1.1 Internationale afhankelijkheden
- Zes redenen waaruit de Nederlandse internationale afhankelijkheid blijkt:
1. Steeds verdergaande integratie op Europees en mondiaal niveau.
2. Overdragen van nationale bevoegdheden aan supranationale instituties (Europese
Commissie, Europees Parlement).
3. Globalisering/mondialisering.
4. Toenemende verbondenheid van de economische markten.
5. Mondiale kapitaalbewegingen.
6. Processen van technologische vernieuwingen.
- Antiglobalisten: zij verzetten zich tegen een monoculturele wereld, waar handel en
multinationals culturele verscheidenheid hebben vervlakt ten gevolge van een uniformer
wordende consumptie en ondermijning van nationale regeringen ten gunste van een staat
die boven de staten staat.
- Andersglobalisten: deze beweging verzet zich tegen de huidige manier van globalisering.
Men uit kritiek op het gegeven dat vooral arme landen te weinig profiteren van de
globalisering.
- Multinationals of transnationale ondernemingen: internationale economische machtige
bedrijven met vestigingen over de hele wereld.
1.2 Belemmerende factoren voor internationale samenwerking
- Vijf factoren die internationale samenleving belemmeren:
1. Emotionele weerstanden tegen het opgeven van delen van nationale soevereiniteit.
2. Verzet van nationale regeringen tegen het uit handen geven van bevoegdheden aan
supranationale organen.
3. Gebrek aan vertrouwen tussen landen.
4. Verzet van de bevolking.
5. ‘prisoners dilemma’ of dilemma van collectieve actie: dit dilemma geeft een verklaring
waarom staten zo vaak de voorkeur geven aan hun eigen belangen en dan vooral bezien
op de korte termijn. Naar het gemeenschappelijke belang op de lange termijn wordt vaak
veel minder gekeken.
- Goede resultaten als landen gaan samenwerken:
1. Militaire veiligheid
2. Monetaire stabiliteit
3. Behoud van leefbaarheid in de wereld
2.1 1945-1989: beginnende Europese samenwerking
- EGKS: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (1951).
- Euratom: Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (1957).
- EEG: Europese Economische Gemeenschap (1957). Nu de EU. Had twee doelen:
1. Het instellen van een gemeenschappelijke markt.
2. De lidstaten moeten in alle economische sectoren tot een gemeenschap worden
geïntegreerd.
2.2 1980-heden: een nieuwe impuls met de Unie-gedachte
- Europese akte van 1986/1987: werd nadrukkelijk gesteld dat dat de betrekkingen tussen
lidstaten diende te worden omgevormd tot een Europese Unie.
- Het belangrijkste van het verdrag van Maastricht was de oprichting van de Europese Unie.
, - Europese Unie: overkoepelde organisatie boven de Europese Gemeenschappen, die in de EU
de eerste pijlers vormden. Daarnaast kwamen er nog twee pijlers: gemeenschappelijk
Buitenlands en Veiligheidsbeleid en Justitie en Binnenlandse Zaken.
- Vier taken die de EU erbij kreeg:
1. Samenwerking tot stand brengen op het terrein van binnenlands en justitieel beleid.
2. Vestiging van een economische en monetaire unie (EMU) tussen de lidstaten.
3. Uitvoeren van een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid en een gemeenschappelijk
buitenlandsbeleid.
4. Instelling van een Europees burgerschap.
- Intergouvernementeel: internationale samenwerking tussen soevereine lidstaten dragen.
- Supranationaal: economische samenwerking die ‘boven de staten stond’.
- ECB: Europese Centrale Bank
- WEU: West-Europese Unie
- Zes zaken die werden gewijzigd bij het Verdrag van Lissabon:
1. Een grotere rol voor het Europees Parlement dat door het verdrag veel meer te zeggen
heeft gekregen over de wetgeving, de begroting en de internationale overeenkomsten
van de EU.
2. Meer zeggenschap voor de nationale parlementen.
3. Doeltreffende en efficiënte besluitvorming.
4. Alle debatten en beraadslagingen van de Raad van Ministers over wetgeving worden
openbaar.
5. Er is een president van de Europese Raad.
6. Het EU-lidmaatschap kon vanaf nu worden opgezegd.
2.3 De bestuursstructuur van de Unie
Uitvoerende macht Wetgevende macht Rechterlijke macht
Raad van de Europese Unie Europees parlement Europees Hof
Europese Raad - -
Europese Commissie - -
- Raad van de Europese Unie (Raad van Ministers): belangrijkste beslissingsorgaan van de EU.
Beschikt over de uitvoerende en wetgevende bevoegdheid.
Neemt besluiten met:
1. Gewone meerderheid
2. Gekwalificeerde meerderheid
3. Eenparigheid van stemmen/unanimiteit
- Taken van de Europese Raad:
1. Oplossen van controversiële kwesties in de Raad van ministers.
2. Vaststellen van prioriteiten en algemene politieke beleidslijnen.
3. Impulsen geven aan de ontwikkeling van de Unie.
- Taken van de Europese Commissie:
1. Zij dient wetsvoorstellen in bij het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie.
2. Zij bereidt besluiten voor van de Raad van Ministers.
3. Zij ziet erop toe dat de wetgeving van de Unie door de lidstaten naar behoren wordt
uitgevoerd. Gebeurt dit onvoldoende, dan neemt de Commissie de nodige maatregelen
(boetes of Hof van Justitie).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper nienkevandelden1. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.