FA-BA202 Productzorg
Week 1
Een geneesmiddel bestaat uit:
- De farmacologische actieve stof (API) die zijn eigen therapeutische,
chemische, fysische en kinetische eigenschappen heeft;
- Hulpstoffen;
- Een primaire verpakking;
- En een aangetoonde werkzaamheid.
De drug substance is de actieve stof. Hierbij is de chemie bekend en
fysisch chemische eigenschappen niet. Daarom moet je preformuleren
voor de fysisch chemische karakterisering en vergelijkbaarheid
hulpstoffen.
Aspecten preformuleren:
- Chemisch: compatibiliteit, hydrolyse, zuur/base
- Fysisch: randhoek, pKa, oplosbaarheid, log P, deeltjesgrootte
(verdeling)
- Smaak
De drug product is formulering en primaire verpakking.
Biopharmaceutics is de beschikbaarheid van een stof na het oplossen,
passeren van membranen en passage van de lever.
Polariteit geneesmiddel verhogen
pH-aanpassing Zoutvorming is mogelijk en is goed oplosbaar in
zoutvorming water
Cosolvents Zoutvorming onmogelijk, lage log P
Inclusieverbindingen Zoutvorming onmogelijk, hoge log P, een hoog
smeltpunt, een hoge dosis en een geschikte
moleculaire geometrie
Nanosuspensies Zoutvorming onmogelijk, hoge log P, een hoog
smeltpunt, een hoge dosis en een ongeschikte
moleculaire geometrie
Cosolvents, micellaire Zoutvorming onmogelijk, hoge log P, een laag
dispersies, emulsies smeltpunt en een lage dosis
en andere lipide
systemen
,Lipinsky-rule, geen opname door het membraan als:
- Er meer dan 5 waterstofbrugdonoren aanwezig zijn
- De molecuulmassa meer dan 500 is
- De log P groter dan 5 is
- Het aantal N en O’s meer dan 10 is
Bio-equivalentie: snelheid en omvang van de absorptie moet gelijk zijn om
gemeten te worden als Tmax en Cmax van het plasmaconcentratieprofiel.
Week 2
Formuleren is het verwerken van een farmacon in een toedieningsvorm op
een verantwoorde wijze.
Preformuleren is het zoeken naar een betere weg.
In de EP/BP kunnen specificaties van de toedieningsvorm, eisen en testen
teruggevonden worden.
FNA is Formularium der Nederlandse Apothekers.
LNA is Laboratorium Nederlandse Apothekers, beschrijft de keuze van de
juiste hulpstoffen en de juiste handelingen en processen.
Processen
Therapeutische specificaties
- Dosering
- Toxiciteit/bijwerkingen
- Halfwaardetijd-doseringsinterval
- Duur van de therapie, afleverhoeveelheid, chargegrootte
- Doelgroep
- Maximaal toelaatbare hoeveelheden
- Veiligheid tijdens de bereiding
- Therapeutische interactie met het farmacon
Fysisch-chemische specificaties
- Organoleptische eigenschappen: kleur, geur, smaak
- Deeltjesgrootte en vorm
Oplosbaarheid in gram per mL
, pKa’s
HA zuren
- Alifatische carbonzuur: 4-5
- Aromatische carbonzuur: 4
- Fenol: 10
- Alifatische thiol: 10
- Aromatische thiol: 6-7
- Amide: 12-14
- Sulfonamide: 6-8
- Imide: 7-9
BH+ zuren (B basen)
- Ammoniak: 9,2
- Amine: 9-11
- Amide: 0
- Pyridine: 5
- Aniline: 5
Invloed van substituenten op de pka
- Inductief effect: elektronenzuigend of -stuwend effect, afhankelijk
van elektronegativiteit/-positiviteit, alleen effect op korte afstand
- Inductie: ladingen worden doorgegeven door opeenvolging van
atomen middels elektrostatische inductie
- Resonantie effect: elektronenzuiging/-stuwing met gebruikmaking
van resonantie (delokalisatie), afhankelijk delokalisatie
mogelijkheden, effect op lange afstanden
- Resonantie: elektronendistributie weergeven bij bepaalde
moleculen/samengestelde ionen
Week 3
Activeringsenergie: de energie die nodig is om een reactie te laten
verlopen
Nulde orde kinetiek: lineair verband tussen concentratie en tijd
Eerste orde kinetiek: geen lineair verband tussen concentratie en tijd,
exponentiele functie kan worden omgezet in een lineaire functie in de tijd
Katalysator
- Versnellen chemische reactie zonder zelf geconsumeerd te worden
- De katalysator komt dus niet voor in de reactievergelijking
- Beïnvloeden de activatie-energie Ea
- Een katalysator heeft geen invloed op evenwicht reactie: -R T ln K =
∆G
Redoxreacties
- Reductor reactieproduct + e- (oxidatie)
- Oxidator + e- reactieproduct (reductie)
Week 1
Een geneesmiddel bestaat uit:
- De farmacologische actieve stof (API) die zijn eigen therapeutische,
chemische, fysische en kinetische eigenschappen heeft;
- Hulpstoffen;
- Een primaire verpakking;
- En een aangetoonde werkzaamheid.
