Dit zijn de college aantekeningen van het vak 'Cytologie en Histologie' van professor Calders van het deel cytologie. Dit kan zeker ook als uitgebreide samenvatting gebruikt worden
Cytologie
Les 1 (25/09)
Examen
20 MCQ (13/20 10/20)
2 kleine open vragen
1 casus
CELMEMBRAAN
Celafmetingen
Microscopische afmetingen maar vrij grote variabiliteit mogelijk
Bv ei ve struisvogel = 1 cel (grote dooier = veel reservemateriaal)
Grootte afh v diffusiemogelijkheid & controle v kern
Hoe lager metabolisme, hoe groter de cel
Celvolume is afh vd grootte vh organisme
Celvorm
Wisselend: leukocyten & macrofagen (immuunsysteem) vrije cellen
- Heel kleine vervormbaarheid
- Vervormbare cellen: meestal heel beweeglijk
Constant: bv zaadcel + algemeen de vaste cellen ve meercellig organisme bv
epitheelcellen
Celbouw: 3 grote delen
- Celmembraan
- Cytoplasma met ≠ celorganellen
- Nucleus (= celkern)
Celmembraan
= buitenlaag: beschermt hetgeen binnenin zit (dikte ± 7,5 mm)
- Opl v georiënteerde lipiden (dubbele laag fosfolipiden) & globulaire eiwitten
- Ergens een soort opening vr transport
Lipiden
- Fosfolipiden: fosfatidylcholine &
fosfatidylethanolamine
- Vormen een dubbellaag
o Polair, hydrofiel deel (fosfaatgroepen = PO43-)
Gericht nr waterig milieu
o Apolair, hydrofoob deel (vetzuurketens)
Gericht nr midden v membraan
- Vetzuurstaarten richten zich nr elkaar
1
,Eiwitten
- Komen niet enkel vr aan oppervlak
- Geen continue laag
- Verdeeld volgens mozaïek patroon
- Onderscheid tss
o Integrale eiwitten: overspannen membr glycoproteïne
o Perifere eiwitten: aan buiten- of binnenzijde
- Bevatten polaire & apolaire delen
Perifeer eiwit
- Lekkanalen = eiwit met gat in
- Spanningsafhankelijk kanaal = eiwit met gat in MET POORT
- Vormen v receptoren!!
- Functies:
o Structureel: als bouwelement
o Transportproteïnen (carriers)
o Ionenkanalen
o Pompen
o Receptoren
o Enzymen
Glycocalyx
= dunne filamenteuse laag die celmembraan langs buitenzijde bedekt
= koolhydratenlaag verankerd op eiwitten of vetten
- Verbonden met eiwit = glycoproteïne grootste deel
- Verbonden met vet = glycolipide klein deel
- Speelt mee een rol in herkenning lichaamseigen – lichaamsvreemd
- Bestaat uit vertakte filamenten aanwezig op eiwitten
- Functie:
o Bescherming (tgn fysische & chemische invloeden)
o Rol in transmembranair transport
o Celadhesie = vergroting vh contact hechten zich makkelijker vast
o Contactinhibitie = vermijden v contact cellen die niet binnen mogen,
wegduwen
o Herkenning (oppervlakte-antigenen): lichaamseigen lichaamsvreemd
immuunsysteem
2
,Speciale vormingen
Aan extracellulaire ruimte
- Microvilli
- Cilia
Aan intercellulaire ruimte = verbindingen tss de cellen
- Zijn meestal hechtstructuren of soms hechtstructuren die communicatie
mogelijk houdt (gap junctions of nexussen)
- Zonula occludens
- Zonula adhaerens
- Macula adhaerens
- Hemidesmosomen
- Nexus of gap junction
Microvilli
= uitstulpingen v celmembraan
- Zorgen vr heel groot contactoppervlak
Bv darmen
Les 2 (25/09)
Herhaling vorige les: basiscomponenten celmembraan
Dubbellaag v fosfolipiden met fosfaten nr buitenzijde (want zijn geladen zijn
hydrofiel wanden met veel water in)
