Inhoud
Week 1:...........................................................................................................................................................................3
Psychiatrie een Inleiding. Hoofdstuk 1: introductie.....................................................................................................3
Psychiatrie een Inleiding. Hoofdstuk 2 (t/m 2.5): visies op afwijkend gedrag en behandelmethoden........................5
Psychiatrie een Inleiding. Hoofdstuk 3: classificatie en beoordeling van afwijkende emoties, gedachten en gedrag.
.................................................................................................................................................................................. 10
Stoornis en Delict. Hoofdstuk 1: de psychische stoornis in het strafrecht.................................................................12
Stoornis en Delict. Hoofdstuk 2: het deskundigenonderzoek....................................................................................14
Stoornis en Delict. Hoofdstuk 15: Simulatie..............................................................................................................15
Week 2:......................................................................................................................................................................... 16
Psychiatrie een Inleiding. Hoofdstuk 11: schizofreniespectrumstoornissen..............................................................16
Psychiatrie een Inleiding. Hoofdstuk 7: stemmingsstoornissen en zelfmoord..........................................................18
Stoornis en delict. Hoofdstuk 4: stemmingsstoornissen............................................................................................21
Psychiatrie een Inleiding. Hoofdstuk 4.1: stressgerelateerde stoornissen................................................................21
Psychiatrie een Inleiding. Hoofdstuk 4.4: stressgerelateerde stoornissen................................................................21
Stoornis en delict. Hoofdstuk 3: schizofrenie en andere psychotische stoornissen..................................................22
Stoornis en delict. Hoofdstuk 10: Posttraumatische stressstoornis en dissociatieve stoornissen.............................22
Week 3:......................................................................................................................................................................... 24
Psychiatrie een Inleiding. Hoofdstuk 12: persoonlijkheidsstoornissen en impulsbeheersingsstoornissen................24
Stoornis en delict. Hoofdstuk 13: persoonlijkheidsstoornissen.................................................................................26
Week 4:......................................................................................................................................................................... 28
Psychiatrie een Inleiding. Hoofdstuk 13: stoornissen die ontstaan in de kindertijd en adolescentie........................28
Stoornis en delict. Hoofdstuk 6: autistische stoornissen...........................................................................................29
Stoornis en delict. Hoofdstuk 7: ADHD en de gedragsstoornissen............................................................................30
Psychiatrie een inleiding. Hoofdstuk 10: genderdysforie en seksualiteitsstoornissen...............................................31
Stoornis en delict. Hoofdstuk 11: parafilie en seksueel delict...................................................................................33
Week 5:......................................................................................................................................................................... 34
Merzagora et al. (2018). The expert and the foreigner: Reflections of forensic transcultural psychopathology.......34
Vinkers et al. (2011). Etnische verschillen tussen pro Justitia gerapporteerde verdachten......................................35
Stoornis en delict. Hoofdstuk 5: misbruik en afhankelijkheid van psychoactieve stoffen.........................................36
Psychiatrie een Inleiding. Hoofdstuk 8: middelengerelateerde en verlavingsstoornissen.........................................38
Stoornis en Delict. Hoofdstuk 14: comorbiditeit.......................................................................................................41
Week 6:......................................................................................................................................................................... 42
Stoornis en delict. Hoofdstuk 12: pyromanie, kleptomanie en andere stoornissen in de impulsbeheersing............42
Week 7:......................................................................................................................................................................... 42
Stoornis en delict. Hoofdstuk 8: zwakbegaafdheid....................................................................................................42
Psychiatrie een Inleiding. Hoofdstuk 13.3: verstandelijke beperking........................................................................44
1
,2
,Week 1:
Psychiatrie een Inleiding. Hoofdstuk 1: introductie.
▷ 1.1 Je kunt omschrijven wat een psychische stoornis inhoudt.
Psychopathologie is een deelgebied van de psychiatrie en de klinische psychologie dat zich bezighoudt met het beschrijven van
psychische stoornissen, oorzaken daarvan en behandelingen daarvoor.
Psychiatrie is een medisch specialisme dat zich richt op de diagnostiek en behandeling van deze psychische stoornissen.
Klinische psychologie is een tak van psychologie die zich bezig houdt met de beschrijving, oorzaken en behandeling van
psychische stoornissen om het geestelijk welzijn te bevorderen.
Psychologische hulp kan o.a. worden gegeven door:
Psycholoog: iemand met een universitair diploma in psychologie.
Gz-psycholoog: psycholoog die na zijn studie een aanvullende opleiding heeft gevolgd en in het BIG-register is
ingeschreven. Hij is bevoegd tot het diagnosticeren en behandelen van psychische stoornissen.
