Samenvatting richtlijnen
Inhoud
Richtlijn ondervoeding ........................................................................................................................2
Harde kaart .......................................................................................................................................... 2
Richtlijn ................................................................................................................................................ 4
Richtlijn Enterale en/of parenterale voeding ...................................................................................... 22
Harde kaart ........................................................................................................................................ 22
Richtlijn .............................................................................................................................................. 24
Richtlijn Kanker ................................................................................................................................. 43
Harde kaart ........................................................................................................................................ 43
Richtlijn .............................................................................................................................................. 51
Richtlijn COPD ................................................................................................................................... 62
Harde kaart ........................................................................................................................................ 62
Richtlijn .............................................................................................................................................. 63
DNN Achtergrond richtlijn nieren ...................................................................................................... 76
Acuut nierfalen .................................................................................................................................. 76
Chronische nierfalen ......................................................................................................................... 76
DNN Richtlijn Dieet bij chronische nierschade.................................................................................... 77
DNN Richtlijn Nefrotisch syndroom ................................................................................................... 80
DNN Richtlijn Dieet bij nefrotisch syndroom ...................................................................................... 82
DNN Richtlijn Behandeling hemodialyse ............................................................................................ 84
DNN Richtlijn Dieet bij hemodialyse................................................................................................... 86
DNN Richtlijn Behandeling peritoneale dialyse ................................................................................... 88
DNN Richtlijn Dieet bij peritonealedialyse .......................................................................................... 92
DNN Richtlijn Calciumoxalaatstenen .................................................................................................. 95
Richtlijn Slikstoornissen door neurologische aandoeningen ............................................................... 97
Harde kaart ........................................................................................................................................ 97
Richtlijn .............................................................................................................................................. 98
Richtlijn Decubitus .......................................................................................................................... 116
Harde kaart ...................................................................................................................................... 116
Richtlijn ............................................................................................................................................ 117
,Richtlijn ondervoeding
Harde kaart
Diagnose
Ondervoeding: acute of chronische toestand, waarbij te kort of disbalans vn energie, eiwit en andere
voedingsstoffen leidt tot meetbare, nadelige effecten op lichaamssamenstelling, functioneren en
klinische resultaten
• Bij kinderen daarbij aandacht voor het nadelige effect op groei + ontwikkeling
Klachten
- Algehele mailaise → algehele staat van ongemak, vermoeidheid en ziekte
- Gebrek aan eetlust
- Gewichtsverlies
- Vermoeidheid
- Futloosheid
- Verminderde kwaliteit van leven
• Hierbij komen nog klachten die gerelateerd zijn aan het onderliggende ziektebeeld
Risicoprofiel
Patiënt met onbedoeld gewichtsverlies en/of patiënt waarbij het ziekteproces of behandeling van de
ziekte een negatieve invloed heeft op de hoeveelheid vetvrije lichaamsmassa
Risicofactoren zijn:
- Verminderde mobiliteit
- Verminderde of geen mogelijkheid om boodschappen te (laten) doen en eten te bereiden
- Vermoeidheid
- Angst
- Depressie
- Verminderde cognitie → kenvermogen
- Ziektetoestand → inflammatie in verschillende gradaties
