Samenvatting aardrijkskunde Wonen in Nederland
Hoofdstuk 3 Leefbaarheid in stedelijke gebieden
Hoofdvraag: Hoe kun je de leefbaarheid van (woonwijken in) stedelijke gebieden
beïnvloeden?
§1 Wonen in een stedelijke omgeving
Deelvragen
1. Welke soort wijken hebben zich de afgelopen eeuwen in de stedelijke gebieden
gevormd?
2. Welke stedelijke processen liggen daaraan ten grondslag?
Een verstedelijkt land
Ruim 90% van de Nederlandse bevolking woont in een van de vele vooral middelgrote
steden of op het verstedelijkt platteland.
In de afgelopen decennia is het aandeel kleine
gemeenten sterk afgenomen, terwijl het
aandeel van de gemeenten met 20.000 tot
50.000 inwoners juist sterk is toegenomen.
De grote steden zijn in Nederland kleiner dan in
andere steden.
De centrale stad en het verstedelijkt platteland
eromheen noem je een stadsgewest. Deze liggen vooral ten zuiden van de lijn Haarlem-
Zwolle.
Samenhang binnen een stadsgewest
Stadsgewesten vormen vooral door twee soorten relaties een ruimtelijk samenhangend
geheel. Het gaat daarbij om de volgende relaties.
1. De woon-werkrelatie (forensen). Het stadsgewest is een soort regionale arbeidsmarkt
en woningmarkt.
2. Voorzieningen in de centrale stad. Het stadsgewest valt meestal grotendeels samen
met het verzorgingsgebied van die voorzieningen.
Model van de stad
De ligging van de diverse wijken kun je
weergeven met een model. Elke bouwperiode
zorgt voor een typische gebouwendichtheid en
stratenpatroon, inrichting en bewoners. Het
model is een vereenvoudigde afbeelding van de
werkelijkheid.
Historische binnenstad en stadscentrum
Historische binnensteden dateren uit de
middeleeuwen. Je ziet dat aan de ligging en aan
oude gebouwen. Die passen bij de vroegere
verdedigings- of handelsfunctie, of bij de
religieuze functie. De vroegere functie van
gebouwen is vaak veranderd. In de oude
binnenstad liggen naast horecazaken en winkels
tegelijkertijd woningen.
1
, De binnenstad is een vrij compact stadsdeel met smalle wegen in een fijnmazig netwerk. In
de 19e eeuw vond in de binnenstad verdichting plaats. Vanaf toen breidde de stad zich
buiten de muren verder uit.
Een historische binnenstad ontbreekt in sommige steden, bijvoorbeeld door
oorlogshandelingen of late stedelijke opkomst.
Alle steden hebben een centraal zakencentrum (cbd / central business district). In dit
centrale deel van de stad liggen winkelvoorzieningen en kantoren. Soms is de bouw van
cbd’s ten koste gegaan van historische gebouwen.
Negentiende-eeuwse arbeiders- en industriewijken
Tussen ongeveer 1870 en 1900 ontstonden tijdens de industriële ontwikkeling, vooral langs
spoorlijnen en waterwegen, arbeiders- en industriewijken met kleine slechte
arbeiderswoningen en fabrieken. Vaak in smalle straten met weinig groenvoorzieningen. Nu
zijn deze oude woningen meestal gerenoveerd of gesloopt.
Drents dorp (Eindhoven) is een voorbeeld van een oude arbeiderswijk, waar woningen wel
tuintjes hebben. Philips maakte de wijk daarmee aantrekkelijk als vestigingsplaats van grote
Drentse gezinnen.
Naast arbeiderswijken bouwden rijke industriëlen ook soms villa’s. Meestal in landschappelijk
aantrekkelijke stadsdelen waar meer groen te vinden is.
Vooroorlogse stadswijken 1900-1940
De overheid kreeg vanaf 1900 meer invloed op de woningbouw, bijvoorbeeld door de
Woningwet (1901). Woningen werden beter en wooncorporaties belangrijker.
Wooncorporaties zijn organisaties die de taak kregen betaalbare huurwoningen te bouwen,
te verhuren en te onderhouden.
Verder van het centrum werd (bij lagere grondprijzen) ruimer gebouwd. De ‘tuindorpen’ uit
deze periode hadden meer groen en woningen waren vaak groter en hadden meestal erkers
en glas-in-loodramen.
Langs de uitvalswegen van de centrale steden werden in de dertiger jaren van de vorige
eeuw ook grote huizen gebouwd, nu nog al eens in gebruik door advocaten, makelaars of
architecten.
Naoorlogse wijken
Talrijke factoren (waaronder oorlogsschade, geldgebrek, bevolkingsgroei) zorgden na de
Tweede Wereldoorlog voor woningnood. Huizenbouw was daarom snel en goedkoop. Naast
rijtjeshuizen stond hoogbouw centraal. Het was systeembouw van gehorige etage- of
portiekwoningen. De hoogbouw hield tot ver in de jaren zestig aan, al veranderden de flats
wel van vorm met meer groen ertussen. Het voorzieningenniveau was laag.
Vanaf de jaren zestig steeg het aantal koopwoningen, steeds meer aangepast aan
individuele wensen. Woonerven en bloemkoolwijken werden aangelegd. Dat zijn stadswijken
waar het wegenpatroon verder de wijk in steeds fijnmaziger wordt.
Verstedelijkt platteland
De suburbanisatie vanaf de jaren zestig was selectief; jonge rijkere gezinnen. Het platteland
rondom de centrale steden verstedelijkte daardoor snel.
De overheid wees groeikernen aan ter bescherming van landschap en dorpskarakters. Het
inwoneraantal van de groeikernen nam snel toe zoals in Purmerend, Capelle aan de IJssel,
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lnj4603. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,98. Je zit daarna nergens aan vast.