Samenvatting Klinische Psychologie
Psychopathology
Inhoud
Davey (2015) Psychopathology: research, assessment and treatment in clinical psychology -
2nd edition
- Hoofdstuk 1 – An introduction to psychopathology: concepts, paradigms and stigma
- Hoofdstuk 2 – Classification and assessment in clinical psychology
- Hoofdstuk 3 – Research methods in clinical psychology
- Hoofdstuk 4 – Treating psychopathology
- Hoofdstuk 6 – Anxiety and stressor-related problems
- Hoofdstuk 7 – Depression and mood disorders
- Hoofdstuk 8 – Experiencing psychosis: schizophrenia spectrum problems
- Hoofdstuk 9 – Substance use disorders
Artikelen
- Fredrickson, B.L., & Joiner, T. (2018) Reflections on positive emotions and upward
spirals. Perspectives on Psychological Science 13(2): 194-199
- Brown, N.J.L. (2018) An Introduction to Criticality for Students of Positive Psychology
Originally published as Chapter 12 in: Brown, N. J. L., Lomas, T. & Eiroa-Orosa, F. J.
(Eds.). (2018) The Routledge handbook of critical positive psychology
, Davey
Hoofdstuk 1 – An introduction to psychopathology: concepts, paradigms and
stigma
Klinische psychologie = het begrijpen en behandelen van psychopathologie.
Psychopathologie = studie van psychische stoornissen, de afwijkingen van normaal of dagelijks
functioneren.
- Pluspunten:
o Duidelijke afkappunten (cut-offs).
o Kwantificeerbaarheid: frequentie van het gedrag kan gemeten worden.
- Minpunten:
o Wordt soms ‘abnormale psychologie’ genoemd, maar niet alle zeldzame gedragingen
zijn ongewenst en niet alle ‘abnormale’ gedragingen zijn zeldzaam.
o Afkappunten zijn arbitrair.
Criterium om iemand te diagnosticeren met een psychische stoornis bestaat uit de 3 D’s:
- Deviance = afwijkend van een norm.
o Voordeel → houdt rekening met de variatie tussen culturen.
o Nadelen → normen veranderen met de tijd, er bestaat geen algemene
overeenstemming over sociale normen, en de situatie en de context kunnen normen
beïnvloeden.
- Dysfunction = sociaal disfunctioneren, werk gerelateerd, etc.
o Voordeel → het focust op hoe onaangepast (schadelijk) het gedrag is.
o Nadelen → sommige ‘abnormale’ gedragingen kunnen wel adaptief zijn en niet alle
onaangepaste gedragingen worden als abnormaal gezien.
- Distress = psychisch lijden (van het zelf of in de omgeving).
o Voordelen → het focust op hoe onwenselijk het gedrag voor het individu is en het is
niet gebonden aan statistische of sociale normen.
o Nadelen → mensen zien wellicht niet in dat hun gedrag leed veroorzaakt en het
lijden kan vanuit de situatie verklaarbaar zijn.
- Het Nederlandse juridisch systeem voegt hier een vierde ‘D’ aan toe, namelijk Danger = een
gevaar zijn voor jezelf of je omgeving (TBS).
Vroegere benaderingen van de psychopathologie:
- Demonische bezitting = iemand met een psychische ziekte was bezeten door demonen,
aangezien deze mensen plotselinge veranderingen vertoonden in hun persoonlijkheid.
o Demonologie = het geloof dat iemand is bezeten door kwade geesten.
o Behandeling → uitdrijvingsrituelen, waarbij fysieke aanvallen op het lichaam van de
‘bezetene’ werden uitgevoerd.
- Medische model = enkele psychopathologische gedragingen zijn het gevolg van fysieke
ziekte (bv. infecties).
o Generale parese = hersenziekte die gekenmerkt wordt door dementie, progressieve
spierverzwakking en verlamming.
o Somatogenic hypothese = biologische oorzaken voor de veranderingen in
persoonlijkheid.
o Hieruit is psychiatrie ontstaan → methode van behandeling voor het identificeren
van biologische oorzaken en om deze te behandelen met medicatie of operatie.
o Beperkingen:
▪ Gaat ervanuit dat er altijd een medische of biologische oorzaak is, terwijl dit
niet altijd het geval is.
, ▪ Gaat ervanuit dat psychopathologie veroorzaakt wordt door iets wat niet
goed werkt, terwijl het ook kan worden beschouwd als een extreme vorm
van normaal gedrag.
- Fenomenologie = psychische klachten worden veroorzaakt door de ervaringen van een
persoon, deze ervaringen zijn verantwoordelijk voor het ‘abnormale’ gedrag.
Asylums (asielen) = waren hospice bedoeld voor het opsluiten van mensen met mentale problemen.
Het leven in deze asielen was inhumaan en behandelingen waren pijnlijk. Ook kwamen er regelmatig
mensen terecht die geen mentale problemen hadden, maar enkel van ‘slechte’ afkomst waren.
- De Quaker beweging kwam met de morele behandeling → de medische benaderingen
werden vervangen door begrip, morele verantwoordelijkheid en bezigheidstherapie.
