Hoofdstuk 1 Landschap zones
De bodem is het bovenste gedeelte van de grond waarin planten wortelen en dat verkleurd is door
de bodemvormende processen zoals de toevoeging van organisch materiaal en de in- en uitspoeling
van infiltrerend water.
In het tropisch regenwoud verlopen alle bodemprocessen veel sneller door hoge temperatuur, hoge
vochtigheid en een permanent groeiseizoen. Opvallend is ook de rode bodem waarbij de laag zwarte
humus ontbreekt. De afbraak van organisch materiaal, de mineralisatie, verloopt hier ontzettend
snel. De voedingstoffen die daarbij vrijkomen zullen, als ze niet direct weer worden opgenomen door
de planten, wegspoelen door de vele neerslag. Dit verklaart ook waarom het tropisch regenwoud
niet zo vruchtbaar is.
In het naaldwoud is juist een kort groeiseizoen door lage temp. De processen waarbij levende
organismen een rol spelen liggen dus het grootste gedeelte van het jaar stil. Hierdoor ontstaat een
dikke laag van organisch afval. Door de lage verdamping zal een groot deel van de neerslag infiltreren
en voedingstoffen uitspoelen. De grijze kleur geeft aan dat er weinig humus in de grond zit en dat
veel stoffen zijn uitgespoeld. De uitspoeling wordt nog versterkt door de afbraak vd naalden en dit
zorgt voor een zure bodem.
Dynamisch systeem:
Fotosynthese
Vorming van organisch afval
Mineralisatie en humusvorming (als het materiaal volledig wordt afgebroken ontstaat CO2,
wanneer het deels wordt afgebroken ontstaat humus)
Verwering (door regen, bacteriën of CO2 komen voedingstoffen vrij)
Neerslag en grondwater (wegspoelen en uitspoelen voedingstoffen in bodem)
Geofactoren: de onderdelen van een landschap die op elkaar inwerken en samen de processen aan
en het uiterlijk van het aardoppervlak bepalen.
Bossen groeien overal waar voldoende water is, de temp in de zomer niet te laag is en het
groeiseizoen niet te kort.
Tropische zone= tropisch regenwoud
Gematigde zone= zomergroen loofwoud
Boreale zone= naaldwoud
De nuttige neerslag is de hoeveelheid neerslag die overblijft na verdamping.
,In droge gebieden op lagere breedte komen gebieden voor met een neerslagterkort. Er is weinig
organisch materiaal. Deze woestijnbodems hebben vaak een witte of grijze kleur, dit komt door de
grote concentraties zout. Deze grote hoeveelheden zout komen door het verdampen van water uit
de grond, hierdoor wordt zout vanuit de diepe bodem in het water mee naar de bovenkant van de
bodem vervoert. Zout en ook kalk slaan door het verdampen vh water dus vlak onder of net boven
het oppervlak neer.
Op gematigde breedte is de nuttige neerslag vrijwel 0, hierdoor verandert de vegetatie geleidelijk van
bos naar grassteppe. Er is weinig uitspoeling, dus er is een dikke humuslaag direct onder het
oppervlak. De bovenste laag is zwart en zeer vruchtbaar.
Op hoge breedte in de polaire zone groeien door lage temp en kort groeiseizoen allen mossen en
grassen. Op deze toendra’s verteert het organisch materiaal door de lage temp heel langzaam. Het
gevolg hiervan is een veenlaag als bovenste laag vd bodem.
Mens beïnvloedt landschap doordat:
De voedselkringloop wordt doorbroken (het organisch materiaal valt niet op de bodem maar
wordt door de mens opgegeten en weggehaald)
Een verschuiving plaatsvindt van diversiteit naar monocultuur (systeem wordt kwetsbaar
door monocultuur, oogsten kunnen bijv. mislukken. Ook komt bodem in een keer bloot te
liggen.)
Chemische vruchtbaarheid: de hoeveelheid voedingstoffen die van nature in de bodem aanwezig
zijn, zoals kalium, stikstof en fosfor.
