100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Het nieuwe produktiehandboek voor de grafische industrie, ISBN: 9789057648618 Het nieuwe productiehandboek €6,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Het nieuwe produktiehandboek voor de grafische industrie, ISBN: 9789057648618 Het nieuwe productiehandboek

 0 keer verkocht

Volledige samenvatting van de eerste drie hoofdstukken.

Voorbeeld 3 van de 20  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1 t/m 3
  • 22 maart 2021
  • 20
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
marjoleinstunnenberg
Historisch perspectief
Drukken begon in de 6e eeuw in China. Hier werd toen gedrukt met houtblokken. De woorden en
afbeeldingen werden in hout gesneden. Het oudst bekende, gedrukte boek ter wereld ( De
diamanten sutra ) werd gemaakt in 868 na Chr. en werd gedrukt met houtblokken.

In de 11e eeuw begon Pin Sheng met drukken van individuele karakters van gehard klei.

Rond de 13e eeuw kwam in het verre oosten ( China, Korea, Japan ) het drukken met metalen zetsel i
zwang. De ontwikkeling bleef echter achter omdat het ongeschikt was voor de gangbare
ideografische karakters.

Johannes Gutenberg

Johannes Gutenberg introduceerde variabel zetsel. Hij vond een mal uit die losse letters kon
bevatten. In 1444 installeerde hij een pers in Mainz en begon te werken aan de Gutenbergbijbel.
Deze werd gepubliceerd in 1456. De drukpers verspreidde zich snel over heel Europa en dook in 1476
op in Engeland. Hier begon William Caxton met drukken. In 1683 bracht Stephen Daye de drukpers
naar Amerika. In diverse landen werden lettertypes ontworpen waarvan we er vandaag de dag nog
steeds een aantal gebruiken.




Variabel zetsel:
Met de variabel zetsel kon men eerst de tekst lezen en corrigeren voor hij werd afgedrukt. Elke
letter werd gesneden op een stalen stempel waarvan een mal (matrijs) werd gemaakt uit zachter
metaal. Vervolgens werd hier gesmolten lood gemengd met tin en antimoon in gegoten om de letter
te vormen. De letters werden op een lijn geschikt tot een pagina en na het drukken werden de
pagina’s weer uit elkaar gehaald zodat de letters opnieuw konden worden gebruikt.

De eerste 200 jaar werden inktrollen gebruikt die waren gemaakt van schapenvacht. Daarna werd dit
basisontwerp verbeterd en de inktkussen werden vervangen door rollers.

Graaf van Stanhope
De volgende ontwikkeling was de ijzeren drukpers. Deze had een hevelsysteem in plaats van een
schroef. De Graaf bouwde de eerste in 1800.

George Clymer:
Ontwikkelde de pers van de graaf. Zijn Columbian-drukpers makkelijker in gebruik was. Hier bestaan
nog steeds veel exemplaren van

Friedrich Koenig:
De ontwikkeling ging hierna snel. In 1814 werd de Times gedrukt op een cilinderpers op stoomkracht.
Deze is ontworpen door Friedrich.

,William Bullock:
De eerste rotatiepers (drukt van een rol papier) werd in 1865 in Amerika geïntroduceerd door
William. Deze werd met een voetpedaal bediend en voor klein drukwerk gebruikt.

Ottmar Mergenthalers:
Tot het eind van de 19e eeuw werd de groei van het drukproces beperkt door de traagheid en dus de
kosten van het zetten met de hand. (1 zetter kon ongeveer 1000 karakters per uur zetten). Hierdoor
waren er veel zetter nodig om aan de wensen van uitgevers te voldoen. Ottmar losten dit probleem
op met zijn uitvinding van de linotype-machine. In 1886 werd deze geinstalleerd bij de New York
Herald Tribune.

Tolbert Lanston:
Vond in 1890 de monotype-machine uit. Met de monotype-machine konden correcties met de hand
worden uitgevoerd terwijl bij de linotype-machine de hele zin overnieuw moest worden getypt.

Beide typemachines werden tot in 1980 commercieel gebruikt, voordat fotozetten en vervolgens
digitaal zetten de norm werden.

Illustraties werden gedrukt van houtblokken en etsen tot Alois in 1796 in Duitsland het lithografische
drukproces uitvond. Tekeningen werden gemaakt op steen op een glad oppervlak. De afbeelding
werd afgedrukt door de afstoting van olie en water. In 1904 werd dit geïntroduceerd voor papier.
(Eerst werd dit alleen gebruikt voor drukken op blik.) Offset druk werd halverwege de 20 e eeuw
standaard. De fotogravure procedure werd laat in de 19 e eeuw ontwikkeld.

