Samenvatting GS aantekeningen HS 1 + H 1 t/m 5
Basis van de 80-jarige oorlog:
De Nederlanden zijn in deze tijd een soort ‘provincie’ van Spanje.
Spanje heeft veel plekken een soort ‘heerser’ van Europa.
Spanje, Engeland en Frankrijk waren toen dé landen van Europa.
Wat belangrijk was voor vorsten in die tijd: goed trouwen (trouwpolitiek).
Meerdere vrouwen meerdere kinderen meerdere landjes. Dit is de
manier hoe Spanje zo groot is geworden.
Door feodalisme heeft Spanje niet zoveel te zeggen in de Nederlanden, want
hoe wel de koning in naam de baas is, hebben de leenmannen in feite meer
macht. Feodalisme is decentraal.
In de 16e eeuw was er opkomst van handel meer geld, steden konden beter
ontstaan, er was ‘onderwijs’ er was een mogelijkheid voor de koning om
zijn land te centraliseren.
Historische context 1.1:
De problemen die uiteindelijk de opstand NL-SP veroorzaakten:
1. Ruzie om het geloof bij de gewone bevolking
De organisatie van het christendom lag bij de Rooms-Katholieke Kerk in West-
Europa, in Rome.
Rond 1500 kwam er, vooral door priesters, kritiek op deze kerk.
Aflatenhandel: priesters gingen langs om mensen te overtuigen dat dierbaren
van deze aan het branden waren in de hel, maar als zij geld gaven konden
deze dierbaren gered worden en kwamen ze in de hemel. Dit werd gezien als
bedrog, de kern van het christendom (naastenliefde) werd hier gebruikt om
geld mee te verdienen.
Het ging niet meer om de werkelijke boodschap van het christendom, maar
om de welvaart.
Kritiek op Bijbel: geleerden zeggen dat er ‘nieuwe’ dingen in de Bijbel zitten
die fout gingen bij het vertalen van de Bijbel. Daarom moest de Bijbel weg.
Positie van de kerk: de kerk is nodig om een goed christelijk leven te hebben
kerk wordt een barrière tussen directie relatie van de mens en het
christendom.
Paus is onbijbels: de paus wordt de plaatsvervanger van God genoemd op
aarde. Maar, dit wordt nergens in de Bijbel vermeld. Wie zegt dat de paus zo
belangrijk is en deze positie mag aannemen?
Luther wil de kerk hervormen kerk reageert met dat Luthers ideeën
gevaarlijk zijn hij wordt verbannen van de kerk en vogelvrij verklaard =
iedereen mag Luther doden zonder dat hij/zij gestraft wordt Luther richt een
nieuwe kerk op: Protestantse kerk.
Nederland is voornamelijk Protestants, maar de vorst (SP) is katholiek. hij
wil alleen katholieken in zijn rijk. Karel V maakt de wet ‘bloedplakkaten’ die
een doodstraf inhoudt op het zijn van een protestant = een middel om
katholieke geloof af te dwingen in NL.
Lutherse kerk Calvinistische kerk
, ‘Tussenvorm’ protestants – katholiek Uiterst protestants
Lutherse kerk heeft ‘iets’ van praal, wat Calvinistische kerk is ‘saai’, witte muren,
schilderijen. preekstoel centraal.
Gedrag bepaalt of je naar de hemel Predestinatie: God weet bij de geboorte
gaat. al of je naar de hemel of hel gaat.
Soepeler als het gaat om volgen van de 100% letterlijk Bijbel aannemen
Bijbel. (bijvoorbeeld, zondag is altijd rustdag)
Droît divine: de koning is door God Koning is gen onschendbaar persoon,
aangesteld, je kan hier niet tegen als de koning fout zit mag die worden
ingaan. afgezet. (Koppeling 80-jarige oorlog:
Spaanse koning kan door Nederlandse
bevolking worden afgezet, omdat ze
Calvinistisch zijn).
Karel V ziet zichzelf als beschermheer van de katholieke kerk
bloedplakkaat centralisatie, eenheid geloof zorgt voor eenheid rijk waardoor
het makkelijker is om te besturen. Ook komt het bloedplakkaat uit de
overtuiging van Karel V dat iedereen katholiek moet worden.
In Duitsland (ook bezit Karel V) worden allemaal mensen Luthers Karel V
ziet dat veel mensen niet luisteren.
Nu staat hij voor twee keuzes: 1, hij maakt vrede met de lokale vorsten van
Duitsland. 2, hij maakt oorlog met Duitse vorsten. De tweede is echter
onmogelijk, omdat hij niet kan winnen.
In 1555 besluit hij vrede te sluiten met protestantse vorsten Augsburgs
religievrede. Hierin staat dat de lokale vorst van een gebied bepaald welk
geloof dat gebied aanneemt. Is een lokale vorst bijvoorbeeld protestants, dan
is zijn gebied dat ook. Karel V ziet dit als zo’n groot verlies, dat hij opstapt.
Zoon van Karel volgt hem op: Filips II. Hij is ook zeer religieus en vindt dan
ook de keuze van religievrede van zijn vader een grote fout, die hij nooit zelf
zal maken.
Wat doet Filips dan ook met protestants NL? Hij kiest voor optie 2, de
bevolking moet katholiek worden. De bevolking krijgt wetten opgelegd,
waaronder het bloedplakkaat. Een ‘publieke terechtstelling’ zodat men zag wat
de consequenties waren voor het protestants zijn en dus niet tegen het
katholieke geloof in gaat.
Bevolking is heel ontevreden, vooral Noord NL is getroffen door het
bloedplakkaat omdat zij protestants waren. Zuid NL was katholiek.
2. Centralisatie
Koning staat op afstand van het bestuur door het leenstelsel. Door de welvaart
en verbeteringen (bv. bevolking kan lezen en schrijven) in de 16 e eeuw is er
de mogelijkheid tot centralisatie bij de Spaanse koning collaterale raden.
3. Belastingen verhogen, die de koning mag heffen (dit geldt dus voor
iedereen).