij de werkelijke behoeften en copingmechanismen van de cliënt
Preventietheorie:
- Primaire preventie: cliënten moeten kunnen beschikken over voldoende ‘reserves’ en ‘energie’,
gerelateerd aan hun levens- en ontwikkelingsfase
o Ouderen: goede voorlichting nodig over risicogedrag en kwetsbaarheid en gevolgen daarvan voor
lichamelijk, psychosociaal en sociaal-cultureel functioneren
o Rol vpk: informatieverstrekking en ondersteuning bij gedragsverandering
, - Secundaire preventie: vpk handelen bestaat vooral uit tijdig opsporen van nieuwe ziektegevallen en
het zo kort mogelijk houden van de duur van de gevolgen door het effectief behandelen van de ziekte
o Ouderen: screening of risicosignalering (evt geriatrisch assessment)
- Tertiaire preventie: beperken van disfunctioneren als gevolg van een doorgemaakte ziekte
o Belangrijk om goed de grens te bewaken tussen de functionele zelfstandigheid van de cliënt en
het tekort aan zelfzorg waarbij de vpk de zorg ondersteunt en overneemt
Neumans theorie:
- Holistische theorie
- Kernbegrippen: systeemdenken, adaptatie, coping, holisme, preventie, stress
- Zeer geschikt bij proces van klinisch redeneren, omdat ze de vpk laat focussen op het individu, de
familie en het patiëntsysteem, maar hem ook op een methodische wijze stuurt bij het proces van
patiëntgebonden gegevensverzameling
- Past goed bij het denken vanuit het gerodynamische model
- Interventies vooral gericht op de preventie van stressoren, terwijl het gerodynamische model gericht
is op de preventie van functieverlies door het leven heen
Middle-range-theorieën modellen en classificaties
Diagnosegestuurde zorg Behoeftegestuurde zorg
Systematisch verpleegkundig handelen Vraaggerichte zorg, vraaggestuurde zorg
Classificaties zoals NANDA, NIC en NOC Shared decision making
Classificaties zoals ICF Belevingsgerichte zorg
Geïntegreerde belevingsgerichte zorg
Familiezorg
Presentietheorie
Behoeftegestuurde zorg: wordt eerder holistisch geredeneerd, waarbij de behoefte van de cliënt het
uitgangspunt is voor de vpk zorg
Diagnosegestuurde zorg:
Systematisch verpleegkundig handelen (SVH) (Grypdonck 1994-1995):
- Onderdeel van integrerende verpleegkundige (IV) theorie door Mieke Grypdonck
- IV gaat uit van de holistische mensvisie van Rogers
o Vanuit deze theorie twee hulpmiddelen ontwikkel om de vpk zorg te optimaliseren in de praktijk:
patiëntentoewijzing en systematisch verpleegkundig handelen (SVH)
o Patiëntentoewijzing vpk krijgen geen taken toegewezen, maar patiënten voor wie zijn vanaf
opname tot aan ontslag verantwoordelijk zijn
Voordeel: voor een patiënt duidelijk wie verantwoordelijk is, waardoor grotere
betrokkenheid en vertrouwensrelatie kunnen ontstaan
- Onderscheidt het vpk proces in verschillende fasen: anamnese, diagnose, doel, interventie, uitvoering
en evaluatie
- Hecht veel waarde aan een methodiek waarbij gebruikgemaakt wordt van standaard- en individuele
verpleegplannen
Classificaties zoals NANDA, NIC en NOC:
- SVH ondersteund door classificatie ten aanzien van diagnoses (NANDA), interventies (NIC) en
resultaten (NOC)
Classificaties zoals ICF:
- ICF kent een aantal voordelen
o Wordt door andere medici gebruikt kan multidisciplinair worden ingezet
o Is internationaal
o Terminologie is positief geformuleerd niet vanuit ziekte, maar vanuit functioneren past
goed in het huidige denken over gezondheid en zorg
o Codes die worden gehanteerd maken het goed bruikbaar voor management- en
beheersdoeleinden
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper silkezonjee1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.