Biologie hoofdstuk 2 – Soorten en populaties
2.1 Definitie van een soort
Definitie van een soort
Individuen met ± hetzelfde uiterlijk behoren tot dezelfde soort als ze vruchtbare nakomelingen
kunnen krijgen.
Soort alleen beschrijven aan de hand van uiterlijke kenmerken is niet voldoende. Individuen
verschillen van elkaar.
Bij grote uiterlijke variatie geeft het voortplantingscriterium de doorslag. Tekeningen laten de
soortkenmerken over het algemeen goed zien.
Soms lijken dieren qua uiterlijk op elkaar, maar gedrag, geluid, voedsel, leefgebied is anders ->
2 verschillende soorten.
Soortnamen
Binominale naamgeving bestaat uit 2 delen: geslachtsnaam en soortaanduiding.
Deze naamgeving is door Linnaeus ingevoerd. Geboeid door taxonomie (wetenschappelijke
indeling van soorten) classificeerde Linnaeus duizenden dieren en planten. Lette vooral op
overeenkomstige kenmerken. Zijn indeling plaatst organismen bijeen in steeds grotere
groepen:
AK OF GS? Afdeling -> Klasse -> Orde -> Familie -> Geslacht -> Soort (-> organisme).
DNA
Soms levert DNA-onderzoek verrassende familierelaties op (zangvogels en papegaaien), of
dieren blijken helemaal niet verwant aan elkaar te zijn (torenvalk en buizerd).
Biologen gebruiken DNA-onderzoek om tot een betrouwbare indeling van soorten te komen.
Als soorten zich niet aan de regels houden
De grens tussen soorten is in werkelijkheid vaag. Soms kruisen verschillende soorten en krijgen
ze levensvatbare nakomelingen (hybriden). Deze hybriden helpen de familierelaties tussen
soorten vast te stellen. 2 soorten kunnen alleen jongen krijgen als het DNA voor een groot deel
gelijk is.
Meestal zijn hybriden onvruchtbaar, zodat een grotere vermenging van soorten niet optreedt.
Sommige diersoorten planten zich vooral ongeslachtelijk voort. Vrouwtjes kunnen vruchtbare
jongen krijgen zonder een paring. Het kenmerk dat soortgenoten samen vruchtbare jongen
kunnen krijgen, vervalt bij deze soorten (wandelende tak).
, 2.2Populaties
Populaties
Populatie = organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied.
Binnen populatie paren dieren vaker onderling dan met soortgenoten uit andere populaties ->
individuen in een populatie zijn vaak directe familie van elkaar -> maakt ze kwetsbaar voor bijv.
ziekten -> populatie kan ineens verdwijnen. Bij gunstige omstandigheden en veel uitwisseling
van erfelijk materiaal kan een populatie juist snel groeien.
Beperkende factor
Koolmezen brengen hun jongen groot in holle bomen. Deze zijn er niet in een jong bos ->
nestgelegenheid is de beperkende factor.
o Beperkende factor: factor die het aantal individuen in een populatie laag houdt.
Op een bepaald moment is er niet genoeg voedsel meer -> jongen trekken weg uit leefgebied
van hun ouders. Blijven ze in de buurt, dan versterken ze hun oorspronkelijke populatie. Als ze
een nieuw gebied koloniseren, dan vormen ze een nieuwe populatie. Als ze terecht komen in
een bestaande populatie, dragen ze bij aan de genetische diversiteit.
Planten verspreiden hun zaden via wind, water en dieren. Soms moeilijk te achterhalen hoe
een soort op een bepaalde plek gekomen is.
Versnipperde gebieden
Groei van menselijke bevolking leidt tot het verdwijnen van landelijke gebieden en een
toename van huizen en wegen.
Aantal soorten profiteert daarvan (ekster vindt gemakkelijk voedsel). Bij deze soorten is de
overlevingskans vergroot.
Meeste andere populaties hebben het moeilijk. Door wegen, kanalen en woonwijken worden
populaties gesplitst. Dit noem je versnippering: het opdelen van het leefgebied in kleine
stukken. Soortgenoten komen zo moeilijker met elkaar in contact -> noodzakelijke uitwisseling
van genetisch materiaal met andere familieleden komt steeds minder voor en populaties
verzwakken door inteelt.
Ontsnippering
Ontsnippering = delen van versnipperde gebieden met elkaar verbinden.
Grootste klus is om tussenliggende gebieden zo in te richten dat soortgenoten elkaar weer
kunnen ontmoeten. Vb: grond aankopen om bomen aan te planten; bepaald oeverbeheer
toepassen zoals riet in gedeeltes maaien en bosjes met dichte begroeiing aanleggen;
ecoducten, tunnels (maken heel veel dieren, groot en klein, gebruik van).
Door tijdens aanleg van woonwijken rekening te houden met de aanwezige dieren en planten,
kunnen de populaties zelfs uitbreiden.
Wachten of uitzetten
Nog een manier om overlevingskansen van soorten te vergroten is door een gebied zo in te
richten dat ze zich er ‘thuis’ voelen.
Men zet dieren uit om leefgebied gevarieerder te maken, of omdat het dier er thuishoort,
maar verdwenen is (otter in Noord-Overijssel).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper boeky. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.