Psychotherapeut: iemand die na psychologie of geneeskunde een vervolgopleiding heeft gedaan, waardoor hij bevoegd is
tot het geven van psychotherapie moet in het BIG-register staan.
Psychiater: iemand die na geneeskunde zich heeft gespecialiseerd in diagnosticeren en behandelen van patiënten met
psychische stoornissen mag medicatie voorschrijven.
Een belangrijke vraag is ‘wanneer ben je gestoord of afwijkend?’. Een simpel criterium is het wel of niet hebben van een
diagnose voor een psychische stoornis: het geheel van afwijkende emoties, gedachten of gedragspatronen dat wordt
gekenmerkt door o.a. een storing in het functioneren en (persoonlijk) lijden. Elke stoornis heeft bepaalde symptomen:
specifieke kenmerken/eigenschappen die passen bij een bepaalde stoornis. Deze symptomen moeten voldoen aan bepaalde
voorwaarden, voordat ze als afwijkend/passend bij een stoornis worden beschouwd (diagnostisch criterium).
Wat afwijkend is, is afhankelijk van wat (ab-)normaal is in de cultuur, van de tijd, de plaats en de persoon.
▷ 1.2 Je kunt de criteria beschrijven die professionals gebruiken om te bepalen of gedrag afwijkend is.
Er zijn een aantal (meest gebruikte) criteria om gedrag als afwijkend te bestempelen:
Uitzonderlijk. We noemen gedrag afwijkend als het uitzonderlijk is, maar op zichzelf is uitzonderlijk gedrag niet altijd
afwijkend/abnormaal (bijv. wereldrecord).
Sociaal afwijkend. Afwijkend gedrag is naast uitzonderlijk, ook afwijkend van een bepaalde norm. Dit is afhankelijk van
cultuur rekening mee houden. Zorgt voor discriminatie iedereen die afwijkt is ‘ziek’.
Foute perceptie/interpretatie van de realiteit. Wanen en hallucinaties worden in de westerse cultuur gezien als afwijkend.
Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon. In sommige situaties is het normaal om je depressief/angstig te voelen.
Afwezigheid van een emotionele reactie zou hier juist afwijkend zijn. Heftige emoties zijn niet afwijkend, tenzij ze lange
tijd n.a.v. de emoties nog aanwezig zijn, waardoor men niet goed meer kunnen functioneren.
Ongepast of contraproductief gedrag. Gedrag dat geen bevrediging, maar onprettige gevoelens oproept; dat ons beperkt
in het vervullen van rollen; of ons ervan weerhoudt ons aan te passen aan de omgeving vinden we vaak afwijkend (bijv.
zwaar alcoholgebruik of agorafobie).
Gevaar. Gedrag dat gevaar oplevert voor de betrokkene zelf of voor anderen wordt ook als afwijkend gezien. Hier is de
sociale context van belang (opofferen in oorlog vs zelfmoord nu).
▷ 1.4 Je kunt de culturele achtergronden van afwijkend gedrag benoemen.
In verschillende culturen wordt er anders gekeken naar wat afwijkend gedrag is. Wat we zien als abnormaal gedrag, hoe dit
gedrag zich uit en met welke woorden we psychische stoornissen beschrijven, is afhankelijk van cultuur. Bijv. in China is
depressie meer somatisch en in het westen is het meer psychisch. Gedrag dat in de ene cultuur als afwijkend wordt bestempeld,
kan in een andere cultuur normaal zijn. Het is bij de beoordeling van afwijkend gedrag dan ook van belang om rekening te
houden met bijvoorbeeld culturele gebruiken, tradities, gewoonten, verklaringen en normen.
▷ Kritisch denken over psychiatrie en psychopathologie.
In de psychiatrie is er vooralsnog sprake van klinische diagnostiek: het classificeren van psychische stoornissen vereist een
klinisch oordeel, het berust dus niet op de uitkomst van een test of andere feiten. Deze oordelen kunnen in de loop der tijd en
van cultuur tot cultuur variëren. Er is nog discussie over of bepaald gedrag afwijkend is of niet (bijv. pesten/overmatig winkelen/
homoseksualiteit).
▷ 1.5 Je kunt de historische veranderingen beschrijven die zich in de westerse cultuur hebben voorgedaan in de beeldvorming
rondom en de behandeling van afwijkend gedrag.
