Alle hoorcolleges (1-12) van blok C/D Levensfasen uitgebreid uitgewerkt inclusief eventuele foto's en kennisclips. Goede voorbereiding voor de kennistoets waarmee ik mijn tentamen in 1 keer heb gehaald!
Het groeihormoon zorgt ervoor dat er groei optreedt in het lichaam. het groeihormoon wordt je hele leven
geproduceerd, alleen tijdens de groeifases is er meer aanmaak. De hypothalamus bewaakt hoeveel
groeihormoon er wordt afgegeven in je lichaam.
De hypofyse is een klein orgaan waar dit hormoon wordt afgegeven.
Voordat dit gebeurd moet er eerst een seintje worden gegeven naar
de hypofyse. Dit wordt gedaan door het GH-RH. Het GH-releasing
hormoon stimuleert afgifte van GH (=groeihormoon). De GH-IH is het
tegenovergestelde hiervan en remt de afgifte van GH (= GH-inhibiting
hormoon).
Als het groeihormoon is gestimuleerd, dan komt het in het bloed
vanwaar het in alle delen van het lichaam afgegeven kan worden. Het
zorgt voor de groei van heel veel cellen en de opbouw van je lichaam
(anabool), zoals bijvoorbeeld botten. Daarnaast stimuleert het nog
meer processen zoals bijvoorbeeld de productie van eiwitten. Het
heeft ook nog invloed bij de lever. De lever geeft somatomedine af (=
insuline-like growth factor/somatomedine) dat ook zorgt voor extra
skeletgroei.
Op het moment dat iemand te weinig van het groeihormoon heeft in de groeifase, dan blijf je dus kleiner. De
verhoudingen van het lichaam en de intelligentie blijven wel gelijk. Met teveel van dit hormoon krijg je juist
reuze-groei. Als er teveel groeihormoon aanwezig is als je al bent uitgegroeid, dan kan het zo zijn dat je
zwaardere botten krijgt, of bijvoorbeeld dikkere handen.
Het schildklierhormoon heeft invloed op de groei van het skelet
en de (cel)stofwisseling in je lichaam. Dit zorgt er bijvoorbeeld
voor dat je lichaam goed op temperatuur blijft. Het
groeihormoon wordt direct door de hypofyse aan het bloed
afgegeven, maar bij het schildklierhormoon is er een extra stap.
De eerste stap is de hypothalamus die de hypofyse stimuleert via
het TRH (= thyreotropine-releasing hormoon). Vervolgens wordt
de schildklier gestimuleerd, dat is de TSH (= thyroïd stimulerend
hormoon). Als je teveel van dit hormoon hebt dan kan het zijn
dat je juist heel veel cel metabolisme hebt en daardoor veel
honger hebt, en het heel warm hebt. Wat je hier ziet gebeuren is
een negatieve terugkoppeling. Als er veel van het
schildklierhormoon geproduceert wordt, dan remt het zijn eigen
productie weer.
Het kan zo zijn dat er te weinig jodium is om het hormoon te produceren. Als het hormoon vrijkomt, dan
bevat het jodium. Als er te weinig jodium is, dan wordt er geen of te weinig schildklierhormoon aangemaakt.
Jodium krijg je binnen door voedsel. Als je een gebrek hebt aan jodium, dan valt de negatieve terugkoppeling
2
, weg, wat als gevolg heeft dat de schildklier meer gestimuleerd wordt: niet alleen qua hormonen, maar ook
door groei. Hierdoor kan de schildklier groter worden. Als je een tekort hebt van het schildklierhormoon dan
groei je minder hard, maar je hersenontwikkeling wordt ook minder waardoor er verstandelijke beperking
kan optreden.
Er zijn ook hormonen die een rol spelen bij de calciumhomeostase. De calciumconcentratie in het bloed
neemt toe onder invloed van het parathormoon, welke wordt afgegeven door de bijschildklier. Het
parathormoon zorgt ervoor dat het calcium uit het bloed wordt gehaald. Dit wordt gedaan omdat calcium
naast versteviging van het bot, ook nodig is
voor bijvoorbeeld spiercontractie en de
werking van het hart. Als er een tekort is aan
calcium kan het dus tijdelijk gehaald worden
uit het bot. Het zorgt er ook voor dat er
minder calcium het lichaam verlaat via de
nieren en dat vitamine D een actieve vorm
krijgt. Dit zorgt ervoor dat er voldoende
calcium vanuit de darmen opgenomen wordt.
Calcitonine zorgt er juist voor dat calcium
weer in je botten opgeslagen wordt. Hierdoor
is er een afname van het Ca2+ gehalte in je
bloed.
Geslachtshormonen zorgen ervoor dat de secundaire geslachtskenmerken zich verder ontwikkelen en dat
vrouwen bijvoorbeeld bredere heupen krijgen, en mannen bredere schouders. Ze hebben ook invloed op de
groei.
a) Oestrogenen en progesteron bij de vrouw. Dit hormoon neemt heel sterk af tussen het 35ste en 50ste
levensjaar. Een bijkomend nadeel hiervan is dat de botten dan ook minder sterk worden. Vanaf
boven de 50 is het risico op botbreuken bij vrouwen groter (ook bij mannen).
b) Testosteron bij de man.
DNA dat in de celkern staat kan beschadigd raken waardoor je het minder goed kan aflezen. In alle cellen
heb je dat nodig om bijvoorbeeld enzymen te produceren. Het DNA wordt afgelezen en terugvertaald in de
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Christienotc. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.