Samenvatting ethiek:
Hoofdstuk 2 Normatieve theorieën:
In de gevolgenethiek wordt beoordeeld welke handeling moreel juist is door naar het doel of de
gevolgen van die handeling te kijken. Een handeling is binnen deze theorie moreel juist, als die ertoe
leidt dat een goed doel bereikt wordt. Een andere naam voor deze benadering is teleologische ethiek
en dit betekent doel.
Utilisme:
Het utilisme ook wel utilitarisme genoemd is een belangrijk teleologische normatieve theorie. In deze
theorie probeert men te beschrijven hoe Mensen moreel zouden moeten handelen, waarbij ze een
afweging maken op basis van de gevolgen van hun handelingen. Op die manier streven ze ernaar om
hun waarde te realiseren. De Engelse filosoof David Hume (1748-1776) heeft de basis voor deze
theorie gelegd. Hij stelt dat de belangrijkste drijfveer van Mensen is om zoveel mogelijk genot te
zoeken en pijn te vermijden. Jeremy Bentham En John Stuart Mill hebben deze visie verder
uitgewerkt. Bentham stelde diverse sociale hervormingen voor. Hij was tegen lijfstraffen. In zijn tijd
werden bepaalde seksuele handelingen, zoals zelfbevrediging en homoseksualiteit, sterk afgekeurd.
Bentham vraagt zich af wat er eigenlijk verkeerd aan is, omdat niemand er last van heeft. Daarom
gaat hij op zoek naar redelijke beginselen, waarmee morele beslissingen gerechtvaardigd kunnen
worden. Mensen proberen te berekenen welke handelingen zoveel mogelijk genot zullen brengen,
daarbij houden ze rekening met zaken als de intensiteit, de duur en de waarschijnlijkheid van het
plezier. Betekent dit dat het moreel juist is om zoveel mogelijk van het leven te genieten, door
bijvoorbeeld veel te feesten te drinken te roken en met wisselende contacten het bed te delen? Dit
kun je niet zonder meer stellen, want je moet ook rekening houden met de langetermijneffecten en
met de gevolgen voor anderen, die wellicht In de toekomst meebetalen aan de medische kosten. The
Greatest happiness for the greatest number. Een morele keuze wordt op die manier een soort
rekensom waarbij je de hoeveelheid pijn en de hoeveelheid genot tegen elkaar afweegt. De meest
positieve uitkomst is dan de winnaar. Bentham en Mill willen de bedoelde gevolgen van een
handeling beoordelen. Een handeling kan echter ook onbedoelde gevolgen hebben. Latere
utilitaristen pleiten daarvoor om daar ook rekening mee te houden. Ze bepleiten het maken van een
afweging tussen alle voorziene consequenties, om te bepalen of een handeling moreel juist is. Het is
vaak moeilijk om alle gevolgen van een handeling te overzien de acteur moet een inschatting maken
van de consequenties van zijn daad, maar Er zijn niet altijd te voorspellen. Veel gebeurtenissen leiden
tot een complex van oorzaken en gevolgen.
Handelingsutilisme en regelutilisme:
Er zijn binnen het utilisme twee vormen te onderscheiden. Zo kun je bij iedere handeling op zichzelf
afvragen wat de gevolgen zijn punt je weegt de gevolgen tegen elkaar af en beoordeelt of de
handelingen bijdraagt aan het realiseren van de waarde die je nastreeft. Men noemt dit
handelingsutilisme. Helaas kun je niet altijd voorspellen wat de gevolgen van je handelen zijn punt
Het is ook omslachtig om bij iedere morele daad opnieuw te bedenken welke factoren een rol spelen.
Een alternatief is om regels te bedenken die nuttig zijn om een goede situatie te bereiken. Dan hoef
je in een specifieke situatie alleen maar de regel toe te passen. Deze benadering noemt men
regelutilisme. Bij deze vorm van utilisme staat de regel kom Maar de norm, centraal dat kan leiden
tot een andere uitkomst.
Kritiek op het utilisme:
, De afweging tussen genot en pijn moet in principe voor Iedereen aanvaardbaar zijn punt dat kan
echter een probleem opleveren. Vanuit het utilisme worden namelijk geen absolute grenzen gesteld
aan wat Mensen mogen doen. De vraag is dan wanneer het doel de middelen heiligt. Als iemand
utilistisch redeneert, kijkt hij niet uitsluitend naar zijn eigen belang, maar naar de voor- en nadelen
voor alle betrokkenen. Het utilisme gaat ervan uit dat Mensen naar maximaal genot voor Iedereen
zoeken. Als iemand Alleen voor zichzelf maximaal genoeg nastreeft, is dat de vorm van eigenbelang.