Fysische vruchtbaarheid: de verdeling in de bodem van de vaste bestanddelen, water en lucht,
wordt beïnvloed door de korrelgrootte van de grondsoort. Wortels moeten in de grond kunnen
dringen en overtollig water moet kunnen wegzakken (maar niet te snel).
De chemische vruchtbaarheid kun je verbeteren door bemesting. Door akkers te irrigeren in de
(semi)- aride zone verbeter je de fysische vruchtbaarheid. In gebieden met veel reliëf kun je
terrassen aanleggen. Deze dingen kunnen ook negatieve gevolgen hebben, zoals overbemesting,
verdroging en verzilting. Wanneer de kwaliteit van de bodem afneemt spreken we van
landdegradatie.
Bij bodemerosie verdwijnt het bovenste deel vd bodem. Dit komt door wind en stromend water.
Bodemerosie komt overal ter wereld in de natuur voor, maar versnelde bodemerosie komt door de
mens. Dit gebeurt door ontbossing, overbeweiding en akkerbouw.
De droge en zanderige grond die hierna ontstaat, waait weg over de hele wereld. Dit is positief en
negatief. Vruchtbare gebieden kunnen namelijk bedekt worden met te veel zand, maar in sommige
zanddeeltjes zitten nog mineralen die handig zijn.
Zo voorkom je bodemerosie:
Strip cropping (verschillende gewassen worden in stroken evenwijdig aan de hoogtelijnen op
een helling geplant)
Evenwijdig aan de hoogtelijnen ploegen
Zo min mogelijk ploegen
Resten van geoogste gewassen op braakliggende akkers laten liggen
Dwars op de overheersende windrichting struiken en bomen planten
, Capillaire werking: hierbij zuigen hele kleine openingen in de droge grond water aan en
transporteren het naar boven. Het water verdampt en draagt bij aan de verzilting. Hoe fijnkorreliger
de grondsoort, hoe sterker de capillaire werking.
Niet alle landschapzones zijn even kwetsbaar. De gebieden met lange droge periodes, veel reliëf en
hoge neerslagintensiteit zijn het kwetsbaarst.
Verwoestijning: proces waarbij land onbegroeid raakt en vervolgens het bovenste deel vd bodem
wegspoelt of wegwaait. De grond verliest zijn vruchtbaarheid.
Dit komt vooral voor op plekken waar jaarlijks net genoeg neerslag is voor landbouw. Vaak komt dit
ook door mensen, namelijk akkerbouw, veeteelt en ontbossing (ook klimaatverandering).
Omdat er in steppebieden vaak lange droge periodes kunnen voorkomen, hebben de bewoners zich
hier op aangepast. Ze leven van een combinatie van nomadische veeteelt (rondtrekken met vee
opzoek naar voedsel) en sedentaire akkerbouw (kleine akkers rondom waterputten, elk jaar
gebruiken ze een ander stuk land om uitputting te voorkomen).
In de Sahel (midden Afrika) ging het uiteindelijk ook fout, omdat er hier veel verbouwd moest
worden voor de kolonisten. Dit kwam door:
Braakliggende akkers
Overbeweiding, want akkers namen af
Bomen werden gekapt voor maken van vuur
Een milieuramp is veroorzaakt door de mens zelf. Er is sprake van een ramp wanneer er veel
slachtoffers vallen en schade is. Vaak gaat het bij milieurampen om natuurlijke processen die door de
mens zijn versterkt.
Hoofdstuk 3 middellandse zeegebied
De middellandse zee ligt op een convergente plaatgrens. De Afrikaanse plaat beweegt naar de
Euraziatische plaat toe. Deze beweging wordt aangedreven door het wegzakken van de oceanische
korst. Bij de convergente plaatgrens zijn ook rekkrachten actief. De sterkste rek vindt plaats in de
westelijke middellandse zee. Dit komt doordat de Afrikaanse plaat wegdraait. Het Middellandse
Zeegebied bestaat uit veel microplaten.