100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting syllabus economie VWO 2021 €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting syllabus economie VWO 2021

 30 keer bekeken  1 keer verkocht

De syllabus van het economie examen voor VWO 2021 heb ik hier samengevat met gearceerde begrippen en georganiseerde tabellen en diagrammen met voorbeelden van bijvoorbeeld het arceren van surplus. Ook zijn formules die je moet kennen rood gearceerd en is het zo samengevat hoe je op het examen zou m...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 37  pagina's

  • 25 april 2021
  • 37
  • 2020/2021
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2015)
avatar-seller
willemsjosephine
Examen economie

Domein D

D1: Vraag en aanbod

Vraagfunctie = onderscheid tussen individueel en collectief, verband tussen prijs en
gevraagde hoeveelheid.
- Ontstaat door betalingsbereidheid van mensen.
- Verloop van vraaglijn is dalen → negatief verband, hoe hoger de prijs hoe
minder men wil kopen.
- Verschuiving over de vraaglijn → als prijs hoger is kan je aflezen hoeveel er
dan gevraagd wordt.
- Verschuiving van de vraaglijn → lijn verschuift naar links of rechts door:
1. Verandering behoefte consument
2. Aantal consumenten is verandert
3. Inkomen is meer of minder geworden
4. Prijs van andere goederen is verandert

Aanbodfunctie = onderscheid tussen individueel en collectief, verband tussen prijs en
aangeboden hoeveelheid.
- Valt samen met MK-functie en snijpunt van GVK-functie (individuele functie)
- Verschuiving van aanbodlijn:
1. Kostenontwikkeling (lijn naar links)
2. Aantal aanbieders (bij meer naar rechts, minder naar links)
3. Technische ontwikkeling (lijn naar rechts)
4. Overheidssubsidies of heffing (naar links of rechts)

Segmentelasticiteit is basis voor alle soorten:
% verandering gevolg(G) ΔG/G× 100 %
- Segmentelasticiteit= →
% verandering oorzaak (O) ΔO/O ×100 %

De soorten prijselasticiteit:
1. Prijselasticiteit (Ev), hoe gevraagde hoeveelheid verandert als prijs verandert.
% verandering h oeveel h eid
- Ev=
% verandering prijs
- Prijselasticiteit is een negatief getal (negatief verband)
- Stijging prijs zorgt voor daling van hoeveelheid
- Daling prijs zorgt voor stijging hoeveelheid
- Ev > 1 of <-1 → prijselastische situatie
- Ev tussen 1 of -1 → prijsinelastische situatie
Elastische prijselasticiteit → bij prijsstijging dalen totale uitgaven voor dit
product: sterk op prijs reageren.
Inelastische prijselasticiteit → bij prijsstijging stijgen totale uitgaven voor dit
product: zwakke reactie op prijsverandering.

, 2. Kruislingse prijselasticiteit (Ek), hoe gevraagde hoeveelheid van goed verandert als
prijs van ander goed verandert.
% verandering h oeveel h eid goed 1
- Ek=
% verandering prijs goed 2
- Goederen reageren verschillend op elkaar → substitutie goederen of
complementaire goederen
- Positieve kruislingse elasticiteit → substitutiegoederen
- Negatieve kruislingse prijselasticiteit → complementaire goederen
Inelastische producten -1 < Ek < 0
1. Noodzakelijke goederen
2. Complementaire goederen
Elastische producten Ek < -1
1. Luxegoederen
2. Substitutie goederen




3. Inkomenselasticiteit (Ey), hoe gevraagde hoeveelheid verandert als inkomen
verandert.
% verandering h oeveel h eid
- Ey=
% verandering inkomen
- Verschillende typen goederen reageren anders op inkomensverandering:
1. Primaire goederen → Ey tussen 0 < E < 1 (hoger inkomen,
meer vraag)
2. Inferieure goederen → Ey < 0 (hoger inkomen, minder vraag)
3. Luxegoederen → Ey > 1 (hoger inkomen, meer vraag)
Drempelinkomen = pas vanaf een bepaald inkomen is er vraag
Verzadigingsinkomen = vanaf een bepaald inkomen ga je niet meer van dit product kopen,
je bent dan verzadigd


Subsidie = financiële tegemoetkoming die het aanbod stimuleert
Heffing = boete/ financiële ontmoediging die het aanbod afremt
- Zowel heffing als subsidie doen wat met de aanbodfunctie → vraag
verandert niet.
- Gevolg: ontstaan nieuw evenwicht met nieuwe evenwichtshoeveelheid en prijs

Indirecte heffing/accijns → aanbod van goed neemt af, kosten voor aanbieden
van goed nemen toe.
- Aanbod naar links
- Hogere evenwichtsprijs en lagere evenwichtshoeveelheid
- Producentensurplus neem af + consumentensurplus neemt af →
producent krijgt hogere kosten en consument moet meer gaan betalen.
- Overheid krijgt wel wat meer inkomsten maar minder dan totale surplus
afname → welvaartsverlies
Indirecte subsidies → aanbod van goed neemt toe, kosten voor aanbieden nemen
ad.

