Verbintenissenrecht
Week 1
Verbintenis = Vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of meer bepaalde personen
waarbij de een tot een bepaalde prestatie is gerechtigd waartoe de ander verplicht is.
Recht tegenover een plicht Opeisbaar
Uitzondering Art. 6:3 BW (Natuurlijke verbintenis)
Natuurlijke verbintenis = niet-opeisbare verbintenis een vordering die verjaard is (verjaring
gemiddeld na vijf jaar)
Kale verplichtingen = kan je geen rechten aan ontlenen; geen verbintenis (publiekrecht) zit geen
vorderingsrecht van de ander bij (Niet door rood rijden; het is gewoon wat het is).
Totstandkoming overeenkomst:
Totstandkoming overeenkomst
Aanbod Aanvaarding
Verklaring Wil Verklaring Wil
Rechtshandeling
Art. 3:33 BW Wil + verklaring (Art. 3:35 BW: sprake van gerechtvaardigd vertrouwen?)
Art. 3:37 lid 3 BW Ontvangsttheorie De verklaring werkt vanaf het moment waarop zij degene
tot wie zij is gericht heeft bereikt.
Art. 3:37 lid 5 BW Nieuwe verklaring moet oude verklaring eerder bereiken. Bij mondelinge
verklaring is intrekking dus feitelijk onmogelijk.
Discrepantie wil en verklaring:
1. Wil en verklaring stemmen niet met elkaar overeen
- Inhoud van verklaring berust op verspreking
- Inhoud wordt onjuist overgebracht
- Inhoud van de verklaring wordt door partijen verkeerd opgevat (misverstand)
HR Bunde/Erckens Bij een misverstand is er geen overeenkomst tenzij een van de
partijen ervanuit mocht gaan dat zijn uitleg de juiste was.
- Verklaring richt zich op een verkeerd persoon
Rechtsgevolg Nietige rechtshandeling
Tenzij wederpartij een beroep kan doen op Art. 3:35 BW Gerechtvaardigd vertrouwen
2. Wil en verklaring stemmen op het moment van sluiten wel overeen, maar dat komt door een
geestelijke stoornis. (Art. 3:34 BW)
1
, - Verband tussen de stoornis en de verklaring
- Stoornis belette een redelijke waardering van de belangen of;
- De verklaring is onder invloed van de stoornis gedaan (nadeel dat te voorzien was)
Rechtsgevolg Rechtshandeling is vernietigbaar
Wilsvertrouwensleer
1. Schijn gewekt
2. Subjectief vertrouwen van de wederpartij
3. Objectief (gerechtvaardigd) vertrouwen
Bij twijfel of groot nadeel voor de ander onderzoeksplicht: anders niet te goeder trouw
(Art. 3:11 BW; geen beroep op Art 3:35 BW)
Soms geen beroep op 3:35 mogelijk:
- Niet te goeder trouw (Art. 3:11 BW)
HR Hazjani- van Woerden Werkgever wil contract beëindigen buitenlandse medewerker.
Werkgever zal zich er met redelijke zorgvuldigheid van moeten vergewissen of de
werknemer wel heeft begrepen dat er naar zijn instemming voor een beëindiging met
wederzijds goedvinden werd gevraagd.
- Een beroep op Art. 3:35 is in strijd met de redelijkheid en billijkheid:
Geestelijke stoornis + geen nadeel tegenover ernstige gevolgen
HR Westhoff – Spronsen De eisen van gerechtvaardigd vertrouwen kunnen met zich
meebrengen dat een onderzoeksplicht bestaat. Dit is het geval indien de eenzijdige
ontslagneming ingrijpende gevolgen met zich meebrengt voor de werknemer.
Totstandkoming overeenkomst
- Aanbod moet bepaalbaar zijn (Art. 6:227 BW)
Essentiële elementen waarbij ook de rol van de acceptant een rol speelt,
HR Hofland Hennis Uitnodiging tot onderhandeling (advertentie marktplaats)
Zoniet, onvolledig aanbod = uitnodiging tot het doen van een aanbod.