Fosfolipide laag is dynamisch model dr cholesterol (structurele component) &
eiwitten
3 belangrijke functies v eiwitten:
- Transport: moeten integrale eiwitten zijn (doorheen het hele membr maw
fosfolipide laag)
o Lekkanaal = eiwit met een gat in wrdr ionen kunnen passeren via
diffusie (v hoog nr lage concentratie)
o Glucosetransporters: liggen te slapen in cytoplasma, wnr nodig w die
getransloceerd nr celmembraan, w daarin geplaatst, gaan glucose
opnemen & ervr zorgen dat glucose & receptor in de cel w opgenomen
- Thv membr komen heel veel enzymen vr
- Immuunsysteem: herkenning!! Er zijn heel veel eiwitten die een heel
specifieke vorm hebben (antigenen) bv levercel als lichaamseigen
herkennen & er dus niet tgn reageren
Buitenzijde: glycocalyx = koolhydratenlaag die verankerd zijn op eiwitten
(glycoproteïne) of op vetten (glycolipide) vormen een soort netwerk
- Contactinhibitie = vermijden v contact (stoffen die niet in cel binnen mogen)
- Contactadhesie = ze kunnen zich makkelijker vasthechten & opnemen in cel
Chemische bescherming
3
, Speciale vormingen aan de membr
Extracellulaire aanpassingen:
- Cilia & flagel (heel klein):
o Flagel: groter maar zelfde basisstructuur
o Gespecialiseerde & complexe structuren
o Gecoördineerde beweeglijkheid in welbepaalde richting
o Ingeplant op een basaal lichaampje
o Dwarse doorsnede: 2 centrale microtubuli & 9 perifere dupletten
o Perifere fibrillen:
Subfibril A (13 uniteiten) is helemaal gevormd bezit zijarmen,
reikend tot aan naburig duplet
Subfibril B (10-11 uniteiten) is vr ¾ gevormd deel vd wand is
gemeenschappelijk met subfibril A
Maken een gecoördineerde beweging dus in een welbepaalde
richting subfibril A bevat zijarmpjes met een kop die dyneïne
bevat (ATPase: afbreken v ATP er komt energie vrij)
energie zorgt ervr dat kopjes gaan bewegen als een zweepslag
(bv in eileider om eicel weg te borstelen in de richting vd
baarmoeder)
o Centrale fibrillen:
Omgeven dr een speciale gestructureerde mantel met
“spaken” verbonden aan subfibril A (= eiwitten)
Spaken verteerbaar dr trypsine
o Kinetosoom
- Microvilli: oppervlaktevergroting dr er een soort cytoskelet onder te bouwen
microfilamenten die verankerd zijn in het effectieve cytoskelet wrdr je pijlers
maakt wr je membr overheen ligt zeer groot contactoppervlak
Intercellulaire aanpassingen: verbindingen tss de cellen (meestal hechtstructuren)
Trilhaar (cilia) is ingebed in de cel
- Basaal lichaam = kinetosoom 3 centrale tubuli & 9 perifere tripletten
daarop kunnen de trilharen of flagellen bewegen (aan basis cilium)
- Is heel klein
Flagel spermatozoa
- Is soortgelijk opgebouwd (redelijk groot)
- 2 centrale + 9 perifere dupletten
- Zeer lange structuur
- Heel veel energie vr nodig die in het nekgedeelte zitten (mitochondriën) vd
spermatozoa zorgen vr een energielevering v heel die zaken
- Prokaryoten: bacteriën hebben ook een celkern maar niet zo ontwikkeld,
geen kernmembr rond circulair DNA
- Eukaryoten: planten, dieren & mensen hebben duidelijke celkern met
duidelijke kernmembraan rond
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper florencevanparys. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.