Relevante literatuur tentamen PPOB
College 1: Intro cursus.................................................................................................................2
Hausman: Implications of Evidence-Based Practice for Community Health..........................2
Van Yperen&Veerman: Naar meer effect: resultaatgerichte ontwikkeling van interventies 3
Yperen: Zicht op effectiviteit H1.............................................................................................9
Yperen: Zicht op effectiviteit H19.........................................................................................14
Brug H1: Planmatige bevordering van gezond gedrag.........................................................16
College 3: Gezondheid, gezondheidsvoorlichting en gedragsbeïnvloeding.............................20
Brug H4: Determinanten van gedrag....................................................................................20
Brug H5: Interventieontwikkeling.........................................................................................26
Brug H6: Theorieën en methodieken van verandering........................................................30
Daamen: Wat werkt bij het implementeren van jeugdinterventies?...................................35
College 4: Algemeen methodische voorwaarden voor effectiviteit.........................................40
Baar: Algemeen methodische voorwaarden voor effectiviteit en de effectiviteitspotentie
van Nederlandstalige antipestprogramma’s voor het primair onderwijs............................40
Brug H9: Evaluatie van interventies ter bevordering van gezond gedrag............................44
Kloek: Stages of change for moderate-intensity physical activity in deprived
neighborhoods......................................................................................................................47
NJI, NCJ, RIVM, Kenniscentrum Sport, Movisie, Vilans, Trimbos-instituut: Erkenning van
interventies en criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling.......................................49
College 9: Sociaal-kritisch discours over inclusie en beleid......................................................55
Baerveldt, C. (2017). Naar zinvolle evaluatiemethoden voor community-projecten..........55
Overig: niet-relevante literatuur...............................................................................................58
Aanbiedingsbrief bij plan van aanpak tegen pesten.............................................................58
Bijlage bij plan van aanpak tegen pesten.............................................................................58
Kamerbrief bij rapport wat werkt tegen pesten...................................................................62
Plan van aanpak tegen pesten..............................................................................................63
Van Dijken: Children’s experiences and perceptions of street culture, parental supervision,
and parental mediation in an urban neighborhood.............................................................63
1
,College 1: Intro cursus
Hausman: Implications of Evidence-Based Practice for Community Health
Oorspronkelijk ontwikkeld in de klinische geneeskunde, worden nu aanbevelingen voor
evidence-based practice gedaan voor de praktijk van de volksgezondheid. Dit paper
bespreekt de belemmeringen voor het verzamelen van bewijsmateriaal en voor het gebruik
van bewijsmateriaal voor besluitvorming in de gezondheidszorg, die uit een
literatuuronderzoek en veldobservaties naar voren zijn gekomen.
De Guide to Community Preventive Services wordt beschouwd als een aanvulling op de Guide
to Clinical Preventive Services en is opgesteld door de Task Force on Community Preventive
Services. De Guide to Community Preventive Services is gebaseerd op de systematische
evaluatie van volksgezondheidsinterventies en doet aanbevelingen over de praktijk om de
gezondheid van de gemeenschap te verbeteren.
Voordelen evidence-based planning voor volksgezondheid (hetzelfde als voor de klinische
geneeskunde):
- Toegang tot een brede basis van solide, betrouwbare informatie over interventies,
waardoor beslissingen nemen makkelijker is.
- De gezondheidsresultaten zullen worden verbeterd omdat de programma’s werken.
- Meer kosteneffectief, omdat er minder wordt verspild aan inspanningen die niet
effectief zijn.
- Meer nadruk op consistentie.
Belemmeringen bij het overnemen van evidence-based:
- Individuele beroepsbeoefenaars nemen persoonlijke overtuigingen, ervaringen en
organisatorische factoren mee.
Is het evidence-based model van programmabesluitvorming haalbaar, of zelfs wenselijk op
het niveau van de samenleving (community)? Bewijs van effect of kosten, en gedetailleerd
advies over implementatie zijn niet op grote schaal beschikbaar, en wat beschikbaar is, is
misschien niet nuttig. Het verstrekken van bewijsmateriaal is van cruciaal belang voor de
planning van de gemeenschap, maar richtlijnen voor de algemene praktijk zijn misschien niet
afgestemd op de plaatselijke context van de volksgezondheidspraktijk. Om een op evidence-
based praktijk haalbaar te maken, moeten verschillende ontwikkelingen plaatsvinden:
- Ten eerste moet de reikwijdte van het bewijsmateriaal worden uitgebreid tot
informatie die door de deelnemers aan de gemeenschap wordt gewaardeerd, zowel
wat betreft de definitie van het probleem dat moet worden aangepakt als de selectie
van relevante uitkomsten. Om dit te bereiken, moeten we eerst beter begrijpen
welke gegevens van waarde zijn, zowel voor de gemeenschappen als voor de
planners. Ook moet de evaluatiepraktijk naast effectiviteitsmetingen ook
implementatieprocessen, kwalitatieve gegevens en "hoe programma's werken"
omvatten, om bruikbare gegevens te produceren.
2
, - Ten tweede moet beter worden begrepen hoe gegevens worden waargenomen en
gebruikt, of niet worden gebruikt, op het niveau van de samenleving. Belemmeringen
voor het gebruik van op evidence-based planningsprocedures moeten grondiger
worden onderzocht en planningsmodellen moeten daaraan worden aangepast.
- Tenslotte moet beter worden nagedacht over het beoogde gebruik van
praktijkrichtlijnen. Misschien is er een manier om het gebruik van best practices te
bevorderen zonder uniformiteit in de praktijk te brengen. In plaats van
gemeenschapsorganisaties te sturen in de richting van een gestandaardiseerde
praktijk, zouden richtlijnen misschien meer menulisch (menulike) moeten zijn,
waardoor een grotere integratie van volksgezondheidsdoelen en de context van de
gemeenschap mogelijk wordt.
Van Yperen&Veerman: Naar meer effect: resultaatgerichte ontwikkeling van
interventies
1.1 Inleiding
Wanneer is iets ‘bewezen effectief’?
- Praktijkperspectief: als gestelde doelen worden gerealiseerd en cliënten tevreden
zijn.
- Beleidsmakers: als jeugdigen in een samenleving (wijk, stad, regio, het land)
passende ondersteuning krijgen en zich optimaal ontwikkelen tot participerende
burgers.
- Wetenschappelijk perspectief: als het effect door onderzoek is aangetoond, waarbij
er geen andere factoren het effect ook hadden kunnen veroorzaken.
3
, Een interventie is evidence-based als het beeld over de werkzaamheid is gebaseerd op
kennis over wat werkt. Die kennis bestaat uit deze drie (belangrijkste) bronnen:
- Research-based-kennis: bewijs uit wetenschappelijk onderzoek.
- Expert-based/practice-based-kennis: ervaringskennis van praktijkwerkers.
- Cliënt-based kennis: ‘wat werkt’ wordt mede bepaald door kennis over de
opvattingen, voorkeuren en ervaringen van cliënten.
- Kennis over ethische overwegingen en waarden (alleen bij jeugdhulp: bijv. ‘wat
vindt de samenleving belangrijk in de opvoeding?’
4