HOOFDSTUK 1: GRIEKENLAND
HANDBOEK
TERM P. BETEKENIS
in medias res 47 Midden in de handeling.
Eerste kernfiguur, een bard. Bemiddelaar van een gezang dat van
aoidos 49 goddelijke oorsprong is. Brengt een contact tussen de mensen en de
goden.
"homerische"
53 Lange vergelijking
vergelijking
epitheton ornans 53 Standaardkarakterisering. (bv. Odysseus = man van vele listen)
Tweede kernfiguur in onstaanproces van de epische poëzie. Dicht
rapsode 54
niet terwijl hij zingt, maar draagt uit hoofd geleerde teksten voor.
hexameter 56 Zesvoetig versritme. (bv. gebruikt in Illias en Odysseia en Aeneis)
Geassocieerd met Sappho. Eenvoudigere metrische patronen dan in
koorliederen. Onderwerpen zeer uiteenlopen en verwijzen naar
monodische zang 58 persoonlijke leefsfeer:liefde, politiek, oorlog, wijn, sport. Niet
helemaal persoonlijk: tendens tot generaliseringen verwijzing naar
mythe.
Klaagzang. Versvorm (elegische distichon) is opeenvolging van
elegische poëzie 60 dactylische hexameter (6X lang,kort,kort) en dactylische pentameter
(5X lang, kort, kort).
Heeft vaak spottende inhoud. Jambe: versvoet= kort, lang. Minder
jambische poëzie 60
verheven onderwerpen.
Meest melodieuze. Wordt gezongen onder begeleiding van
snaarinstrument. Sololied. In private context; liefdes-, drink-,
melische poëzie 60
strijdliederen. Kort, strofisch opgebouwd, elke dichter heeft eigen
metrum en melodie.
Reidans, koorlied: lofzang (op Dionysos) die in cirkelvormige
opstelling wordt gedanst onder begeleiding van een fluit, waarbij
dithyrambe 61
waarschijnlijk scène uit leven van Dionysos op rudimentaire wijze
wordt uitgebeeld.
Plek waar de dithyrambe werd gedanst en waar koor optrad. Met
orchestra 63 altaar waarop aan begin dier werd geofferd (soms tragos=bok->
'tragedie'). Rondom orchestra kan publiek plaatsnemen.
Tent waarin acteur zich kan omkleden en van masker wisselen. Kan
skenè 63
na verloop van tijd ook decor gaan voorstellen.
De zijkant waarlangs het koor en acteurs opkwamen. Linkse
parodos 63 parodos: imaginaire ruimte buiten de stad. Rechtse parodos: stad
binnenkomen.
Uitdrukking nu: Plotse, onverwachte ontknoping die als het ware uit
deus ex machina 63 lucht komen gevallen. Toen: godelijke interventie waarbij de god uit
de lucht neerdaard in een 'machine'.
,prologos 67 Begin van de Griekse tragedie: een monoloog of dialoog.
Opkomst van een (nieuw) personage. Dialoog met het koor of met
episodion 67
een ander personage.
stasimon 67 Gezongen koorinterventie.
exodos 67 Laatste deel van de Griekse tragedie: uittredelied van het koor.
Nabootsing, weerspiegeling van de zintuigelijk waarneembare
mimesis 73
werkelijkheid in de kunst (literatuur).
hamartia 74 Fatale fout in het karakter van de protagonist.
anagnorisis 75 Personage komt tot een inzicht omtrent zijn sitautie.
HOORCOLLEGES
TERM P. BETEKENIS
desis (zie notities) De knoop, een conflict, probleem
lusis (zie notities) De ontknoping, die leidt tot ondergang of verzoening.
antagonist (zie notities) Tegenspeler
incipit (zie notities) Het begin van een tekst.
, HOOFDSTUK 2: Rome
HANDBOEK
TERMEN P. BETEKENIS
imitatio 99 Navolging van eerdere werken die men bewondert
aemulatio 99 Bedoeling om voorgaande werken te overtreffen
epigram 103 Zeer kort gedicht,met woordspeling of pointe.
Welsprekendheid, redenaarskunst: kunst van het spreken in het
retorica 119
openbaar.
inventio 120 Bedenken van argumenten
dispositio 120 Ordening van argumenten, opbouwen tot redevoering
elocutio 120 Verwoording, met stijlfiguren vertolken
memoria 120 Onthouden
actio 120 Voordracht, uitvoering
In late oudheid ontstaan. Woord is afgeleid van Latijnse 'caudex'
(=houtblok). Codex is een aan één zijde gebonden boek, dat stilaan de
boekrol gaat vervangen. Belangrijk voordeel: men kon er in bladeren.
codex 129 Bevat meestal meerdere handschriften. De drager is in middeleeuwen
bijna altijd perkament, dat het minder duurzame papyrus gaat
verdringen. Voor het eerst in 1ste eeuw n.C. . Christelijke teksten
doorgaans in codexvorm overgeleverd
HOORCOLLEGES
TERMEN
Tijd van ontspanning. Dichter streefde naar het 'otium': vrijheid van
otium 101
elke sociale of politieke verplichting, doen en laten wat je zelf wilde.
negotium 101 Tijd van werken