Verbintenissenrecht
H4
Paragraaf 4.1.1 begripsbepaling
Art.6:1 BW bepaalt slechts dat een verbintenis alleen kan ontstaan als deze uit de wet
voortvloeit.
o Kan niet zomaar ontstaan
Verbintenis is een rechtsrelatie tussen 2 personen
o Partij 1: de schuldenaar is verplicht om een prestatie te leveren
o Partij 2: schuldeiser heeft hier recht op
o Prestatie kan zijn: iets geven, doen of nalaten
o Iets geven of te doen wordt ook al betaling genoemd
VB: tussen een verkoper en een koper bestaat een rechtsrelatie waarbij de prestatie bestaan uit iets
geven: de verkoper moet het verkochte product aan de koper leveren en de koper heeft er recht op
dat het product aan hem wordt geleverd.
VB 2: bij een rechtsrelatie tussen een huurder van een woning en zijn verhuurder kan de prestatie
bestaan uit iets nalaten: de huurder moet bijv. nalaten zonder toestemming van de verhuurder
aanpassingen aan de woning te doen.
Één van de kenmerken van een verbintenis is dat de nakoming ervan kan worden
afgedwongen art.3:296 lid 1 BW
o Nakoming afdwingen kan via de rechter
4.1.2. ontstaan van een verbintenis
Belangrijkste bronnen:
1. Overeenkomst
2. Onrechtmatige daad
3. Andere bron
Verbintenis uit de overeenkomst
Art.6:213 lid 1 BW een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling waarbij partijen
jegens elkaar een verbintenis aangaan.
In veel gevallen is een overeenkomst op basis van verschillende verbintenissen
VB: koopovereenkomst: de verkoper is verplicht de gekochte zaak te leveren (verbintenis 1), terwijl
de koper verplicht is de afgesproken prijs te betalen (verbintenis 2)
VB 2: arbeidsovereenkomst: Omid is verplicht werkzaamheden voor Lawyers ‘R’ Us te verrichten
(verbintenis 1), terwijl Lawyers ‘R’ Us verplicht is om Omdi salaris te betalen (verbintenis 2)
Verbintenis uit onrechtmatige daad:
Art.6:162 BW een onrechtmatige daad is een inbreuk op een recht van een ander, als ook
het handelen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of in strijd met maatschappelijke
normen, waardoor een ander schade lijdt.
Verbintenis uit andere bron:
Zaakwaarneming: het behartigen van de belangen van een ander
Onverschuldigde betaling: een prestatie die zonder rechtsgrond heeft plaatsgevonden
Ongerechtvaardigde verrijking: verrijking ten koste van een ander, zonder rechtsgrond.
4.1.3 redelijkheid en billijkheid
Art.6:2 lid 1 BW de schuldeiser en de schuldenaar verplicht zijn jegens elkaar te gedragen
volgens de eisen van de redelijkheid en billijkheid.
o Maatstaven ongeschreven recht, hiermee wordt aangeduid dat iets redelijk en
rechtvaardig wordt beschouwd.
, Art.6:2 lid 2 BW regels moeten voortvloeien uit de wet, gewoonte of rechtshandelingen
buiten toepassing worden gelaten, als deze niet redelijk en billijkheid zijn. beperkende
werking
Aanvullende werking: wanneer verplichtingen van partijen niet duidelijk zijn omdat zij niet
uitdrukkelijk voortvloeien uit de verbintenis, dan er een beroep worden gedaan op de
aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid art.6:248 lid 2 BW
VB: stel dat in de arbeidsovereenkomst van Omid is opgenomen dat hij flexibel moet opstellen ten
aanzien van het aantal uren dat hij per week werkzaamheden verricht voor Lawyers ‘R’ Us. In het
begin werkt Omid wekelijks gemiddeld 40 uur; de ene week wat meer, de andere week wat minder.
Na verloop van tijd krijgt Omid steeds jmeer dossiers te behandelen, met als gevolg dat hij elke dag
overwerkt. Hij werkt gemiddeld 50 uur per week. Hoewel in de arbeidsovereenkomst is opgenomen
dat hij zich flexibel moet opstellen ten aanzien van zijn uren, kan Lawyers ‘R’ Us niet van Omid
verwachten dat hij standaard 10 uur per week overwerkt, zonder hiervoor betaald te krijgen. Dit is
niet redelijk en billijk. Zou Lawyers ‘R’ Us wel aandringen dan kan Omid zich beroepen op de
aanvullende werking van redelijkheid en billijkheid.
