exporteren = goederen of diensten verkopen aan het buitenland
importeren =goederen of diensten kopen uit het buitenland
importwaarde = de waarde in hoeveel je importeert
exportwaarde = de waarde in hoeveel je exporteert
open economie = dat Nederland veel handelt met het buitenland
gesloten economie = dat Nederland weinig handelt met het buitenland
Invoerrechten = vorm van belasting op ingevoerde producten
Contingentering = maximum aantal producten dat ingevoerd mag worden
Invoerverbod = dat bepaalde producten niet ingevoerd mogen worden
Exportsubsidie = dat de overheid geld geeft aan bedrijven om hun producten te verkopen in
het buitenland
Verenigd koninkrijk = was tussen 1973 en 2020 lid van de Europese unie
Europese migrantencrisis= dat veel migranten vanwege oorzaken naar Europa komen
Europese commissie = de 27 euro commissarissen
Europese parlement = 705 leden die alle inwoners van de Europese unie vertegenwoordigen
Europese raad = alle 27 gekozen staatshoofden of regerings leiders van de lidstaten
Doel Eu = economische samenwerking tussen de Europese landen
Door de economische samenwerking is er
Vrij verkeer van goederen of diensten
Vrij verkeer van kapitaal en
Vrij verkeer van personen
eurozone = alle 19 lidstaten die de euro gebruiken
internationale handel = handel tussen verschillende landen
, Hoofdstuk 6 economie samenvatting
Monocultuur = dat een land afhankelijk is van de exportopbrengst van een of enkel product
Inkomen per hoofd van de bevolking = gemiddelde inkomen per inwoner van een land
Verdeling arm en rijk = dat bijvoorbeeld een groot deel rijk is en een klein deel arm
Koopkracht = dat je met 1 euro hier 1 chip zak kunt kopen en in Amerika 50 chips zakken
Scholing = dat je onderwijs volgt
Arbeidsproductiviteit= gemiddelde productie per werknemer
Kinderarbeid = dat kinderen worden gedwongen om te werken in plaats van naar school te gaan
Microkrediet = kleine lening voor ondernemers van de overheid
Ontwikkelingssamenwerking = samenwerking tussen rijke landen en arme landen
Structurele hulp = hulp op lange termijn die gericht is om de oorzaken van armoede aan
Te pakken
Noodhulp = hulp op korte termijn gericht op noodoorzaken zoals oorlogen
Bilaterale hulp = als het ene land rechtstreeks hulp biedt aan het andere land
Gebonden hulp = dat het hulp biedend land voorwaarden stelt aan het ontvangende land
Ongebonden hulp = dat het ontvangende land vrij is om te bepalen wat die met het geld doen
Max Havelaar = keurmerk fairtrade
Fairtrade= dat boeren een eerlijke prijs krijgen voor hun producten
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper verkopenvansamenvattingen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,29. Je zit daarna nergens aan vast.