- Beperkingen van ziekenhuisopnames werden herkend en er werden verschillende pogingen
gedaan om ziekenhuisopnames te structureren:
o Milieutherapie = creëren van een therapeutische gemeenschap, waarbinnen er
respect is tussen staf en patiënten. Patiënten kunnen deelnemen aan recreatieve
activiteiten.
o Token economie = verfijning van milieutherapie. Het is een beloningssysteem
waarbij patiënten tokens ontvingen voor het vertonen van gewenst gedrag, deze
tokens konden ingewisseld worden voor beloningen (operant reinforcement).
Waarom is het belangrijk om psychopathologie nauwkeurig te definiëren?
- Voor het begrijpen van de oorzaken van mentale gezondheidsproblemen.
- Voor het ontwikkelen van effectieve behandelmethoden met behulp van classificatie.
- Om mensen te classificeren in de huidige maatschappij (bv. of iemand recht heeft op een
uitkering en of een kind extra ondersteuning moet krijgen).
o Cultuurafhankelijk → culturen verschillen in wat normaal en acceptabel is. Daarnaast
kunnen culturen cultuurgebonden symptomen ontwikkelen:
▪ Ataque de Nervios = een gevonden paniekstoornis bij Latino’s.
▪ Seizisman = een staat van psychologische verlamming, gevonden in
Haïtiaanse gemeenschappen.
Manieren om psychopathologie te definiëren en identificeren:
- Afwijking van de statistische norm.
o Problemen:
▪ In plaats van iemand meteen in de psychopathologie te zetten moet je
diegene helpen.
▪ Afwijking betekent niet per se psychopathologie.
- Afwijking van sociale en politieke norm.
o Probleem:
▪ Je hebt te maken met verschillende culturen, en culturele factoren
beïnvloeden hoe psychopathologie zich manifesteert.
- In hoeverre een individu harmful dysfunction vertoont = assumptie dat psychopathologie
wordt gedefinieerd door het disfunctioneren van een normaal proces dat als gevolg pijnlijk
wordt.
o Probleem:
▪ Nog niet genoeg kennis van de hersenmechanismes.
- Symptomen moeten klinisch significante distress of beperkingen in functioneren hebben.
o Voordeel:
▪ Mensen beoordelen zelf in hoeverre ze normaal zijn (in plaats van dat
anderen dat doen) en dit is onafhankelijk van de gekozen levensstijl door het
individu.
o Probleem:
, ▪ Biedt geen beoordelingsstandaarden en er bestaan diagnoses waarvoor
distress of impairment niet noodzakelijk is.
Twee biologische paradigma’s waarmee onderzoekers proberen psychopathologie te begrijpen:
- Genetica = de studie van erfelijkheid en de variatie in erfelijke eigenschappen.
o Concordante studies = onderzoeken wat de kans is dat familieleden een bepaalde
psychologische stoornis ontwikkelen, afhankelijk van hoeveel genetisch materiaal
overeenkomt.
o Tweelingstudies = vergelijken van de kans dat eeneiige en twee-eiige tweelingen
allebei psychopathologische symptomen ontwikkelen.
▪ Aangezien tweelingen vaak dezelfde omgeving delen, wordt er gekeken naar
tweelingen die niet samen zijn opgegroeid.
o Onderzoeken van de nakomelingen van tweelingen.
▪ Het diathese-stress model = mentaal gezondheidsprobleem ontwikkelt zich
als gevolg van een interactie tussen genetica en de omgeving.
▪ Moleculaire genetica = kijken welke genen betrokken zijn bij
psychopathologische symptomen.
• Genetische koppelingsanalyse = de overerving van eigenschappen
waarvan de gen locatie bekend is, wordt vergeleken met de
overerving van psychopathologische symptomen.
o Epigenetica = studie naar veranderingen in een organisme die het gevolg zijn van
veranderingen in de genexpressie en niet van veranderingen in de genetische code.
- Neurowetenschap = biologische aspecten vinden die kunnen bijdragen aan symptomen.
o Kijken naar de hersenstructuren en het functioneren van de hersenen.
o Neurotransmitters die betrokken zijn bij psychopathologie:
▪ Dopamine = voorloper adrenaline, zegt wat over schizofrenie en psychose.
▪ Serotonine = lage concentratie wordt geassocieerd met depressie.
▪ Noradrenaline/norepinephrine = zorgt voor stress/angst.
▪ GABA = zorgt voor stress/angst.
Vier psychologische paradigma’s waarmee onderzoekers proberen psychopathologie te begrijpen:
- Het psychoanalytische/psychodynamische model (Freud) = het verklaren van (ab)normaal
gedrag door onderdrukte herinneringen.
o Onder hypnose praten over traumatische ervaringen hielp om de symptomen te
verminderen.
o De persoonlijkheid bestaat uit drie componenten die psychopathologie kunnen
veroorzaken:
▪ Id = de instinctieve behoeften van mensen, zoals seksuele behoeftes.
▪ Ego = de rationele gedachten van mensen om impulsen van het id te
controleren.
▪ Superego = tussenweg tussen het id en ego, de morele standaarden van
mensen.
▪ Als deze componenten in conflict zijn ontstaan er tekenen van
psychopathologie, mensen proberen dit onder controle te houden met
behulp van afweermechanismen.
o Hoe kinderen omgaan met ontwikkelingsstadia bepaalt of ze psychologische
problemen krijgen.
▪ Als een kind elke fase succesvol doorloopt, zal het kind psychologisch gezond
zijn.
▪ Als een kind gefixeerd raakt in een fase, zal het later terugkomen als een
psychologisch probleem.