Fotografisch lijncliché
Werd in 1850 in Frankrijk uitgevonden en rasteren ontstond in 1891. (Een foto werd voor het
drukken in puntjes opgebroken). Dit leidde weer tot vierkleurendruk. Hierbij worden kleuren
opgebouwd uit de kleuren cyaan, geel, magenta en zwart.

In de eerste helft van de 20e eeuw werd een begin gemaakt aan de automatisering. Snij- en
vouwmachines en automatisch bindapparatuur werden geleidelijk ingevoerd.

In 1944 begon Monotype Corporation met het fotozetsel. (Fototypografie). In 1945 werd de
intertype photosetter geïntroduceerd. Fotozetten werd pas commercieel benut vanaf 1960. Naast de
monophoto waren er machines die een stuk sneller waren als hun tegenhangers die met metaal
werkten. Hierdoor waren de kilo’s zetsels overbodig. (De Linotype VIP, de linofilm en de
compugraphic).

Bij het fotozetten werd een opmaakprogramma geïntroduceerd wat eind jaren 80 begin jaren 90
leidde dit top DTP (desktoppublishing). Voor fotozetten was het handig dat de eerste simpele
computers konden omgaan met de eisen voor ruimteverdeling en opmaak. De meeste fotomachines
functioneerde zelfstandig en werden gevoed met papieren tape of floppy’s. Hiervoor werden teksten
2 keer getypte, 1 keer door de oorspronkelijke auteur en 1 keer door de degene die de tekst in de
machine moet zetten. Hierdoor moest alles zorgvuldig worden gecontroleerd. In dit stadium
ontstond het idee van enkele toetsaanslag.

, Enkele aanslag:
Hierbij konden auteurs gemakkelijk tekstverwerkers gebruiken en floppy’s aanleverden in plaats van
getypte manuscripten.

Rotatieoffsetpersen:
Dankzij fotozetten werd offsetdruk ook de belangrijkste druktechniek, dit ging ten koste van
hoogdruk. Offsetpersen werden sneller en veelzijdiger. Rotatieoffsetpersen (drukken van rollen in
plaats van vellen papier) werden gebruikt voor grote oplagen zoals voor tijdschriften en kranten. De
rotatiepers kon wel 50.000 afdrukken per uur maken. Vellenmachine konden er maar 15.000.

Hoogdruk:
Is de overkoepelende naam van een aantal grafische technieken. Hoogdruk kenmerkt zich doordat
de drukinkt zich voor het afdrukken op de verhoogde gedeelten van de drukvorm bevindt.
Voorbeelden zijn de stempel, houtgravure, houtsnede, linosnede en de kartondruk, boekdruk en
flexografie.

Offsetdruk
Is een manier van de meest gebruikte druktechnieken. De techniek is familie van de vlakdruk. Veel
handelsdrukwerk, kranten en tijdschriften worden met offset gedrukt.

Vlakdruk
Is een grafische techniek.
Deze techniek kenmerkt zich door een beeldoverbrenger (steen of drukplaat en rubber) waarvan het
geïnkte deel niet in hoogte verschilt van het niet-geïnkte deel. Vlakdruk werkt op het principe dat
water (onbedrukt deel) en vet (inkt; bedrukt deel) elkaar afstoten.
Tot de vlakdruk wordt de lithografie (steendruk) en de offsetdruk gerekend.

Er werden nieuwe technieken ontwikkeld voor kleurscheiding en paginaopmaak van film. In de jaren
60 werd de elektronische kleurscanner ontwikkeld. Hiermee waren hogesnelheidsscans van dia’s en
artwork mogelijk, waarbij in een paar minuten gescheiden vierkleurenfilms werden geproduceerd die
voorheen met een gewone fotocamera enkele uren kostten. De kwaliteit van illustraties ging vooruit
door het elektronische airbrushen en kleurcorrectietechnieken. Met fijne FM-rasters is een enorme
verbetering in kleurreproductie mogelijk geworden.

In de jaren 80 en 90 ontstond de volgende belangrijke ontwikkeling, namelijk de introductie van de
PC. (Windows en Mac). In de laatste jaren zijn we DTP gaan gebruiken voor professionele opmaak en
drukwerk. De twee belangrijkste programma’s waren QuarkXpress en Pagemaker (de voorloper van
indesign). Ze werden alleen gebruikt voor tekst. Het Quark of Pagemaker bestand ging naar de
drukker of prepressbedrijf waar het met een fotozetmachine op film werd overgezet. Van de film
werd een lithografische plaat gemaakt. Vanaf het begin van deze eeuw werd het meeste drukwerk
met CTP geproduceerd. (computer to plate). Hierbij werd film en de bijbehorende dure opslag
overbodig.

Nieuwe versies voor bewerken en maken:
Indesign, Fireworks en bijvoorbeeld Acrobat.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marjoleinstunnenberg. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73096 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd