100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Medische kennis 1.4B Medicijnleer €6,09   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Medische kennis 1.4B Medicijnleer

1 beoordeling
 43 keer bekeken  7 keer verkocht

Dit document is geschikt voor 1e jaar Verpleegkunde aan de HvA (HBO). Dit document bevat 25 pagina´s en is een complete samenvatting van de toetsstof voor het vak MK1.4b Medicijnleer (boek Anatomie en Fysiologie en Farmacologie). Het bevat de stof uit de boeken samengevat, informatie uit de colleg...

[Meer zien]

Voorbeeld 3 van de 25  pagina's

  • 26 maart 2021
  • 25
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: ranyagleria • 3 jaar geleden

avatar-seller
julia11
Voorbereidingopgave College 1
1. Wat wordt bedoeld met de term medicatieveiligheid?
Het zo min mogelijk fouten maken op het gebied van medicatie in de zorg.

2. Wat wordt bedoeld met het ‘werken aan medicatieveiligheid’ en wat is het doel hiervan?
Daarmee wordt bedoeld dat de medicatieveiligheid vergroot moet worden. Het doel hiervan is om
minder fouten te krijgen en daardoor minder ziekenhuisopnames, gevolgen en doden.

3. Wat zijn risicofactoren voor verkeerd
medicijngebruik?
De risicofactoren zijn bijvoorbeeld dat een
medicijn met een ander medicijn gaat reageren.
Sommige medicijnen kan je namelijk niet
tegelijkertijd voorschrijven. Voor ouderen zijn er
nog de volgende weergeven in de afbeelding
hiernaast. De meest risiovolle medicatiegroepen
zijn antidiabetica, antistolling, NSAID´s en
cardiovaculaire geneesmiddelen.

4. Wat voor soort fouten worden er gemaakt en door wie?
Er worden vele fouten gemaakt. Denk aan bij het uitreiken van de informatie. Een rekenfoutje bij het
klaarmaken van het medicijn. De dokter die het verkeerde medicijn voorschrijft. Een onduidelijk
handschrift of de apotheker die iets door de war haalt.

5. Hoe is dat te voorkomen?
Dat kan op meerdere manieren voorkomen worden. Bijvoorbeeld door het door iemand te laten
controleren en gebruik te maken van het farmacologisch compas.

6. Wat wordt bedoeld met polyfarmacie? Bij welke groep patiënten zien we veel
polyfarmacie?
Het gebruik van 5 of meerdere medicijnen. Ouderen. Risicofactoren zijn bijvoorbeeld meerdere
aandoeningen, veranderde/verminderde nierfunctie, hoog en complex medicatiegebruik en het niet
afstemmen van medicijnen door diverse specialisaties.

7. Wat zijn risico’s van polyfarmacie?
Interactie tussen medicijnen.




1

,Leerdoelen; college 1
Medicijnleer/farmacologie is de wetenschap van de aard en eigenschappen van het geneesmiddel,
in het bijzonder de werking of de effecten ervan.
1. De plaats van het geneesmiddel binnen de patiëntenzorg benoemen;
Doel van medicijnen;
Causaal (doel aanpakkend) Antibiotica
Preventief Antitrombotica
Symptomatisch NSAID
Palliatief Opiodion
Diagnostisch Contrastvloeistof
Substitutie Insuline

2. Het belang van goed geneesmiddelgebruik toelichten: receptuur lezen en informatie
opzoeken in het farmacotherapeutisch kompas;
Het belang hiervan is om op deze manier fouten te voorkomen. Door het opzoeken hiervan
weet de verpleegkundige wat het medicijn inhoud, de bijwerkingen etc.

3. Het verschil uitleggen tussen stofnamen en merknamen van geneesmiddelen;
Stofnaam van een medicijn is de generieke naam. Dit verwijst naar het werkzame bestanddeel
in het middel.

De merknaam wordt door de fabrikant toegekend aan het geneesmiddel. Staat ook vaak een R
of een C achter als er patent op staan.
Voorbeeld;
Stofnaam; Cotrimoxazol Merknaam; Bactrimel
Stofnaam; Lorazepam Merknaam; Temesta
Stofnaam; Furosemide Merknaam; Lasic

4. De verschillende indicaties voor geneesmiddelgebruik benoemen;
De indicatie is de aandoening waarvoor een medicijn wordt voorgeschreven. Denk aan
hypertensie en het geven van een bloeddrukverlagend medicijn.

5. De begrippen ‘farmacokinetiek’ en ‘farmacodynamiek’ uitleggen;
Farmacokinetiek;
- Wat doet het lichaam met het geneesmiddel?
- Van binnenkomst in het lichaam tot de uitscheiding?
Farmacodynamiek;
- Wat doet het geneesmiddel met het lichaam?
- Geneesmiddel moet een interactie aangaan met bestanddelen in het lichaam om
werkzaam te zijn.

6. De verschillende toedieningsvormen benoemen;
Lokaal; Huid, oog, oor, neus, long, rectaal (klysma)
Systemisch; Oraal, parenteraal, rectaal, sublinguaal, nasaal, intraveneus, transdermaal.




2

, Cutane toediening: hierbij wordt het geneesmiddel op de huid aangebracht
Oculaire toediening: via oogdruppels
orale toediening: via de mond ingenomen
nasale toediening: via de neus, neusspray of neusdruppels
pulmonale toediening: inhalatie van de medicatie
vaginale toediening: via de vagina ingebracht
Intraveneus: ingebracht in een venae. Zorgt voor een gelijkmatige verspreiding
Intramusculair: ingebracht in een spier. Geeft in het begin een hoge piek maar daalt snel
Subcutaan: ingebracht onder de huid. Geeft een gemiddeld tot hoge afgifte in het begin en daalt
daarna constant

7. Uitleggen wat bijwerkingen en interacties zijn;
Een interactie is een farmacologisch/klinisch respons bij een combinatie van 2 of meer
geneesmiddelen die verschillen van de verwachte respons bij afzonderlijke toediening.

Een bijwerking is iedere schadelijke, niet bedoelde werking van een in gebruikelijke dosering
toegediend geneesmiddel.

8. Het begrip ‘teratogeen effect’ beschrijven;
Wanneer een geneesmiddel stoffen bevat die de foetus afwijkingen veroorzaken als de moeder
tijdens de zwangerschap het geneesmiddel inneemt zoals softenon/DES. Het kan zijn dat de
hoeveelheid lichaamsvocht toenemen, de vetopslag toeneemt en dat er een passage bij de
foetus toeneemt.

9. De verschillen tussen type A- en type B-reacties op geneesmiddelen beschrijven;
Type A bijwerkingen zijn farmacologisch gebonden bijwerkingen.
Type B bijwerkingen zijn patiëntgebonden bijwerkingen.
Farmacologische gevonden bijwerkingen komen het meest voor.
Voorbeelden type A;
- Hypotensie bij antihypertensive
- Maagdarmbloedingen bij anticoagulantia (antistolling)
- Obstipatie bij morfine preparaten
- Diarree bij antibiotica
- Haaruitval bij cytostatica

Voorbeelden type B;
Allergische reacties zijn immuun gerelateerd en vaak ernstig;
- Utricardia
- Angio-oedeem
- Bronchospasme
- Anafylaxie

Milde reacties zijn vaak ernstig.
Niet immuun gerelateerd door;
- Zwangerschap
- Leverfunctie
- Overmatig alcoholgebruik




3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper julia11. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,09. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 62890 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,09  7x  verkocht
  • (1)
  Kopen