Procesrecht
Hoofstuk 1
Materieel recht= beschrijft de rechten en plichten van de partijen
Formeel recht= zijn regels voor het geval er problemen ontstaan over de rechten en plichten
uit het materiele deel van het privaatrecht.
Kortom: Heb je problemen met de rechten en plichten uit het materieel recht dan vind je in het
formele deel waar je recht op hebt.
Het EVRM, de Grondwet, de Wet RO en het Rv bevatten in aantal grondregels voor het
procesrecht. Deze basisregels garanderen in eerlijk proces waarin beide partijen op dezelfde
manier worden behandeld en waren uiteindelijk een onafhankelijke uitspraak wordt gedaan.
Hoor en wederhoor
Is art. 19 Rv waarin er wordt gezegd dat de rechter geen uitspraak kan doen voordat hij de
beide partijen in gelegenheid heeft gesteld om hun zienswijze op de zaak te geven.
Openbaarheid
Bij openbare openbaarheid wordt bedoeld dat iedereen in principe toegang heeft tot de
uitspraak moet ook in aanwezig mag zijn bij het voorlezen van de rechter uitspraak. Zo kan
het publiek ook via de pers zien dat het eerlijk toe gaat bij echtszaken en dat de rechters niks
te verbergen hebben. (art. 6 ECRM, art 121 Grondwet, art. 27 Rv, art. 4/5 Wet RO)
Motivering
De motiveringsplicht zorg voor een goede kwaliteit van rechterlijke uitspraken omdat ze goed
onderbouwd moeten zijn. Door deze plicht moeten de rechters niet alleen beslissing geven,
maar ook moet ze uitleggen hoe hij tot deze beslissing gekomen. Zo bepaald dat in art. 121
Grondwet, art. 5 Wet RO en art 30 RV.
Hoger Beroep en cassatie
Bij onze rechtspraak is er bijna alle gevallen mogelijk om een rechterlijk uitspraak aan een
hogere rechter voor te leggen bij hoge beroep. In hoge beroep wordt het opnieuw behandeld
en volgt ook er een nieuwe uitspraak. En na het hoge beroep kan vaak nog cassatie worden
ingesteld bij de hoge Raad. Dit rechtscollege kijk dan nog eens naar de juridische kant van de
zaak.
Onafhankelijkheid en onpartijdige rechter
Voor een eerlijke rechtspraak is het van belang dat de rechter onafhankelijk is. Om te
beginnen moet hij onafhankelijk zijn ten opzichte van de regering en het parlement. Hij moet
zich vrij voelen om een uitspraak te doen die de overheid niet zo goed uitkomt. De
onafhankelijke positie van de rechter tegenover de overheid wordt geregeld in artikel. 117
Grondwet.
, Uitspraak binnen een redelijke termijn
Art. 6 EVRM legt rechters de plicht op om binnen een redelijke termijn een beslissing te
nemen over een zaak die aan hen is voorgelegd. Wat een redelijke termijn is, is nergens
vastgelegd maar de rechtbanken noemen een standaard termijn 6 weken. Maar als het niet
binnen 6 weken is gedaan en ook geen goede reden daarvoor is, dan is er geen sprake van een
redelijke termijn zoals bedoelt in het artikel.
Lijdelijkheid van de rechter
De proces partijen bepalen zelf of er wordt geproduceerd nog welke onderwerpen de
rechtszaak gaat. Bovendien het recht om de rechtszaak tijdens het proces te stoppen. Voor wat
betreft de inhoud van de rechtszaak is terecht dus pas heeft. Dit noemt men ook wel de
lijdelijkheid van de rechter in een burgerlijk proces.
Rechter niet lijdelijk bij bewaken voortgang
Bij het bewaken van de voortgang van de rechtszaak heeft de rechter geen plezier van maar
een actieve rol. Hij moet ervoor zorgen dat de procedure niet onnodig wordt vertraagd.
Verplichte procesvertegenwoordiging
Bij een verplichte procesvertegenwoordiging wordt er bedoelt dat de proces partijen een
rechtszaak niet zelf kunnen voeren. Ze moeten daarvoor een advocaat inschakelen. Deze
advocaat is een proces vertegenwoordiger van de ene partij.
