Een samenvatting van het hoofdstuk 'parlementaire democratie'. In deze samenvatting staan alle begrippen en opsommingen die je moet kennen! De samenvatting is gebaseerd op de kennen/kunnen lijst van de uitgever van het boek.
Maatschappijleer – ‘Parlementaire democratie’
Paragraaf 1: wat is democratie?
1648 = vrede van Münster, het doel: godsdiensttwisten en oorlogen voorkomen. Dit was
alleen mogelijk door soevereiniteit = wanneer een staat op een bepaald gebiedd met
duidelijke grenzen het hoogste gezag uitoefent en het monopolie op het gezag heeft.
Politiek = het maken van keuzes waaraan allen in een staat gebonden zijn. De politiek staat
voor een dilemma:
- efficiënt besturen: daadkrachtig besturen
- of maximale participatie: de burgers meer invloed geven
- directe democratie = burgers kiezen de wetten en besluiten
- indirecte democratie = burgers kiezen volksvertegenwoordigers en die kiezen de wetten
etc.
Nederland is een representatieve democratie = het volk kiest volksvertegenwoordigers met
een zekere regelmaat bij verkiezingen aan de bevolking verantwoording moeten afleggen.
De voordelen hiervan is dat de instituties elkaar controleren aan de hand v.d. trias politica.
De kenmerken van democratie:
1. Individuele vrijheid
2. Politieke grondrechten
3. Politie/leger hebben beperkte bevoegdheden
4. Onafhankelijke rechtspraak
5. Persvrijheid
6. Bescherming van minderheden
De kenmerken van een parlementair stelsel:
- het gekozen parlement is het hoogste orgaan
- de uitvoerende macht wordt gekozen door het parlement
- heeft geen gekozen staatshoofd en deze heeft een beperkte macht, = constitutionele
monarchie: landen met een staatshoofd, wiens macht wordt beperkt door de grondwet.
De kernmerken van een presidentieel stelsel:
- het volk kiest het parlement en de president
- de president heeft veel politieke macht
In de Nederlandse grondwet staan meerdere dingen vastgelegd, zoals onder andere vrije
media en de regels voor politieke besluitvorming.
Vrije media: de journalisten mogen zelf bepalen waarover ze berichten. De overheid moet er
alleen voor zorgen dat zij over de juiste informatie beschikken (WOB)
Regels politieke besluitvorming:
1 De Tweede kamer wordt direct gekozen
2 Er zijn geheime verkiezingen
3 Regering en de Staten-Generaal maken samen de wetten (Eerste + Tweede kamer)
Dictatuur = een staatsvorm waarbij de 3 machten niet gescheiden zijn, maar in handen is
van een kleine groep mensen. Soorten dictatuur:
- ideologische dictatuur: gericht op het communistische gedachtegoed (VB: Noord-Korea)
- religieuze dictatuur: waarbij de wetgeving door religie wordt ingegeven (VB: Iran)
- militaire dictatuur: waarbij de macht bij het leger ligt (VB: Myanmar)
, De kernmerken van een dictatuur:
1. Ontbrekende machtenscheiding
2. Beperkte individuele vrijheid
3. Beperkte politieke vrijheid
4. Geen onafhankelijke rechtspraak
5. Censuur: geen vrije pers
6. Overheidsgeweld
7. De regering kan snel besluiten
Paragraaf 2: politieke stromingen
Ideologie = een samenhangend geheel van de denkbeelden over de mens en de gewenste
inrichting van de samenleving. Gebaseerd op normen & waarden en de sociaaleconomische
verhoudingen (links/rechts)
Links Rechts
Actieve overheid Passieve overheid
Eerlijke inkomensverdeling Lage belastingen
Verzorgingsstaat Eigen verantwoordelijkheid burgers
Gelijke kansen Economische vrijheid
- Liberalisme, de belangrijkste waarde = vrijheid
1. Economische vrijheid
2. Persoonlijke vrijheid
Rood = wetgevend
- Socialisme, de belangrijkste waarde = solidariteit en gelijkheid
Groen = controlerend
- Confessionalisme, de belangrijkste waarde = het christelijke geloof
Vanaf de jaren 60 is
er sprake van ontideologisering = het verdwijnen van de ideologie als leidraad voor het
politieke leven. De kernmerken van de partijen:
1. Ecologisme -> benadrukt de wederzijdse onafhankelijkheid tussen mensen en de
natuurlijke omgeving.
2. Populisme -> versimpelt maatschappelijke problemen door daadkrachtige oplossing,
maar heeft wel een afkeer van de gevestigde orde + zegt namens het ‘volk’ te spreken.
3. Progressief en conservatief gedachtegoed ->
progressief: vooruitstrevende politieke ideeën
conservatief: behoudende politieke ideeën
4. Kosmopolitisme VS nationalisme ->
kosmopolitisme: wil het land openhouden voor een globaliserende wereld
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper isaaaken. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.