VERDELINGSVRAAGSTUKKEN
College 1: Probleem en belang van framing
Leerdoelen
• Verdelingsvraagstukken benoemen en duiden
• De kernboodschap van de VTV benoemen en uitleggen
• De noodzaak van uitgavenbeheer benoemen en uitleggen
• Verschillende noties van verdelende rechtvaardigheid benoemen, uitleggen en toepassen in
de gezondheidszorg
• De theorie van framing uitleggen
Verdelingsvraagstukken en gezondheidsbeleid
De verdeling van determinanten (factoren die de gezondheid beïnvloeden), van gezondheid en
gezondheidszorg werken op elkaar in. Bij een ongelijke verdeling van gezondheid is er ook een
ongelijke verdeling van gezondheidszorg nodig. Het gezondheidsbeleid doet er alles aan om een
scheve verdeling te voorkomen, maar sommige groepen worden door bepaalde determinanten nu
eenmaal meer blootgesteld.
Kernboodschap VTV
Het VTV (Volksgezondheid Toekomst Verkenning) verschijnt eens per vier jaar vanuit het RIVM. De
laatste komt uit 2018 en omvat de volgende kernboodschappen: stijging van de zorgkosten,
toenemende vergrijzing, toenemende druk op het dagelijks leven (prestatiedruk), leefstijl én
leefomgeving hebben invloed op de gezondheid, toenemende psychische problemen bij jongeren en
een opeenstapeling van problemen bij kwetsbare groepen.
Onze gezondheid wordt bepaald door een aantal beïnvloedbare factoren, namelijk ongezond
gedrag, de sociale en fysieke omgeving (gezin, school, buurt) en milieufactoren en
arbeidsomstandigheden. Kortom, de inrichting van de leefomgeving kan belangrijke bijdragen
leveren aan gezond gedrag en gezondheid.
Volgens een rationeel perspectief zou het VTV objectieve wetenschappelijke kennis aanleveren van
het ministerie van VWS. Het ministerie gebruikt deze kennis om beleid te maken. Dit heet het
frontstage proces. Uit de praktijk blijkt echter dat wetenschappelijke kennis maar minimaal bijdraagt
aan het beleid. Achter de schermen blijkt veel samenwerking plaats te vinden; veel belangen spelen
een rol. De VTV werkt samen met het ministerie om zo onderling af te stemmen in het beleid. Het is
een politiek proces wat zich achter de schermen afspeelt: het informele backstage proces.
, VERDELINGSVRAAGSTUKKEN
Uitgavenbeheer en verdelingsvraagstukken
De zorgkosten stijgen veel harder dan het BBP. De vergrijzing speelt hierin maar een kleine rol. Het
zijn vooral de duurdere medicijnen, de hogere eisen en het feit dat veel ziektes die vroeger dodelijk
waren tegenwoordig chronisch zijn geworden.
Aandachtspunten voor beleidmakers:
• Verlies koploperspositie
• Ongezond gedrag
• Invloed van de omgeving
• Verschillen tussen groepen
• Frequentie van ziekten, ziektelast en sterfte
• Vergrijzing
• Kostenbeheersing
Verdelende rechtvaardigheid
Stone (2002): Policy Paradox: wie krijgt wat, wanneer en hoe? Paradox: gelijkheid kan in feite
ongelijkheid betekenen: gelijke behandeling kan een ongelijke behandeling vergen.
Model van Stone: ‘Concepts of Equality’ kan worden opgedeeld in drie dimensies:
1. Recipients (wie krijgt iets)
2. Items (wat wordt er verdeeld)
3. Process (hoe is de verdeling bepaald)
Dimensie Uitgifte Verdeling
Recipients 1. Membership Gelijke stukken, maar ongelijke uitnodigingen:
lidmaatschap van een gemeenschap/groep.
2. Rank-based distribution Ongelijke stukken voor ongelijke rangen, gelijke
stukken voor gelijke rangen: ranggebonden
(voorbeeld: leger).
