Inleiding Recht boek: Nederlands recht begrepen vijfde druk
Les 2: H1 en H2 (blz. 17 t/m 40 boek is samengevat)
Doel van recht: het ordenen van de samenleving en het geven van regels om conflicten op te
lossen zodat de orde kan terugkeren.
Het recht is het geheel van overheidsregels dat de samenleving ordent.
Staatsrecht: geeft grondregels voor de organisatie van de Staat. Het geeft een omschrijving
van verschillende organen van de Staat, van onderlinge verhouding en relatie tussen burger
en overheid, bijv., rechten van burgers in de Staat.
Bestuursrecht: geeft regels over bestuurstaak van de overheid (ordenende taak van
overheid), zoals milieu, onderwijs, welzijn, gezondheid en verkeer en sociale zekerheid, bijv.,
burgers die vergunningen aanvragen om boom te kappen.
Bestuursrecht biedt burgers bezwaar en beroep tegen handelingen of besluiten van de
besturende overheid. Burgers kunnen zich dan verzetten.
Strafrecht: beschrijft verboden gedragingen waarop straf staat. Indien je je schuldig maakt
aan zo’n gedraging, kan de rechter straf opleggen.
Wetgever neemt gedragingen op in het strafrecht, als hij vindt dat gedragingen de
rechtsorde zozeer schendt, dan een bestraffende eis van overheid moet volgen.
VB verboden gedragingen: diefstal, moord, verkrachting, vernieling en valsheid in
geschriften.
Politie, Openbaar Ministerie en rechter spelen belangrijke rol:
Politie: spoort strafbare feiten op en de personen die van deze strafbare feiten worden
verdacht.
Openbaar Ministerie: beslist op basis van opsporingsonderzoek of de verdachten zullen
worden vervolgd (de zaak wordt aan de rechter voorgelegd). Zorgt er tevens ook voor dat
opgelegde straffen worden uitgevoerd.
Rechter: beoordeeld bewijs dat wordt aangeleverd door Openbaar Ministerie voor de
verdenking. De rechter bepaald ook of en welke straf er opgelegd wordt.
Burgerlijk recht: regelt recht tussen burgers onderling. Soorten burgerlijk recht zie je
hieronder. Wordt ook wel civiel recht of privaat recht genoemd.
Personen en familierecht: gaat over familierechterlijke verhoudingen in en buiten het gezin.
Beschreven worden onder andere: aangifte geboorte en overlijden, naamrecht, afstamming,
gezag over minderjarigen, het huwelijk en de echtscheiding.
Vermogensrecht: worden rechtsbetrekkingen geregeld die op geld waardeerbaar zijn.
Oftewel alle bestanddelen worden beschreven waaruit iemands vermogen is opgebouwd.
VB: recht op eigendom huis, schuld van huiseigenaar bij de bang voor een geldlening, recht
op levering van auto, ontstaan uit een koopovereenkomst.
Vermogensrecht beschrijft alle rechten waaruit een vermogen is opgebouwd, en beschrijft de
rechten en plichten die uit vermogensrechten voortvloeien.
1
, Erfrecht: beschrijft wat er gebeurt met het vermogen van een overledene. Indien geen
testament bekend, dan worden wettelijke erfgenamen aangewezen. Erfrecht geeft ook
regels over opmaken van testamenten.
Rechtspersonenrecht: zijn organisaties en bedrijven die zelfstandig aan het rechtsverkeer
deelnemen. Het vermogen van de rechtspersoon staat los van het vermogen van de
bestuurders van deze rechtspersoon. Een rechtspersoon kan dus eigen vermogen, schulden
of winst boeken.
Rechtspersonenrecht worden twee ondernemingsvormen en twee samenwerkingsvormen
beschreven die rechtspersoonlijkheid bezitten.
De vier rechtsgebieden waar onderscheid in wordt gemaakt: staatsrecht, bestuursrecht,
strafrecht en burgerlijk recht.
Rechtsgebieden worden door elkaar gebruikt. Onderwerpen uit die rechtsgebieden worden
door elkaar gebruikt.
Publieksrecht: als de overheid een geheel eigen taak of positie in een bepaald rechtsgebied
heeft.
Staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht horen tot publieksrecht.
Burgerlijk recht: hoort bij privaatrecht, want de overheid heeft hier geen specifieke taak in,
want dit gaat over rechtsverhoudingen van burgers onderling.
Publieksrecht: overheid heeft hier een specifieke rol in. Ze is ‘hoedster van het algemeen
belang’. Om dit belang te kunnen waarborgen heeft de overheid bepaalde bevoegdheden
waarmee ze ‘medewerking’ van burgers en organisaties kunnen afdwingen.
BV: verdachten kunnen langer blijven vastzitten, zodat hij verhoord kan worden.
Typerend voor publieksrecht is dat overheidsorganen op basis van publieksrechtelijke
bevoegdheden zijn wil kan doorzetten, ondanks verzet van burgers. De Wetgever heeft deze
bevoegdheden verleend, omdat alleen zó het belang van de samenleving kan worden
gediend.
Indeling publiekrechten en privaatrechten:
Publieksrecht staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht.
Privaatrecht burgerlijk recht.
Het materieel recht: beschrijft rechten en plichten van mensen en instellingen.
Formeel recht: beschrijft hoe materieel recht moet worden gehandhaafd.
Doodslag hoort bij materieel recht, want het bevat een verplichting: gij zult niet doden.
Als er toch een doodslag wordt gepleegd, wordt het formeel recht van belang.
Materieel recht bevat vooral: strafrecht, burgerlijk recht en bestuursrecht en beschrijft de
inhoud van het recht.
Formeel recht bevat vooral procesrecht.
Nationaal recht: regels gelden alleen op het grondgebied van dat land.
2