In dit document zijn alle hoorcolleges van het vak KT1601 uitgewerkt. Naast aantekeningen bevat dit document nuttige afbeeldingen die nodig zouden zijn om de stof te begrijpen.
Functioneel syncytium: hartspiercellen zijn mechanisch, chemisch en elektrisch gekoppeld, waardoor
stimulatie van één cel zorgt voor contractie van alle cellen.
Componenten van een intercalated disc:
× Fascia adherens: dwarse verbinding in de transversale component
× Maculae adherens: verbinding tussen cellen in transversale en laterale component
× Gap junction: verbinding voor ionen en elektrolyten in de laterale component
× Bestaat uit connexines (kanaaltjes van eiwitten) die open en dicht kunnen
Mechanische geleiding: SA-knoop ® AV-knoop ® Bundel van His ® rechter- en linkerbundeltak ®
Purkinjevezels.
Geleidingssysteemcellen zijn cardiomyocyten met zenuwen eromheen.
De SA-knoop (sinoatriale knoop, sinusknoop) heeft na activatie geen plateaufase, waardoor deze
binnen korte tijd nieuwe actiepotentialen op kan wekken (pacemakerfunctie, 60-80/min). De SA-
knoop bevindt zich tussen het rechterhartoor en de vena cava superior.
De AV-knoop (atrioventriculaire knoop) heeft na activatie ook geen plateaufase, waardoor deze de
pacemakerfunctie kan overnemen bij een defect in de SA-knoop (30-40/min). De AV-knoop bevindt
zich in de driehoek van Koch in het rechteratrium.
De bundel van His (AV-branch of common branch) ligt in de annulus fibrosus, die een elektrische
barrière vormt tussen de atria en ventrikels.
Purkinjevezels kunnen ook actiepotentialen opwekken (15-30/min).
ECG informatie:
× P-top: atriale contractie na activatie SA-knoop
× Elektrische stilte: vertraging in de AV-knoop (100-120 ms)
× Deltagolf: geen elektrische stilte als gevolg van een opening in de annulus fibrosus
× QRS-complex: ventrikelcontractie (en niet-zichtbare repolarisatie van de atria)
× T-top: repolarisatie ventrikels
2
,Samenvatting Cardiovasculair en Respiratoir systeem & Biomedische instrumentatie 1 Emma Hemels Buijsman
Hoorcollege 3: Anatomie hart - Mechanisch
Hartoppervlakken:
× Anterior (sternocostaal): vooral rechterventrikel
× Inferior (diafragmatisch): vooral linkerventrikel, gedeeltelijk rechterventrikel
× Rechts pulmonaal: vooral rechteratrium
× Links pulmonaal: vooral linkerventrikel
× Dorsaal: linkeratrium en linkerventrikel
Het rechteratrium bevat mm. pectinati en crista terminalis (grens tussen het hartoor en het atrium,
heet aan de buitenkant sulcus terminalis). De sinus venosus van het rechteratrium is gladwandig en
het hartoor heeft de vorm van een driehoek met een wijde opening naar het rechteratrium.
Het linkeratrium heeft een gladwandige achterkant en een tubulair en opgekruld hartoor met een
nauwe opening naar het linkeratrium.
In het interatriale septum bevindt zich de fossa ovalis, het residu van het foramen ovale. Deze is te
zien vanaf het rechteratrium.
De rechterventrikel bevat drie papillairspieren en een musculeus infuncibulum: een scheiding tussen
de bindweefselstukken van de tricuspidalisklep en de pulmonale klep. De wand van het
rechterventrikel is grof getrabeculariseerd. Onderin de rechterventrikel loopt de moderator band of
trabecula septomarginalis, een spierbalk.
De linkerventrikel bevat twee papillairspieren en de bindweefselstukken van de mitralisklep en
aortaklep zijn continu. Het septumoppervlak is glad en er is een fijne trabecularisatie. De
linkerventrikel heeft in een niet-pathologisch hart een dikkere wand, maar dit is geen kenmerk.
De apex van het hart bevindt zich achter de vierde of vijfde intercostaalruimte.
Functies hartskelet/annulus fibrosus:
× Houvast voor de kleppen
× Houvast voor het myocard
× Elektrische isolatie
× Opening AV-knoop en semilunaire kleppen en preventie overrekking
Hartkleppen:
× Tricuspidalis: drie klepbladen open bij diastole
× Pulmonalis: drie klepbladen, semilunair open bij systole
× Mitralis: twee klepbladen open bij diastole
× Aorta: drie klepbladen, semilunair open bij systole
De linker coronairarterie bestaat uit een hoofdstam, die splitst in de left anterior descendens (LAD)/
ramus descendens anterior/ramus interventricularis anterior en de ramus circumflexus (RCx).
3
, Samenvatting Cardiovasculair en Respiratoir systeem & Biomedische instrumentatie 1 Emma Hemels Buijsman
De rechter coronairarterie bestaat uit een tak naar de SA-knoop (ramus marginalis, 60% van de
mensen) en een tak naar de AV-knoop (80% van de mensen).
De ramus descendens posterior (RDP) is een vertakking van de dominante coronairarterie. In 67%
van de gevallen is dit door de RCA, in 15% door de RCx en in 18% door beide coronairarteriën.
Coronairarteriën worden met name tijdens de diastole gevuld, omdat ze tijdens de systole voor een
deel dichtgedrukt worden en niet kunnen vullen.
Hoorcollege 4: Actiepotentialen
Dynamiek van de membraanpotentiaal wordt veroorzaakt door natrium, kalium en calcium. Chloor
zit in de cellen, maar draagt in de hartcellen niet bij aan de dynamiek van de membraanpotentiaal.
Buiten de cel in rust (diastole): Binnen de cel in rust (diastole):
× 4 mM K+ × 150 mM K+
× 140 mM Na+ × 10 mM Na+
× 1 mM Ca2+ × 0 mM Ca2+
× 120 mM Cl- × 30 mM Cl-
Het intracellulaire milieu is negatief, door de negatief geladen eiwitten in de celmembraan.
Kaliumkanalen staan in rust open. Kalium stroomt niet naar buiten door het negatieve milieu van de
celmembraan. Natriumkanalen zijn in rust dicht, net als calciumkanalen.
De evenwichtspotentialen van de verschillende ionen kan bepaald worden met de
nernstvergelijking. De netto in- en efflux is hierbij 0.
EK = -61 log [K+]i/[K+]o = -96 mV
ENa = -61 log [Na+]i/[Na+]o = +52 mV
ECa = -30,5 log [Ca2+]i/[Ca2+]o = +134 mV
De membraanpotentiaal kan met de evenwichtspotentialen en relatieve geleidbaarheden (g’X)
berekend worden. Hierbij geeft een waarde van 1 aan dat het ionkanaal open is en een 0 dat het
ionkanaal dicht is.
Effectieve refractaire periode (ERP): er kan geen nieuwe
actiepotentiaal opgewekt worden (fase 0, 1 en 2)
Relatieve refractaire periode (RRP): een aantal Na+-kanalen
zijn weer in rust en er kan dus een nieuwe actiepotentiaal
opgewekt worden (fase 3 ongeveer)
Tijdens fase 3 zorgt een exchanger dat er 3 Na+ in en Figuur 1: Membraanpotentiaal en ionstromen
2 Ca2+ uit de cel gaan door een exchanger, waar geen
ATP voor nodig is. Daarnaast zijn er ATP-afhankelijke pompen, die Ca2+ naar buiten pompen en 3 Na+
(uit) voor 2 K+ (in) pompen.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ehemelsbuijsman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.