3. Group-based distribution Ongelijke stukken, maar gelijke sociale blokken:
groep gebonden op basis van eigenschappen
(voorbeeld: vrouwenquota).
Items 4. Boundaries of the item Ongelijke stukken, maar gelijke maaltijden: grenzen
van het item (voorbeeld: waar baseer je de stufi op?)
5. Value of the item Ongelijke stukken maar gelijke waarde voor
ontvangers: waarde van item, geïndividualiseerde
waarde.
Process 6. Competition Ongelijke stukken maar eerlijke competitie met
gelijke startbronnen: competitie.
7. Lottery Ongelijke stukken maar gelijke statistische kans om
de taart te winnen: loterij.
8. Voting Ongelijke stukken, maar gelijke stemmen: stemmen.
, VERDELINGSVRAAGSTUKKEN
Incommensurabiliteit
Thomas Kuhn (1922-1996): Normale versus revolutionaire wetenschap
Normale wetenschap Revolutionaire wetenschap
• Consensus over theorie, methoden, • Crisis door opeenstapeling van anomalieën
probleemdefinities, wijze van oplossen etc. → puzzelstukjes die niet passen in de puzzel
• Puzzel oplossen • Consensus verdwijnt
• Socialisatie van junior-onderzoekers • Meerdere ideeën en nieuwe theorieën
tegelijkertijd
Paradigmawisseling: nieuw theoretisch kader waardoor alles op zijn plek kan vallen: nieuwe
concensus, vocabulaire, manier van werken, instrumenten, nieuwe normen en standaarden, nieuwe
leermethoden etc. Het is meer dan alleen switch van theorie. Het moet echt gaan om fundamentele
veranderingen in de denk- en handelswijze.
Incommensurabiliteit: het ontbreken van gemeenschappelijke maatstaven of criteria om te
beoordelen wat waar is. Ze zijn er wel, maar ze zijn paradigma gebonden; er is geen overkoepelende
maatstaaf.
• Fenomenale incommensurabiliteit (waarnemingen): het zien van verschillende werelden
(bijvoorbeeld verschillende belangen) en het leven en werken in verschillende werelden
• Semantische incommensurabiliteit (de taal, lexicon): verschillende vocabulaires in
disciplines, dezelfde term verwijst naar verschillende objecten
• Axiologische incommensurabiliteit (waarden): verschillende wetenschappelijke
standaarden en methoden: wat is een goede manier van wetenschap uitvoeren?
Kuhn probeert aan te tonen dat het lijkt of we soms allemaal anders tegen zaken aankijken en dat
het daardoor kan lijken dat ieder zich in een andere tijd/wereld bevindt. Dit wordt irrationele
wetenschap genoemd, maar dat klopt eigenlijk niet. Het is niet een tekort aan rationaliteit, maar
eerder juist een overvloed. Ieder heeft vanuit zijn eigen discipline een analyse (Raz).
Framing
Het gaat niet alleen over belangen, maar de strijd tussen paradigma’s van hoe men naar de wereld
kijkt. Framen gaat over hoe je ergens naar kijkt. Je kunt bij framen maar één perspectief tegelijk
zien; ook al kun je snel schakelen tussen perspectieven, er bestaat geen objectiviteit in framing: het
is altijd subjectief!
Reframing is het kijken naar nieuwe mogelijkheden. In plaats van te denken in negatieve termen
(wat kan niet meer) juist gaan denken in positieve termen (wat kan nog wel). Denk hierbij aan
arbeidsongeschiktheid, i.p.v. thuis gaan zitten, gaan kijken wat je voor andere functie kan uitvoeren
in de organisatie. Doordat werkgevers tegenwoordig twee jaar moeten doorbetalen, wordt ook de
werkgever aangespoord hieraan mee te werken.
Er bestaan drie soorten actionframes:
• Policy frames: de frame die een institutionele actor gebruikt om het probleem van een
specifieke beleidssituatie te construeren
• Institutionele frame: de frame die meer generiek is en waaruit institutionele actoren de
beleidskaders afleiden die zij gebruiken om een breed scala van problematische
beleidssituaties te structureren
• Meta culturele frames: cultureel gedeelde systemen van geloof. Dit zijn hardnekkigere
opvattingen. Ze zitten diep verankerd in een cultuur en hierdoor moeilijk om te switchen.