, - Aanbod naar rechts
- Lagere evenwichtsprijs en hogere evenwichtshoeveelheid

Manier voor algebraïsch veranderen aanbodfunctie na heffing:
1. Qa = P - 10 → prijs is 15eu en heffing is 5eu.
- Aanbieders ontvangen ipv 15 nu 10 want 5 gaat naar de overheid.
- Qa = (P - invoerheffing) - 10
- Qa = (P - 5) - 10
- dus Qa = P - 15
→ stel Qa = 2P - 10 dan wordt het Qa = 2(P - 5) - 10 wordt Qa = 2P - 20

Manier voor algebraïsch veranderen aanbodfunctie na subsidie:
1. Qa = 2P - 10 → prijs is 15eu en subsidie is 5eu
- Aanbieders krijgen 15 + 5 = 20eu per product
- Qa = 2(P + subsidie) -10
- Qa = 2P + 10 - 10
- dus Qa = 2P

Doelstelling van een bedrijf bij bepalen van productieomvang:
1. Maximale omzet → MO = 0
2. Geen winst en geen verlies → TO = TK of GO = GTK
3. Maximale winst → MO = MK
- MO is eerste afgeleide van TO
- MK is eerste afgeleide van TK

MK = GVK = constant
P = GO = MO = constant
LET OP → wanneer je de prijs bij een MO=MK lijn wil weten ga je omhoog naar de
GO lijn en niet de prijs aflezen bij MO.
Invloed van marginale opbrengsten en marginale kosten op de maximale winst:
- MK = extra kosten als men de productie met één uitbreidt
- MO = extra opbrengst als men de productie met één uitbreidt
- Invloed is dus wanneer er meer geproduceerd gaat worden dan nemen de MK en
MO toe aangezien je meer kosten en ook meer opbrengst krijgt.

Marktmechanisme = prijs of markt zorgt altijd voor een evenwicht tussen vraag en aanbod.
- Bijvoorbeeld bij een hoge prijs wordt vraag geremd maar productie wordt
gestimuleerd waardoor er weer evenwicht komt tussen vraag en aanbod.
- Als vraag groter is dan aanbod dan zal prijs omhoog gaan en evenwicht ontstaan.

D2: marktstructuur
Marktvorm Volkomen Monopolistisc Oligopolie Monopolie
concurrentie he
concurrentie

Aantal Veel Veel Weinig één
aanbieders

, Soort product Homogeen Heterogeen Homogeen of uniek
(homogeen of heterogeen
heterogeen)

Doorzichtighei Goed Slecht Homogeen = Goed
d van de markt transparant transparant goed transparant
transparant
Heterogeen =
slecht
transparant

Toetreding Makkelijk want Makkelijk want Moeilijk, Moeilijk
mogelijkheden veel aanbieders veel aanbieders toetredingsbarri toetredingsbarri
ères:: ères:
1. Octrooien 1. Octrooien
2. Verzonken 2. Verzonken
kosten kosten
3. Schaal- 3. Schaal-
voordelen voordelen

Invloed van Geen, Beperkt, Bij concurrentie Veel
individuele homogene producten = beperkt
aanbieder op producten dus verschillen iets invloed
prijs het van elkaar Bij
goedkoopste samenwerking=
kopen veel invloed
(kartelvorming)




D3: welvaart en economische politiek

Consumentensurplus = verschil tussen het bedrag dat een consument of consumenten
willen betalen en de te betalen prijs (marktprijs). Over het algemeen zullen rijk mensen een
groter consumentensurplus hebben dan arme mensen omdat zij bereid zijn meer te betalen.
- Verschil dus tussen marktprijs en betalingsbereidheid van vragers.

Producentensurplus = verschil tussen de ontvangen prijs (marktprijs) en de minimale prijs
waartegen een bedrijf of bedrijven het product willen aanbieden. Zolang een bedrijf voor zijn
product een hogere prijs ontvangt dan zijn marginale kosten, dan heeft hij een surplus. Deel
vak TCK terug verdienen.
- Verschil dus tussen marktprijs en prijs waartegen alle producenten bereid zijn aan te
bieden.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper willemsjosephine. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 62890 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen