100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting hoofdstuk 13 Economie moet je doen €3,09   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting hoofdstuk 13 Economie moet je doen

 4 keer bekeken  0 keer verkocht

Samenvatting hoofdstuk 13 Economie moet je doen

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 13
  • 1 mei 2021
  • 5
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (2014)
avatar-seller
irenevandriel
13.1 Inleiding
Nivelleren = verschillen verkleinen

13.2 Hoe ontstaan inkomens?
Produceren = voortbrengen van economische goederen met behulp van schaarse
productiefactoren. Beloning daarvan = inkomen

Heterogeen: bv arbeid; arbeid is niet gelijk aan dezelfde vorm → (on)geschoolde en
geoefende)
Hoeveelheid aangeboden arbeid:
- Grootte/groei beroepsbevolking
- (toename) deeltijdwerk
- (ontwikkeling van) participatiegraad = mensen tussen 15-65 die wil en kan werken

Productiefactoren: kwaliteit hangt af van………..
Arbeid; heterogeen Kapitaal; (geld, machines, gereedschappen)
- (toenemende) scholingsgraad - mechanisering en automatisering
- mate van arbeidsverdeling = innovatie → productinnovatie en
procesinnovaties
- stand van techniek

Investeringen

Vaste kapitaalgoederen Vlottende kapitaalgoederen
Worden niet verbruikt tijdens proces (machines) gaan maar één prod. proces mee

Vervangingsinvesteringen Uitbreidingsinvesteringen Voorraden, grondstoffen,
als vaste kapitaalgoederen slijten investeringen die productie- Energie en halffabricaten
capaciteit vergroten

Diepte-investeringen Breedte-investeringen
= nieuwe machine → grotere apt apt werknemer blijft gelijk
werknemer
kapitaalintensiteit neemt toe

Bezettingsgraad van de productiecapaciteit = de mate waarin een bedrijf zijn
productiecapaciteit gebruikt

Natuur; heterogeen Ondernemerschap;
- Uitputting van grondstoffen en milieuvervuiling - vb starten eigen bedrijf
= externe effecten = gevolgen van productie die - kwaliteitsverschillen: verbeteren door:
niet in de verkoopprijs zijn berekend, maar waar extra scholing en wettelijke maatregelen
later een prijskaartje aan blijkt te hangen. - kwantiteit verbeterd door infrastructuur
- Duurzame economische groei en gunstig belastingklimaat




13.3 Welke beloningen ontvang je voor het inzetten van productiefactoren?

, Beloningen zijn
Loon; arbeid
Door geestelijke of lichamelijke arbeid beschikbaar te stellen voor bedrijven (geen vrijwilligers)

Rente; kapitaal
Beloning als je tijdelijk afstand doet van geldkapitaal = interest, tijdsduur speelt grote factor

Pacht; natuur
Beloning van gebruik van de grond waarop bedrijven economische activiteiten
verrichten → vooral in ontwikkelingslanden.

Huur; onroerend goed

Winst; ondernemersactiviteit
Brutowinst - kosten = nettowinst
Nettowinst - bedrag wat je in loondienst had kunnen verdienen = ondernemerspremie

13.4 Hoe meet je de mate van inkomensongelijkheid in een land?
Personele inkomensverdeling omdat inkomens van mensen verschillen. Een
ongelijke inkomensverdeling = scheve inkomensverdeling. Inkomen = beloning
voor geleverde PF, dus ook loon, huur, pacht, rente en winst → primaire
inkomens.
Hoogte inkomen is afhankelijk van
Vraag en aanbod, prestaties, verantwoordelijkheid, opleiding, risico, organisatiegraad van de
vakbonden en de schaarste verhouding van de PF

Lorenzcurve: Hoe groot is het verschil tussen arm en rijk → Max O. Lorenz 1905
De Lorenzcurve geeft verband weer tussen het cumulatief percentage van de
bevolkingsomvang en het cumulatief percentage van de inkomens van diezelfde bevolking.

Op de horizontale as wordt de bevolking weergegeven in procenten van het totaal, waarbij
de bevolking gerangschikt wordt naar inkomen: van arm naar rijk. De eerste 10% wordt
gevormd door de groep met de laagste inkomens, de laatste 10% door de groep met de
hoogste inkomens. Op de verticale as het inkomen in procenten
van het totaal.

Bij een volstrekt gelijk personele inkomensverdeling is de
Lorenzcurve een rechte lijn van linksonder naar rechtsboven,
zoals hiernaast te zien is.

De betekenis hiervan is dat de armste 10% van de bevolking ook
10% van het inkomen heeft. Dat betekent dat iedereen evenveel
inkomen heeft, want bijvoorbeeld de armste 80% van de
bevolking heeft ook 80% van het inkomen. De rijkste 20% van de
bevolking heeft de resterende 20% van het inkomen. Iedereen is
dus even rijk! Uiteraard is dit theoretisch.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper irenevandriel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,09. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 62491 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€3,09
  • (0)
  Kopen