Hippocrates stelde dat de gezondheid van het lichaam en de geest wordt bepaald door een evenwicht in de humores: lichaams-
sappen (slijm, zwart gal, bloed, geel gal). Een verstoring van het evenwicht tussen de humores was verantwoordelijk voor
afwijkend gedrag:
Traag persoon veel slijm.
3
, Depressie zwart gal.
Vrolijk, optimistisch, zelfverzekerd bloed.
Driftig geel gal.
Hippocrates classificeerde abnormale gedragspatronen a.d.h.v. 3 hoofdcategorieën (zien we nu nog):
Melancholie (buitensporige depressie).
Manie.
Bezetenheid (nu in schizofrenie).
In de middeleeuwen vond de katholieke kerk dat afwijkend gedrag een teken van bezetenheid door boze geesten of de duivel
was. ‘Bezeten’ mensen werden bij voorkeur door middel van exorcisme of uitdrijvingen behandeld. In ongeveer dezelfde tijd
werd in de Arabische psychiatrie een humane visie op en behandeling van psychiatrisch patiënten nagestreefd. Het eerste
psychiatrisch ziekenhuis ter wereld opende haar deuren in 705. Rond 1600 werden in Europa krankzinnigengestichten, of
gekkenhuizen, gebouwd. In de gestichten woonden zowel bedelaars als geestelijk gestoorden en de levensomstandigheden
waren er slecht. Mede dankzij de inspanningen van Pussin en Pinel ontstond morele therapie. Deze behandeling was gebaseerd
op het idee dat patiënten door een menselijke bejegening en verblijf in een ontspannen en respectvolle omgeving weer normaal
zouden gaan functioneren.
In de jaren vijftig van de twintigste eeuw begon er een nieuwe wind te waaien in de psychiatrie door de introductie van nieuwe
effectieve medicijnen en therapeutische behandelingen. Dit leidde ertoe dat steeds meer patiënten in de gewone maatschappij
konden functioneren. De antipsychiatriebeweging in de jaren zeventig ging ervan uit dat psychische stoornissen überhaupt niet
bestonden en dat patiënten helemaal niet moesten worden behandeld, maar zeker niet in ziekenhuizen. Eind twintigste/begin
eenentwintigste eeuw overheerst het idee dat men patiënten niet moet opnemen, tenzij er geen alternatief is. De laatste jaren
hebben burgers en patiënten in eerste instantie zelf de verantwoordelijkheid om te participeren en hun problemen aan te
pakken. Daarbij wordt steeds vaker vanuit de herstelbenadering gewerkt, is er een toenemend gebruik van ervaringsdeskundig-
heid en krijgt het thema (de-)stigmatisering meer aandacht.
▷ Evidence-based medicine (EBM).
Dit is het streven naar gebruik van het beste beschikbare bewijs bij het maken van een keuze voor de behandeling van een
patiënt en de basis is verdeeld in 6 stappen (de laatste 2 leveren het hardste bewijs wel lastig in praktijk (ethisch)):
Gevalsbeschrijvingen.
Verzameling van gevalsbeschrijvingen.
Open, niet vergelijkend onderzoek.
Vergelijkend onderzoek.
Randomised Controlled Trials (RCT’s).
Meta-analyse van RCT’s.
Evidence-based practice is i.p.v. ‘… medicine’ binnen psychologische vakgebieden vanwege de praktische aard hiervan. Gebrek
aan bewijs betekend niet gebrek aan effectiviteit.
Uit EBM volgen behandelrichtlijnen/behandelprotocollen
▷ 1.6 Je kunt de belangrijkste ethische principes die gelden voor psychologisch onderzoek benoemen.
Ethische principes zijn geformuleerd om de waardigheid van het individu te bevorderen; het menselijk welzijn te beschermen;
en de wetenschappelijke integriteit te waarborgen. Twee belangrijke ethische principes zijn:
Informed consent: proefpersonen moeten de vrijheid hebben ervoor te kiezen al dan niet mee te doen aan onderzoek.
o Wanneer informatie wordt achtergehouden (bijv. placebo), moet er achteraf debriefing plaatsvinden.
Vertrouwelijkheid: degenen die meewerken aan een onderzoek zullen anoniem blijven. Onderzoekers zijn verplicht de
vertrouwelijkheid te beschermen door hun verslagen veilig op te bergen en geen identiteiten aan anderen te onthullen.
▷ 1.7 Je kunt de belangrijkste aspecten van een kritische houding en denkwijze ten aanzien van de studie van afwijkend gedrag
benoemen.
Er zijn zeven aspecten voor een kritische houding en denkwijze:
1. Blijf sceptisch, ga nooit op eerste indrukken af.
4