3.1 regionale beeldvorming
Stereotype: het beeld dat mensen van een onbekend gebied hebben, gebaseerd op
vooroordelen
Perceptie: de manier waarop je op basis van juist of onjuiste informatie de werkelijkheid
inkleurt, iedereen geeft een eigen draai eraan.
Cultuurelementen zoals muziek, dans, sport, kleding en religie zijn belangrijk in het
stereotype van Zuid-Amerika, het wordt door de media en toerisme eerder bevestigd dan
ontkracht
Geografische beelden aardrijkskunde levert geografische beelden, dit zijn objectieve en
controleerbare beelden van de ligging van een gebied en zijn ruimtelijke kenmerken en
relaties, zo maak je een mental map.
3.2 landschappen
West: actieve continentrand: Zuid-Amerika bestaat uit meerdere tektonische platen, het
vasteland omvat de Zuid- Amerikaanse plaat en het zuidelijk deel van de Caribische plaat. De
oceanische korst van de Nazcaplaat duikt weg onder de continentale kost van Zuid-Amerika:
subductie. Gevolgen: aardbevingen, vulkanisme, gebergtevorming (bijv. het
Andesgebergte), daarom is hier ook veel andesiet, dat is een stollingsgesteente door
vulkanen. Tussen de Andes ligt een hoogvlakte/hoogland: de Altiplano.
Bij de vorming van het Andesgebergte ontstond aan de oostkant v.d. gebergte een
voorlandbekken, de wegduikende plaat creëert zelf een laagte en trekt het aangrenzende
land mee, in deze laagte verzamelt zich het sediment dat door verwering en erosie van het
groeiende Andesgebergte aan de westkant af komt, het gewicht van het opgehoopte
sediment drukt de onderliggende aardkorst verder de mantel in, zo blijft het voorlandbekken
diep genoeg om steeds meer sediment te ontvangen.
De Altiplano is van oorsprong ook zo’n bekken, maar is tijdens de vorming van de Andes
opgetild.
Aan de westkust is de vulkanische activiteit niet overal even groot, er zitten een paar gaten
omdat de subductie in die gebieden moeilijker verloopt omdat de onderduikende plaats vlak
onder de continentale korst schuift, het gesteente vervormt maar je krijgt geen vulkanisme
Oost: passieve continentrand: de oostzijde is passief, het is rustig zonder dingen als
aardbevingen en vulkanisme ten oosten van Andes liggen het Guyana en Braziliaanse schild:
alleroudste kernen van Zuid-Amerika. Soms bedekt door jongere afzettingen
Belangrijkste landschapstypen ZA: hoogland van Guyana en Brazilië, plateau van Patagonië, Andes, Altiplano, Laaglanden met de
Amazone en de Parana
Bodemschatten: vooral het Andesgebergte en de hooglanden zijn rijk aan ertsen (ijzer, koper),
door het opstijgende magma uit de aardmantel meegenomen. Diep onder het aardoppervlak
koelt de magma af en stolt, de elementen hopen zich bij bepaalde plekken op door extreem
heet water waarin metalen zich kunnen oplossen, er ontstaan ertsaders (hoge concentratie
van metaal dus je kan het winnen). Dit gebeurt vooral in plooiingsgebergten. Die gebergten
breken af en de ertsaders worden door rivieren aangesneden en meegevoerd. Op plekken
met een lagere stroomsnelheid is sedimentatie. Vaak worden de ertsen via mijnbouw
gewonnen.
, In gebieden met een tropisch regenwoud is bauxiet (Suriname), onder hete en vochtige
omstandigheden ontstaan hier door langdurige chemische verwering van kleibodems bauxiet
(voor aluminium)
Lithium wordt in zoutmeren gewonnen voor accu’s voor bijv. auto’s en mobieltjes