Het utilisme keurt dit af. Aan de andere kant kan het utilisme leiden tot een tirannie van de
meerderheid com, ook In het sociaal werk kun je hiermee te maken krijgen. Een ander kritiekpunt op
het utilisme is dat het erg simplistisch is om Alleen pijn en genot tegen elkaar af te wegen. Er zijn vele
soorten pijn en vele soorten genot Als je die op een hoop gooit, vergelijk je appels met peren. Soms
kan iemand op ook op de korte termijn kiezen voor een vorm van lijden, Omdat hij daar later veel
genot voor terugverwacht. Mail kijkt meer naar de lange termijn afwegingen dan naar de voordelen
op korte termijn. Ook Nozick (1974) stelt dat het goede leven niet alleen draait om geluk en genot.
Stel dat er een geluksmachine zou bestaan. Als je in die machine stapt, krijg je alleen nog maar
prettige ervaringen en volmaakt geluk, maar… Je moet dan wel het uit het echte leven stappen.
Volgens Nozick zouden we dan liever in de echte werkelijkheid blijven. Geluk is belangrijk, maar
autonomie, het maken van je eigen keuzes en echtheid zijn dat ook.
2.2 Deontologische of beginselethiek:
In de deontologische ethiek wordt beoordeeld welke handeling moreel juist is door te kijken of de
handeling zelf juist is, ongeacht de feitelijke gevolgen. Deontologisch komt van het Griekse woord
deon wat pleegt betekent. Een andere naam voor deze benadering is dan ook plicht ethiek of
beginsel ethiek. Volgens de deontologische theorieën is het juist om het handelen te baseren op
bepaalde beginselen, zoals een vriend in nood laat je niet In de steek, ook al leidt dit niet altijd tot
maximaal geluk. Het utilisme beschouwt morele handelingen als middelen tot een het maximaliseren
van genot. Deontologische theorieën stellen dat morele regels onafhankelijk van doelen moeten zijn
punt morele regels zijn intrinsiek waardevol. Theologen benadrukken het belang van de argumenten
die ten grondslag liggen aan het handelen en van de intentie van de actor om het goede te doen.
Lichte hangen vaak Samen met rechten van anderen. Daarom is er binnen het Deontologische
benadering ook ruimte voor verschillende morele relaties tussen Mensen. Een ouder heeft andere
verplichtingen tegenover zijn eigen kinderen dan tegenover de andere kinderen die bij hem In de
buurt wonen. Een hulpverlener heeft specifieke verplichtingen tegenover zijn cliënten. Utilisten
kijken naar de morele keuze die iemand In het heden maakt en de gevolgen In de toekomst.
Deontologie houden echter ook rekening met het verleden. Doordat iemand In het verleden iets
heeft beloofd, kan hij nu de plicht hebben om zich aan die belofte te houden. Als iemand een ander
schade heeft berokkend, kan hij de plicht hebben om deze schade te vergoeden. Een utilist kan wel
rekening houden met dergelijke zaken, maar Alleen voor zover ze bijdragen aan het maximaliseren
van positieve gevolgen. Als iemand zich regelmatig niet aan zijn afspraken houdt, wordt hij
onbetrouwbaar en dat kan betekenen dat anderen niet meer met hem willen samenwerken. Dit kan
een reden zijn om je aan afspraken te houden. Deontologische en Utilistische argumentaties kunnen
dus tot dezelfde uitkomst leiden, al is de weg ernaartoe verschillend.
De meeste religies geven gelovigen richtlijnen over hoe zij zich als een goed mens kunnen gedragen.
In de bijbel staan de 10 geboden en In de koran staan gedragsregels voor islamieten.de wil van God
of Allah is hier de uiteindelijke morele standaard. Gelovigen worden uitgenodigd om zich daaraan te
houden. Ook In de beroepsethiek vinden we een deontologische benadering In de ethische code die
door verschillende beroepsgroepen zijn vastgelegd.de beroepsgroep heeft dan afspraken gemaakt
over de manier waarop ze op een morele juiste manier kan werken. Die afspraken worden
vastgelegd in een aantal regels waar de beroepsbeoefenaar zich aan dient te houden. De bedoeling
van deze codes is dat de beroeps oefenaar weet wat hij wel en niet kan doen, en dat de cliënt ook