- Aanbod kan worden herroepen (Art. 6:219 BW)
Intrekken (Art. 3:37 lid 5 BW) verklaring trek je in waardoor er geen rechtshandeling tot
stand komt.
Is er wel een rechtshandling Kijken of deze herroepen kan worden (Art. 6:219 BW)
Volmacht: De bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander – de gevolmachtigde- om
in zijn naam rechtshandelingen te verrichten (Art. 3:60 lid 1 BW)
- Gevolmachtigde handelt in naam van principaal (volmachtgever)
- Wanneer handelt gevolmachtigde in naam van principaal of voor zichzelf:
HR Kribbebijtersarrest Het antwoord op de vraag of iemand jegens een ander bij het sluiten
van een overeenkomst in eigen naam (dat wil zeggen als wederpartij van die ander) is
opgetreden, hangt af van hetgeen hij en die ander daaromtrent jegens elkaar hebben verklaard
en over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden.
Handelen gevolmachtigde
Binnen grenzen van volmacht: principaal is gebonden en gevolmachtigde is geen partij bij
overeenkomst (Art. 3:66 lid 1 BW)
Buiten grenzen van volmacht (onbevoegde vertegenwoordiging):
- Er is geen volmacht
- Volmacht is beperkt en gevolmachtigde gaat buiten grens van bevoegdheid
Principaal is niet gebonden… tenzij:
2
, - Principaal zelf schijn heeft gewekt bij wederpartij dat gevolmachtigde bevoegd was namens
hem rechtshandelingen te verrichten (Art. 3:61 lid 2 BW) opgewekt vertrouwen en
toedoen
- Bekrachtiging van onbevoegde rechtshandeling door principaal (Art. 3:69 BW)
Onbevoegde vertegenwoordiging
Aanspraken in geval van onbevoegdheid (Art. 3:70 BW)
- Handelende staat in voor volmacht
Tenzij wederpartij wist of hoorde te weten dat volmacht ontoereikend was.
Schadevergoeding: vergoeding positief belang
Toestand die er bij bevoegdheid geweest zou zijn, dus ook eventueel voordeel.
Week 2
Aantasting van de overeenkomst:
1. Discrepantie tussen wil en verklaring
o Verspreking, vergissing, misverstand, onjuist overbrengen Art. 3:33 BW Nietig
o Geestelijke stoornis Art. 3:34 BW Vernietigbaar
Tenzij: Art. 3:35 BW (denk ook aan 3:11) Gerechtvaardigd vertrouwen
2. Handelingsonbekwaamheid Vernietigen rechtshandeling op grond van Art. 3:32 BW jo.
1:234/1:381 BW
o Minderjarigen (Art. 1:234 BW): Rechtshandeling is vernietigbaar, tenzij:
toestemming; als het een in het maatschappelijk verkeer gebruikelijke
rechtshandeling betreft.
o Meerderjarigen die onder curatele zijn gesteld (Art. 1:381 BW) door rechter
Geen gerechtvaardigd vertrouwen (Art. 3:35 BW)
Gevolg: rechtshandeling is vernietigbaar; eenzijdige rechtshandeling is nietig.
3. Wilsgebreken = de wil stemt overeen met de verklaring, maar is ondeugdelijk gevormd.
Rechtshandeling is vernietigbaar
o Bedreiging (Art. 3:44 lid 2 BW)
Rv 1) Bedreiging (nadeel in persoon of goed)
Rv 2) Objectief; de bedreiging moet een redelijk oordelend mens kunnen
beïnvloeden.
Rv 3) Onrechtmatig
Rv 4) Causaal verband tussen bedreiging en het verrichten van de rechtshandeling
o Bedrog (Art. 3:44 lid 3 BW)
Rv 1) Kunstgreep
a) Opzettelijk gedane onjuiste mededeling
b) Opzettelijke verzwijging
c) Andere kunstgreep
Rv 2) Opzet om de ander door dit misleidend gedrag tot het verrichten van de
rechtshandeling te bewegen.
Rv 3) Causaal verband tussen de kunstgreep en het verrichten van de
rechtshandeling
o Misbruik van omstandigheden (3:44 lid 4 BW)
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper kgerritsen712. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.