Samenvatting - werken met ontwikkelingsleeftijden
Inleiding
Begeleiden is veranderd naar ondersteunen. We willen mensen niet betuttelen of aansturen,
maar ondersteunen in hun deelname aan de maatschappij. Bij mensen met een
verstandelijke beperking doe je vaak een stapje terug, zo ervaren zij meer regie; dit is
belangrijk voor opbouwen van zelfvertrouwen. Wanneer ze om hulp vragen doe je een
stapje bij. Een voortdurend proces van afstemmen en bijsturen.
Een te moeilijke opdracht, in het diepe gegooit worden, kan je onzeker maken of juist trots
wanneer het je toch lukt. Ook hier moet je continue afstemmen met mensen met een
beperking tussen uitdagen en overvragen.
Professionals gebruiken hierbij niveau denken; het toekennen van ontwikkelingsniveau helpt
bij afstemmen cliënt, een handvat om in te schatten hoe de cliënt naar de wereld kijkt. Het
helpt gedrag beter te begrijpen, beter te plaatsen en aan te sluiten.
Kwaliteit van leven (komt later nog?
Spelregels niveau denken
1. Niveau Denken is een instrument uit een volle koffer. Het is 1 manier om te kijken
naar iemand maar vergeet eigen persoonlijkheid, temperament, voorkeuren en
levensgeschiedenis niet. Mensen met verstandelijke beperking (vanaf nu VB) kunnen
ook nog ADHD of autisme erbij hebben, dus meerdere invalshoeken hanteren
2. Het niveau denken is een middel om een doel te bereiken, geen doel op
zichzelf. Om mensen te kunnen begrijpen, vergelijken wij hun belevingswereld (niet
hun als persoon) met die van kinderen, maar dit is geen excuus om minder respect
te tonen voor hun als persoon, juist een middel om dat respect wel te kunnen uiten
3. Gebruik je kennis van de ontwikkelingspsychologie niet om zelf een
inschatting te maken van het ontwikkelingsniveau van de cliënt, maar juist om
handelen verder af te stemmen op de beeldvorming zoals die er al ligt. Er zijn
testen om achter de ontwikkelingsleeftijd te komen, hier is dit boek niet voor.
4. Spreek mensen altijd aan op een volwaardige, volwassen toon.
5. Niveau denken is bedoeld om mensen in staat te stellen het beste uit zichzelf te
halen, niet om ze klein te houden. Groei en ontwikkeling helpen bij gevoel van
welbevinden. Als we goed aansluiten bij de mogelijkheden van een persoon, dan
ontstaan de optimale omstandigheden voor groei en ontwikkeling. De cliënt krijgt de
kans om succeservaringen op te doen, de kans om regie te pakken en daarmee te
groeien als mens.
Hoofdstuk 1 De ontwikkelingsbenadering
1.1 Ontwikkeling
Ontwikkeling kan worden omschreven als systematische en blijvende verandering binnen
het individu die optreden tussen het verwerkt worden en overlijden. Biologisch rijpen de
hersenen bij kinderen maar daarnaast ontwikkel je ook door leren. Ontwikkeling verloopt bij
iedereen anders door de wisselwerking tussen aanleg, persoonlijkheid en omgeving.
Bij gebruik van ontwikkelingsleeftijden gaan we ervan uit dat de ontwikkeling in dezelfde lijn
verloopt alleen langzamer en ze kennen eerder een plafond.
, 1.2 Verstandelijke ontwikkeling
Gaat over ontwikkeling van het denken. Waarnemen, geheugen, aandacht, begripsvorming,
taal en abstractie horen hierbij.
1.2.1 de sensomotorische periode (0-2 jaar)
Motorische reacties op zintuiglijke (sensorische) prikkels staan hier centraal. Denken is nog
gelijk aan doen. Vooral sprake van reflexmatige activiteit, oftewel grijpen is begrijpen
1.2.2 de pre-operationele periode (2-7 jaar)
Denken is statisch. Kind kan maar vanuit 1 invalshoek naar probleem kijken. Aspecten die
niks met elkaar te maken hebben lijken verbonden en oorzaak-gevolg worden niet zo
herkend. Halen fantasie en realiteit door elkaar. Egocentrisme( denken vanuit eigen
perspectief) is kenmerkend.
1.2.3 De concreet operationele periode (7 tot 11 jaar)
In staat logisch te denken, wel vanuit de eigen concrete ervaring. Op basis van logica
kunnen ze voorspellen en reversibiliteit (omgekeerde volgorde) uitvoeren; hierdoor kunnen
ze zien dat situaties anders hadden kunnen verlopen als je anders had gehandeld.
1.2.4 De formeel operationele periode (11 jaar en ouder)
abstract logisch denken komt tot ontwikkeling; kan nagedacht worden over abstracte
situaties of problemen, belangstelling komen voor filosofische, sociale en morele problemen.
Bij elk kind verloopt de stadia gelijk, de snelheid is afhankelijk van de aanleg en omgeving
van kind. Verschillende leeftijdsgrenzen zijn indicatie
1.3 Verstandelijke ontwikkeling bij mensen met VB
Mensen met VB doorlopen dezelfde fase maar ze duren langer en stoppen eerder.