, VERDELINGSVRAAGSTUKKEN
College 2: Recht op gezondheidszorg
Mensenrechten
Menselijke waardigheid is het beginsel van alle mensenrechten. Mensenrechten worden niet
gegeven of verleend door de staat; je hebt deze rechten gewoon omdat je mens bent. Deze rechten
kunnen wel meer of minder beschermd of erkend worden. De meesten mensenrechtenbescherming
vindt plaats door middel van internationale verdragen en in de grondwet.
Mensenrechten worden vaak in drie categorieën/generaties ingedeeld:
• Eerste generatie: burgerrechten en politieke rechten (kortweg BUPO), of klassieke
vrijheidsrechten. Voorbeelden zijn het recht op vrije meningsuiting, godsdienstvrijheid en
het recht op leven. Dit zijn rechten die door burgers geclaimd worden jegens de overheid.
De overheid mag zich niet met alles bemoeien.
• Tweede generatie: economische, sociale en culturele rechten (kortweg ESC of ESOCUL). Ze
leggen de nadruk op sociale rechtvaardigheid. Voorbeelden zijn het recht op voedsel,
inkomen, onderdak en scholing. Deze vragen de overheid om iets te doen; het zijn een soort
van taken voor de overheid. Deze rechten werden tegelijk met de burgerrechten en politieke
rechten in 1948 vastgelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens.
• Derde generatie: collectieve rechten. Die werden vooral vanaf de jaren 1970 vastgelegd en
kregen steun in de ontwikkelingslanden tijdens de dekolonisatie, toen veel Afrikaanse en
Aziatische staten het recht op zelfbeschikking, het recht op beheer van
eigen grondstoffen en een eerlijke welvaartsverdeling voor hun eigen natie eisten.
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM)
Het EVRM beschermt alleen de klassieke vrijheidsrechten (eerste generatie mensenrechten). De
naleving hiervan wordt bewaakt door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Het valt
onder de Raad van Europa en bevat het mensenrechtenverdrag. Het verdrag geldt voor alle landen
waar dit verdrag is geratificeerd (=erkend). Het is geen absoluut recht, wat inhoudt dat er
beperkingen aan mogen worden gesteld. Mensenrechten zijn bijna nooit absoluut. Je kunt ze altijd
aantasten, als er maar redenen voor zijn: denk aan iemand die een moord heeft gepleegd en wiens
vrijheid wordt ontnomen door een gevangenisstraf. Het enige wel absolute mensenrecht: mensen
mogen nooit gefolterd worden.
Internationaal Verdrag inzake Economische, culturele en sociale rechten (IVESCR)
Het IVESCR beschermt alleen de sociale mensenrechten (tweede generatie mensenrechten). Dit
verdrag beschermt sociale, economische en culturele mensenrechten. Art. 12. van het IVESCR is de
belangrijkste internationale bepaling waarin het recht op gezondheid is vastgelegd. Dit artikel
verplicht om essentiële zorg te bieden (=staatsverplichting). Staten moeten door deze bepaling
maatregelen nemen: verlaging kindersterfte, verbetering van de hygiëne, voorkomen en bestrijden
van epidemische ziekten en het scheppen van omstandigheden die de geneeskunde waarborgen.
Verschil EVRM en IVESCR
Qua binding, de maten waarin staten gebonden zijn de verplichtingen na te komen uit de verdragen,
is er geen verschil. Er is wel een verschil in doorwerking van de verdragen tot op het niveau van de
individuele mens en dat heeft te maken met de nationale grondwetten. In Nederland bevat de
grondwet de volgende bepaling:
“Binnen het Koninkrijk geldende wettelijke voorschriften vinden geen toepassing, indien deze
toepassing niet verenigbaar is met eenieder verbindende bepalingen van verdragen en van
besluiten van volkenrechtelijke organisaties.” Art. 94. Grondwet