- Verminderde smaak, geur of eetlust
- Gebitsklachten
- Slikproblemen
- Ontregeling van het honger- en verzadigingsgevoel
- Verstoorde vertering en absorptie in maag-darmkanaal → malabsorptie
- Pijn
- Dementie
- Bijwerkingen van medicatie
- Verslavingsproblematiek
- Eenzaamheid
- Verdriet
- Armoede
Complicaties
Ondervoeding is geassocieerd met een verminderde immunologische afweer + wondgenezing,
ontwikkelen van decbitus (doorlig plekken), afgenomen kwaliteit van leven, depressiviteit en
mortaliteit (sterfte in een bepaalde periode)
• Verminderde spiermassa leidt tot een afname van de algehele conditie + verminderde long-
en hartcapaciteit
Deze factoren hebben o.a. een langere opnameduur + verhoogd gebruik van medicijnen tot gevolg →
wat toename van de zorgkosten met zich meebrengt
• Bij kinderen heeft ondervoeding niet alleen directe gevolgen voor het kind op dat moment →
kan ook gevolgen hebben op latere leeftijd
o Vermindering IQ
, o Kleinere eindlengte
Behandeling
Risicopatiënten worden veelal opgespoord doormiddel van screening met instrument geschikt voor de
doelgroep
• Diëtist stelt met nadere diagnostiek de voedingstoestand vast + diëtistische diagnose +
formuleert behandeldoelen
Basisdoelstellingen:
- Voldoende inname eiwit, energie, micronutriënten
- Voldoende beweging
- Verhelpen van aan voeding gerelateerde klachten
Eindpunten voor het meten van effectiviteit van de behandeling:
- Volwaardigheid van voedingsinname, spiermassa, spierkracht, gewichtsbeloop, functionaliteit,
afname van aan voeding gerelateerde klachten
Diëtistische gegevens → vooral voor vrijdagles
Voedingsanamnese, voedingsmiddelen, voedingsstoffen
Navraag van eetlust, misselijkheid (braken), defecatie, stoma’s, fistels, wonen, huidige
voedingsinname
• Regelmaat van eetpatroon + recente (ziekte gerelateerde) veranderingen (aversies, slik- en
kauwproblemen) + gebruik van dieetpreparaten (drinkvoeding, vitamine- en/of
mineralensupplementen)
Eventueel gebruik van enterale en/of parenterale voeding in de voorgeschiedenis
• Anamnese gericht op eventuele deficiënties in macro- (met name eiwitten) en
micronutriënten
Antropometrische gegevens
Lengte, gebruikelijk gewicht (in afgelopen 1 en 6 maanden geleden), huidig gewicht en BMI,
vetvrijemassa-index, gewicht in vetvrije massa, spierkracht (onder andere handknijpkracht) en
bovenarmomtrek
Diëtistische diagnose
Aandacht voor 4 domeinen van het diëtistische onderzoek:
1. Somatische factoren → diagnose, behandeling, activiteitenpatroon, beweging/sport, ADL-
afhankelijkheid
2. Psychische factoren → motivatie, gedragsverandering, depressie, psychische stoornis,
dementie, stress, ziekte, inzicht
3. Sociale factoren → woonsituatie, opleidingsniveau, werk, activiteiten, kinderen,
gezinssamenstelling, sociaal netwerk
Specifieke factoren die bij ondervoeding naar voren komen:
- Mate van ondervoeding → BMI, percentage gewichtsverlies, afbuiging groei,
lichaamssamenstelling, inflammatie
- Soort ondervoeding
- Gevolgen op mentale functies
- Functies bewegingssysteem
- Voedingsgerelateerde klachten
- Verliezen van voedingsstoffen
- Invloed op voedselinname
• Op basis van diëtistische diagnose kunnen doelen van behandeling worden vastgesteld en
behandeling verder worden uitgewerkt
Dieetbehandelplan
Doel
, Toename voedingsinname patiënt naar 100% van vastgestelde eiwit + energiebehoefte+optimalisering
micronutriëntenstatus+beweging essentieel onderdeel om spiermassa te optimaliseren
Kenmerken
Volwassenen:
• Energie: volgens behoefte → gemeten met indirecte calorimetrie of berekend met WHO-
formule + 30% toeslag
o Bij overgewicht met Harris % Benedict formule 1919 + 30% toeslag
• Eiwit:
o Op basis van kg vetvrije massa (gemeten): 1,5-1,9 gr/kg VVM bij ziekte
o Indien geen VVM gemeten: 1,2-1,5 gr/kg
▪ Met uitzondering aangepaste behoefte bij lever- en nierziekten
▪ Bij BMI <20 terugrekenen naar BMI 20
o Indien geen VVM gemeten + overgewicht: Gallagher-formule gebruiken om VVM te
schatten
• Vitamines en mineralen: alle volgens 100% ADH, tenzij er bewezen deficiënties of verhoogde
behoefte zijn
• Vocht: 1,5 liter + verliezen
• Let op specifieke nutriënten die van belang zijn bij het betreffende ziektebeeld
• Refeeding syndroom: evalueren risico op adequaat behandelen
Kinderen:
• Energie: rustenergieverbruik (REE) + toeslagen, waarbij REE berekend kan worden met behulp
van Schofield (H + W) formule of REE gemeten met behulp van indirecte calorimetrie +
toeslagen
• Eiwit:
o Jonger dan 1 jaar: gebaseerd op energiebehoefte
▪ WHO-aanbevelingen voor eiwit:
• Acuut ondervoede kinderen energiepercentage 9-11,5% eiwit
• Chronische ondervoede kinderen energiepercentage 11-15% eiwit
o Ouder dan 1 jaar: dezelfde aanbeveling als voor volwassenen: 1,2-1,5 gr/kg
• Vitamines en mineralen: 100% ADH, suppletie van 10 mcg vitamine D per dag bij kinderen
onder 4 jaar
Richtlijn
Ziektebeeld
Acute of chronische toestand, waarbij een tekort of disbalans van energie, eiwit en andere
voedingsstoffen leidt tot meetbare, nadelige effecten op lichaamssamenstelling, functioneren en
klinische resultaten
• Bij kinderen ook nadelige effecten op groei en ontwikkeling
Ondervoeding wordt gezien al een voeding gerelateerde stoornis, naast sarcopenie en frailty,
overwicht, obesitas, micronutriëntenafwijkingen en het refeeding syndroom