Biologie M3 Ordening & Revolutie
Organismen ordenen 4.1
Organismen worden ingedeeld op basis van gemeenschappelijke kenmerken.
Indelen in groepen
Organismen indelen in groepen wordt ordening genoemd.
De bekendste groep is de soort, tot een soort behoren alle organismen die zich onderling kunnen
voortplanten. Sommige soorten hebben veel gemeenschappelijke kenmerken, waardoor zij bij elkaar
horen in een geslacht. De leeuw en de luipaard horen beiden bij het geslacht van de panters. Andere
geslachten hebben zoveel gemeenschappelijke kenmerken, dat ze bij elkaar in een familie horen,
bijvoorbeeld de familie van de katachtigen.
Katachtigen horen samen met de hondachtigen, beren en andere families tot de roofdieren.
Roofdieren noem je een orde. Alle dieren in deze orde vinden voedsel door te jagen.
Sommige orde gaan samen in een klasse, de orden roofdieren en knaagdieren behoren allebei tot de
klasse van zoogdieren. Alle zoogdieren zijn warmbloedig en voeden hun jongen met borstvoeding.
Klassen kun je weer samenvoegen tot stammen, in de stam van gewervelden komen bijv. klassen
zoogdieren en vissen voor. Alle gewervelden hebben een inwendig skelet én een wervelkolom. De
gewervelden behoren samen met andere stammen tot het rijk van de dieren. Ook de mens valt
onder het dierenrijk. Alle organismen kunnen worden ingedeeld in steeds grotere groepen. Als laatst
worden alle soorten op aarde ingedeeld in 3 groepen, deze groepen worden ook wel domeinen
genoemd.
Domein
De 3 domeinen zijn: bacteriën, archaea en eukaryoten.
Eukaryoten zijn het bekendste domein, planten, dieren, schimmels en protisten behoren tot dit
domein. Protisten zijn eukaryoten die niet goed in te delen zijn.
Bacteriën zijn kleiner dan eukaryoten, maar zijn erg belangrijk. Ze kunnen je bijvoorbeeld ziek maken,
maar ook helpen om je gezond te houden. In je darmen leven al honderden soorten bacteriën.
De organismen van de archaea lijken op bacteriën, maar ze hebben bijzondere eigenschappen, ze
kunnen bijvoorbeeld leven bij hoge temperaturen.
Kenmerken
, Bij de indeling van domeinen en rijken wordt er gelet op het aantal cellen, de aanwezigheid van een
celkern, celwand, bladgroenkorrels en de grootte van cellen.
Aantal cellen
Bacteriën en archaea zijn eencellige organismen. Bij planten en dieren komen alleen meercellige
soorten voor, schimmels kunnen een- en meercellig zijn. De meeste meercellige organismen zien er
anders uit, de cellen verschillen in bouw en functie. Bij meercellige organismen komen dan ook
weefsels en organen voor. De meeste protisten zijn eencellig.
Aanwezigheid van celkernen
Bacteriën en archaea onderscheiden zich van alle andere organismen, doordat zij geen celkern
hebben. Schimmels, planten, dieren en protisten bezitten celkernen. Daarom behoren ze tot het
domein eukaryoten.
Een celkern wordt gescheiden van het cytoplasma, door het kernmembraan. In elke celkern komen
chromosomen voor. Bacteriën 4hebben geen kernmembraan. De chromosomen van bacteriën en
archaea liggen los in het cytoplasma.
Aanwezigheid van celwanden
Dieren onderscheiden zich van alle andere organismen, doordat ze geen celwanden om hun cellen
hebben. Bacteriën, archaea, schimmels en planten hebben wel celwanden om hun cellen.
Indeling van organismen in steeds
kleinere groepen
Domeinen worden ingedeeld in…
Rijken worden ingedeeld in…
Stammen worden ingedeeld in…
Klassen worden ingedeeld in…
Orden worden ingedeeld in…
Families worden ingedeeld in…
Geslachten worden ingedeeld in…
Soorten…
Aanwezigheid van bladgroenkorrels