, kenmerken ........................................................................................................................................................ 46
meten ................................................................................................................................................................ 47
gedrag ............................................................................................................................................................... 48
veranderen ........................................................................................................................................................ 48
twee wegen voor overreding ........................................................................................................................ 48
bron ............................................................................................................................................................... 50
boodschap ..................................................................................................................................................... 50
ontvanger ...................................................................................................................................................... 51
Sociale psychologie M.Vanhove 5
,SOCIALE COGNITIES
INLEIDING
Sociale cognitie =
- Processen waarbij we informatie
o Verwerven/ opslaan
o Integreren/ organiseren
o Interpreteren
- Over mensen
o Anderen (sociale perceptie) → hoe je kijkt naar anderen, hoe ik denk dat anderen over
mensen denken
o Over jezelf (zelfperceptie)
We zijn niet passief, we gaan actief met informatie aan de slag om beeld te vormen van de ander
België, 1992: Wet op de Verwerking van de Persoonsgegevens → we doen dit verwerken ook met onze sociale
cognities
➔ Verwerken betreft elke activiteit die persoonsgegevens verricht
Zelfbeeld is vervlochten met beeld dat we hebben van ander → ander bepalen mee je zelfbeeld
Verwerken van (nieuwe) informatie is afhankelijk van de context
SCHEMA’S
Jean Piaget: mentale structuren liggen aan de basis van ons handelen → gestructureerde
functioneringspatronen
Vroegste schema’s: aangeboren reflecties
➔ Worden onder invloed van assimilatie en accommodatie complexer en meer op elkaar afgestemd
na verloop van tijd hebben schema’s ook betrekking tot mentale processen → onderbouwen handelen EN
denken
sociale cognitie steunt op schema’s → verschillende vormen en functies sturen ons sociaal gedrag (correct en
fout)
OMSCHRIJVING
- Cognitieve structuur
- Waarin eerder verworven kennis
- Over een stimulus of concept
o Over personen, opvattingen, fysieke daden, feiten, … → bvb schematische voorstelling van
een buschauffeur
o Kenmerken
o Relaties tussen die kenmerken
- Is gepresenteerd
Sociale schema’s: geheel van eigenschappen en gedragingen die men karakteristiek acht voor de leden van
deze categorie
Belangrijk schema mens: zelfschema → dimensies waarmee je jezelf beschrijft
Sociale psychologie M.Vanhove 6
,Voorbeelden van schema’s:
Prototype: schema dat ontstaat doordat we uit een reeks personen die meest relevante kenmerken distilleren
- ‘gemiddelde’ en vage grenzen
- Meest typische → geen enkele zal precies samenvallen met prototype
- Abstracte representatie van de centrale tendensen van de leden van een bepaalde categorie
- Cognities-psychologisch geconstrueerd (stereotypes bepaald door sociale, contextuele realiteit)
- Voorbeelden:
o Student, autobestuurder BMW, alwetende arts, CEO, …
Script: schema voor het verloop van gebeurtenissen in een bepaalde situatie
- Voorspelt opeenvolging van acties
- Sturen op persoonsbeoordeling (nauwelijks informatief)
- Gedrag niet conform aan script krijgt grotere diagnostische waarde
o Bv iemand die altijd dronken rijdt, belt plots een taxi om naar huis gebracht te worden
- Voorbeelden:
o Begrafenis, nacht in Overpoort, online les, taken, de eettafel, coronaregels, brand, …
KENMERKEN
Schema’s associatief verbonden in netwerken
Linken tussen schema’s kunnen verschillen in sterkte en kunnen van (ir)rationele of emotionele aard zijn
- Gestalt
o Organisatie is belangrijk kenmerk
o Circulariteit
- Top-down (dingen beïnvloedt vanuit sociale schema’s) of theory-driven (komt vanuit theorie)
processing → a-priori-kennis bepaald onze perceptie en interpretative
o <-> bottom-up, data-driven : vertrekken vanuit ruwe feiten die uiteindelijk worden gekleurd
door schema’s → roepen bv verwachtingen op
o Cognitief gegenereerde kennis toets binnenkomende informatie af en geeft betekenis
o Bv buitenland: man in blauw uniform → politie
o Handig als we op zoek zijn naar patronen in omgeving
- Sturen persoonsperceptie
o Bv waar we aandacht aan besteden bij de ander en welke interpretatie we aan gedragingen
geven
o Vooral aandacht aan persoonskenmerken die passen binnen het al geactiveerd schema, niet
passende informatie voorbijgaan
Sociale psychologie M.Vanhove 7
, - Beïnvloeden de herinnering
o Experiment:
▪ Proefpersonen lang verhaal over jonge vrouw, met zowel extraverte als introverte
kenmerken
• 2 dagen later:
o Groep 1: beoordelen geschiktheid beroep vastgoedmakelaar
(extravert) → geactiveerd schema extravert: vooral extraverte
kenmerken herinneren
o Groep 2: beoordeling geschiktheid beroep bibliothecaris (introvert)
→ geactiveerd schema introvert: vooral introverte kenmerken
herinneren
o Vrouw eigenlijk geschikt voor beide beroepen
• Vorm van priming (zie later)
- Prescriptief
➔ Attitudes kunnen voortvloeien uit schema’s: bieden een beeld hoe iets moet/ kan zijn en stuurt
ons gedrag → wat afwijkt vaak negatief beoordeeld
o Wanneer feiten afwijken van wat we op basis van schema verwachten
o Mens zijn zoeken naar oorzaken die schema in stand houden, attributies
o Informatie consistent schema beter onthouden
o … ook tegenstrijdige informatie aan schema kan beter herinnerd worden → meer aandacht,
beter ingeprent
o Need for cognition (opzoek naar informatie die niet past) <-> need for certainty (opzoek naar
informatie die schema bevestigt)
- Toegankelijker naarmate
o Vaker opgeroepen
o Recenter opgeroepen (zie priming)
- Door schema’s vlugger informatie verwerken
o Ruimte vrij voor andere gedachten
o Experiment:
▪ Proefpersonen gevraagd impressie te geven van persoon op basis van aantal
trekken, beoordelen op aantal dimensies en terwijl luisteren naar informatie over
Indonesië en meerkeuzetest
• Controleconditie: persoon krijgt naam
• Experimentele conditie: skinhead
o Betere score op meerkeuzetest → meer plaats voor andere info
- Label (niet altijd werkelijkheid)
o Mensen construeren vaak obv wat ze waarnemen en ervaren eigen sociale werkelijkheid →
vaak onbewust
o Bv bij eerste keer ontmoeten van iemand kan het zijn dat je al een aversie hebt voor deze
persoon
o Men gaat terug op vroege ervaringen, veelal niet duidelijk welke
o Vullen sociale werkelijkheid in en aan mbv kennis uit geheugen
Sociale psychologie M.Vanhove 8
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper merelvanhove. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,69. Je zit daarna nergens aan vast.