Hoofstuk 1
Materieel recht= beschrijft de rechten en plichten van de partijen
Formeel recht= zijn regels voor het geval er problemen ontstaan over de rechten en plichten
uit het materiele deel van het privaatrecht.
Kortom: Heb je problemen met de rechten en plichten uit het materieel recht dan vind je in het
formele deel waar je recht op hebt.
Het EVRM, de Grondwet, de Wet RO en het Rv bevatten in aantal grondregels voor het
procesrecht. Deze basisregels garanderen in eerlijk proces waarin beide partijen op dezelfde
manier worden behandeld en waren uiteindelijk een onafhankelijke uitspraak wordt gedaan.
Hoor en wederhoor
Is art. 19 Rv waarin er wordt gezegd dat de rechter geen uitspraak kan doen voordat hij de
beide partijen in gelegenheid heeft gesteld om hun zienswijze op de zaak te geven.
Openbaarheid
Bij openbare openbaarheid wordt bedoeld dat iedereen in principe toegang heeft tot de
uitspraak moet ook in aanwezig mag zijn bij het voorlezen van de rechter uitspraak. Zo kan
het publiek ook via de pers zien dat het eerlijk toe gaat bij echtszaken en dat de rechters niks
te verbergen hebben. (art. 6 ECRM, art 121 Grondwet, art. 27 Rv, art. 4/5 Wet RO)
Motivering
De motiveringsplicht zorg voor een goede kwaliteit van rechterlijke uitspraken omdat ze goed
onderbouwd moeten zijn. Door deze plicht moeten de rechters niet alleen beslissing geven,
maar ook moet ze uitleggen hoe hij tot deze beslissing gekomen. Zo bepaald dat in art. 121
Grondwet, art. 5 Wet RO en art 30 RV.
Hoger Beroep en cassatie
Bij onze rechtspraak is er bijna alle gevallen mogelijk om een rechterlijk uitspraak aan een
hogere rechter voor te leggen bij hoge beroep. In hoge beroep wordt het opnieuw behandeld
en volgt ook er een nieuwe uitspraak. En na het hoge beroep kan vaak nog cassatie worden
ingesteld bij de hoge Raad. Dit rechtscollege kijk dan nog eens naar de juridische kant van de
zaak.
Onafhankelijkheid en onpartijdige rechter
Voor een eerlijke rechtspraak is het van belang dat de rechter onafhankelijk is. Om te
beginnen moet hij onafhankelijk zijn ten opzichte van de regering en het parlement. Hij moet
zich vrij voelen om een uitspraak te doen die de overheid niet zo goed uitkomt. De
onafhankelijke positie van de rechter tegenover de overheid wordt geregeld in artikel. 117
Grondwet.
, Uitspraak binnen een redelijke termijn
Art. 6 EVRM legt rechters de plicht op om binnen een redelijke termijn een beslissing te
nemen over een zaak die aan hen is voorgelegd. Wat een redelijke termijn is, is nergens
vastgelegd maar de rechtbanken noemen een standaard termijn 6 weken. Maar als het niet
binnen 6 weken is gedaan en ook geen goede reden daarvoor is, dan is er geen sprake van een
redelijke termijn zoals bedoelt in het artikel.
Lijdelijkheid van de rechter
De proces partijen bepalen zelf of er wordt geproduceerd nog welke onderwerpen de
rechtszaak gaat. Bovendien het recht om de rechtszaak tijdens het proces te stoppen. Voor wat
betreft de inhoud van de rechtszaak is terecht dus pas heeft. Dit noemt men ook wel de
lijdelijkheid van de rechter in een burgerlijk proces.
Rechter niet lijdelijk bij bewaken voortgang
Bij het bewaken van de voortgang van de rechtszaak heeft de rechter geen plezier van maar
een actieve rol. Hij moet ervoor zorgen dat de procedure niet onnodig wordt vertraagd.
Verplichte procesvertegenwoordiging
Bij een verplichte procesvertegenwoordiging wordt er bedoelt dat de proces partijen een
rechtszaak niet zelf kunnen voeren. Ze moeten daarvoor een advocaat inschakelen. Deze
advocaat is een proces vertegenwoordiger van de ene partij.