De drug substance is de actieve stof. Hierbij is de chemie bekend en
fysisch chemische eigenschappen niet. Daarom moet je preformuleren
voor de fysisch chemische karakterisering en vergelijkbaarheid
hulpstoffen.
Aspecten preformuleren:
- Chemisch: compatibiliteit, hydrolyse, zuur/base
- Fysisch: randhoek, pKa, oplosbaarheid, log P, deeltjesgrootte
(verdeling)
- Smaak
De drug product is formulering en primaire verpakking.
Biopharmaceutics is de beschikbaarheid van een stof na het oplossen,
passeren van membranen en passage van de lever.
Polariteit geneesmiddel verhogen
pH-aanpassing Zoutvorming is mogelijk en is goed oplosbaar in
zoutvorming water
Cosolvents Zoutvorming onmogelijk, lage log P
Inclusieverbindingen Zoutvorming onmogelijk, hoge log P, een hoog
smeltpunt, een hoge dosis en een geschikte
moleculaire geometrie
Nanosuspensies Zoutvorming onmogelijk, hoge log P, een hoog
smeltpunt, een hoge dosis en een ongeschikte
moleculaire geometrie
Cosolvents, micellaire Zoutvorming onmogelijk, hoge log P, een laag
dispersies, emulsies smeltpunt en een lage dosis
en andere lipide
systemen
,Lipinsky-rule, geen opname door het membraan als:
- Er meer dan 5 waterstofbrugdonoren aanwezig zijn
- De molecuulmassa meer dan 500 is
- De log P groter dan 5 is
- Het aantal N en O’s meer dan 10 is
Bio-equivalentie: snelheid en omvang van de absorptie moet gelijk zijn om
gemeten te worden als Tmax en Cmax van het plasmaconcentratieprofiel.
Week 2
Formuleren is het verwerken van een farmacon in een toedieningsvorm op
een verantwoorde wijze.
Preformuleren is het zoeken naar een betere weg.
In de EP/BP kunnen specificaties van de toedieningsvorm, eisen en testen
teruggevonden worden.
FNA is Formularium der Nederlandse Apothekers.
LNA is Laboratorium Nederlandse Apothekers, beschrijft de keuze van de
juiste hulpstoffen en de juiste handelingen en processen.
Processen
Therapeutische specificaties
- Dosering
- Toxiciteit/bijwerkingen
- Halfwaardetijd-doseringsinterval
- Duur van de therapie, afleverhoeveelheid, chargegrootte
- Doelgroep
- Maximaal toelaatbare hoeveelheden
- Veiligheid tijdens de bereiding
- Therapeutische interactie met het farmacon
Fysisch-chemische specificaties
- Organoleptische eigenschappen: kleur, geur, smaak
- Deeltjesgrootte en vorm
Oplosbaarheid in gram per mL
, pKa’s
HA zuren
- Alifatische carbonzuur: 4-5
- Aromatische carbonzuur: 4
- Fenol: 10
- Alifatische thiol: 10
- Aromatische thiol: 6-7
- Amide: 12-14
- Sulfonamide: 6-8
- Imide: 7-9
BH+ zuren (B basen)
- Ammoniak: 9,2
- Amine: 9-11
- Amide: 0
- Pyridine: 5
- Aniline: 5
Invloed van substituenten op de pka
- Inductief effect: elektronenzuigend of -stuwend effect, afhankelijk
van elektronegativiteit/-positiviteit, alleen effect op korte afstand
- Inductie: ladingen worden doorgegeven door opeenvolging van
atomen middels elektrostatische inductie
- Resonantie effect: elektronenzuiging/-stuwing met gebruikmaking
van resonantie (delokalisatie), afhankelijk delokalisatie
mogelijkheden, effect op lange afstanden
- Resonantie: elektronendistributie weergeven bij bepaalde
moleculen/samengestelde ionen
Week 3
Activeringsenergie: de energie die nodig is om een reactie te laten
verlopen
Nulde orde kinetiek: lineair verband tussen concentratie en tijd
Eerste orde kinetiek: geen lineair verband tussen concentratie en tijd,
exponentiele functie kan worden omgezet in een lineaire functie in de tijd
Katalysator
- Versnellen chemische reactie zonder zelf geconsumeerd te worden
- De katalysator komt dus niet voor in de reactievergelijking
- Beïnvloeden de activatie-energie Ea
- Een katalysator heeft geen invloed op evenwicht reactie: -R T ln K =
∆G
Redoxreacties
- Reductor reactieproduct + e- (oxidatie)
- Oxidator + e- reactieproduct (reductie)
