1
Samenvatting boek Handboek jeugdbeleid en jeugdhulp – René Clarijs
Hoofdstuk 1 De jeugdwet: aanleiding en uitgangspunten
Rond 15 procent van de jeugdigen kampt op enig moment met serieuze problemen. Dit kan
resulteren in een beroep op ondersteuning, hulp of zorg. Als ouders of het ondersteunende
netwerk hun rol niet kunnen vervullen, is er een taak weggelegd voor de overheid.
Het jeugdstelsel in Nederland heeft als doel bij te dragen aan het gezond en veilig opgroeien
van ieder kind opdat het zo zelfstandig mogelijk onderdeel kan uitmaken van de
maatschappij.
Het jeugdstelsel bleek te duur, te complex en te weinig effectief. De denktank Transformatie
jeugdstelsel heeft zeven bezwaren opgelegd:
- Er ligt een accent op problemen in plaats van wat wel goed gaat.
- Er is sprake van versnippering en verkokering binnen de sector, maar ook tussen
wettelijke kaders, financiers en verantwoordelijke overheidslagen.
- De effecten van geïndiceerde hulp zijn niet duidelijk.
- Er is sprake van differentiatie en professionalisering van het stelsel, waardoor de
eigen kracht van burgers naar de achtergrond verdwijnt.
- Het wordt wel het dorschuifmechanisme genoemd: indien een instelling of school er
niet uitkomt met een jeugdige, wordt deze doorgeschoven naar zwaardere hulp.
- Het zorgverbruik stijgt met 6 tot 10 procent per jaar.
- Het stelsel lijkt onbeheersbaar.
Vanuit de wens om de knelpunten aan te pakken en het jeugdstelsel te vereenvoudigen en
efficiënter en effectiever te maken, trad de jeugdwet in werking. Het centrale uitgangspunt
van de jeugdwet is duidelijk: decentralisatie van alle ondersteuning. Redenen:
- Decentralisatie als middel om de financiële prikkels te richten op preventie en
integrale hulp, zodat er geen sprake meer zou zijn van instroombeperking in de ene
deelsector en toestroom in de ander.
- Met de jeugdwet krijgt een bestuurslaag de regie over het gehele stelsel, wat de
werking van het financiering systeem eenvoudiger en doelmatiger maakt.
- Ontschotting van geldstromen biedt gemeenten meer mogelijkheden voor integrale
en daarmee effectievere hulp aan jeugdigen en gezinnen.
- In handen van de gemeente kan de jeugdhulp beter aansluiten op de problematiek
zoals die zich concreet voordoet.
- Door deze manier organiseren en interveniëren kan het beroep op specialistische en
gedwongen hulp worden verminderd.
- De verantwoordelijkheid komt bij de gemeente te liggen, waardoor het makkelijker
wordt om verbindingen te leggen tussen zorg, lokaal gezondheidsbeleid, onderwijs,
werk en inkomen, sport en veiligheid.
Aan de jeugdwet ligt de visie op de pedagogische civil society ten grondslag waarin ieder
kind een veilige omgeving om zich heen heeft, waarin de school, de naschoolse opvang, de
sportclub en de buurt een belangrijke rol spelen. Deze algemene jeugdvoorzieningen dragen
bij aan een positief opgroei- en opvoedklimaat.
, 2
Het uiteindelijke doel van de jeugdwet is het versterken van de eigen kracht van de jeugdige
en van het zorgend en probleemoplossend vermogen van diens gezin en van anderen in de
sociale omgeving.
- Veronderstelling is dat inzet op preventie en eigen kracht leidt tot besparing op
specialistische zorg.
Voor de meeste andere vormen van jeugdhulp geldt echter dat vroegtijdige ondersteuning
en hulp erop gericht is zoveel mogelijk te voorkomen dat jeugdigen en hun ouders gebruik
moeten maken van zeer specialistische of ingrijpende vormen van jeugdhulp.
Uitgangspunt jeugdhulp plicht
Het recht op zorg leidde ertoe dat eerder dan nodig en wenselijk was, werd gezocht naar
oplossingen buiten het eigen gezin. Dit heeft geleid tot overbelasting en tot soms lange
wachtlijsten. In samenhang met de decentralisatie werd een omslag gemaakt van een stelsel
gebaseerd op een wettelijk recht op zorg naar een stelsel op basis van een
voorzieningenplicht voor gemeenten, op een wijze zoals is gebeurd bij de Wet
maatschappelijke ondersteuning. In de jeugdwet is er dus geen wettelijk recht op zorg voor
cliënten, maar een jeugdhulpplicht voor gemeenten.
Uitgangspunt internationale verdragen
Wat betreft het verdrag van de Rechten van het Kind is het volgende van belang:
- Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door
openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk welzijn of door
rechterlijke instanties, bestuurlijke autoriteiten of wetgevende lichamen, vormen de
belangen van het kind de eerste overweging.
- De staten die partij zijn, verbinden zich ertoe het kind te verzekeren van de
bescherming en plichten van zijn ouders, wettige voogden of anderen die wettelijk
verantwoordelijk zijn voor het kind, en nemen hiertoe alle passende wettelijke en
bestuurlijke maatregelen.
- De staten die partij zijn, waarborgen dat de instellingen, diensten en voorzieningen
die verantwoordelijk zijn voor de zorg voor of de bescherming van kinderen voldoen
aan de door de bevoegde autoriteiten vastgestelde normen.
Uitgangspunt eigen kracht
De gemeente treft daar waar een jeugdige of zijn ouders dit nodig hebben een voorziening
op het gebied van jeugdhulp. Uitgangspunt hierbij blijft de eigen kracht van de jeugdige en
zijn ouders. De gemeente mag alleen een voorziening treffen als de jeugdige en zijn ouders
er op eigen kracht niet uitkomen.