4.2 pluraliteit van schuldenaren en schuldeisers
Zijn er 2 of meer schuldenaren en/ of 2 of meer schuldeisers
4.2.1 meerdere schuldenaren
Artt.6:6 BW t/m 6:14 BW
2 of meerdere schuldenaren zijn bij de verbintenis betrokken
Art.6:6 lid 1 BW zijn er meerdere schuldenaren die de uit een verbintenis voortvloeiende
prestatie moeten leveren, dan moeten zij een ieder gelijk deel leren
o Voorwaarde: de prestatie moet deelbaar zijn.
o Een prestatie is ondeelbaar als deze slechts ineens kan worden geleverd.
VB: prestatie die bestaat uit het voldoen van een geldschuld is deelbaar.
VB 2: een prestatie die geleverd wordt in het kader van een arbeidsovereenkomst, waarbij de
prestatie bestaat uit het verrichten van bepaalde werkzaamheden (iets doen) is ondeelbaar.
Art.6:6 lid 2 BW hoofdelijk verbonden, dat wil zeggen dat de schuldenaren elk, ten aanzien
van dezelfde prestatie, voor de gehele prestatie aansprakelijk zijn.
VB: Marcus en Sharmilla zijn hoofdelijk verbonden jegens Frieda; uit art.6:6 lid 1 BW volgt dat zij elk
verbonden zijn voor een gelijk deel (€7000,-). Op grond van art.6:6 lid 2 BW kan Frieda echter zowel
Sharmilla als Marcus afzonderlijk aanspreken voor het volledige bedrag (€14.000,-)
Art.6:7 lid 1 BW wanneer er meerdere schuldenaren hoofdelijk verbonden zijn, dan heeft
de schuldeiser tegenover elk van deze schuldenaren recht op nakoming van de gehele
prestatie.
Heeft één van de schuldenaren de prestatie geleverd, dan heeft dit bevrijdende werking voor
de andere schuldenaren.
VB: aangezien Marcus en Sharmilla hoofdelijk verbonden zijn, heeft Frieda van beiden recht op
betaling van het volledige bedrag. Frieda kan kiezen op wie zij het bedrag verhaalt, op Marcus, op
Sharmilla of op beiden. Stel Sharmila niet €8000,- had betaald aan Frieda, maar het volledige bedrag.
In dat geval is de volledige prestatie geleverd en is Marcus bevrijd van zijn verplichting om aan Frieda
te betalen. Frieda kan het bedrag niet meer op Marcus verhalen. Nu Sharmilla €8000 heef tvoldaan,
kan Frieda zowel Marcus als Sharmilla aanspreken voor de resterende €6000,-
Art.6:8 BW verklaart art.6:2 BW van toepassing op de rechtsbetrekkingen tussen hoofdelijke
schuldeisers onderling.
Uit hoofde van art.6:8 BW moeten hoofdelijke schuldenaren zich ook aan deze eisen houden.
De wijze waarop hoofdelijke schuldenaren moeten bijdragen in het voldoen van de prestatie
wordt ook wel de bijdrageplicht genoemd.
, Art.6:10 BW wanneer een hoofdelijke schuldenaar meer bijdraagt dan waartoe hij is
gehouden, kan hij zijn medeschuldenaren hiervoor aanspreken.
2 mogelijkheden:
1. De schuldenaar kan het te veel gepresteerde op de vorige medeschuldenaren verhalen.
2. De schuldenaar kan een van de medeschuldenaren voor het geheel aanspreken; deze
medeschuldenaar kan zich op zijn beurt weer op de overige medeschuldenaren verhalen
art.6:10 lid 2 BW
Regres onderlinge verhaalsmogelijkheid tussen schuldenaren
Als een hoofdelijke schuldenaar in redelijkheid kosten heeft gemaakt, dan zijn de
medeschuldenaren verplicht evenredigheid bij te dragen aan deze kosten.
Dit is anders wanneer de kosten slechts zijn gemaakt voor de schuldenaar zelf; in een
dergelijk geval kan hij deze niet op zijn medeschuldenaren verhalen.
VB: Sharmilla en Marcus zijn hoofdelijk aansprakelijk voor een bedrag van €14.000. Uit art.6:6 lid 1
BW vloeit voort dat zijn voor gelijke delen verbonden zijn. Dat wil zeggen dat ze ieder €7000,-
verschuldigd zijn. Frieda heeft echter het recht elk afzonderlijk voor het volledige bedrag aan te
spreken. Stel dat Sharmilla juridische kosten maakt om de hoogte van de vordering van Frieda te
betwisten of te beperken. De helft van deze kosten kan Sharmilla op Marcus verhalen. Maakt
Sharmilla bijv. juridische kosten om alleen haar eigen aandeel in de vordering te betwisten, dan rust
op Marcus geen verplichting om bij te dragen aan deze kosten.
4.2.2 meerdere schuldeisers
Art.6:15 BW pluraliteit van schuldeisers. 2 of meer schuldeisers zijn betrokken bij een
verbintenis.
Art.6:15 lid 1 BW zijn er meerdere schuldeisers, dan heeft elke schuldeiser in beginsel een
zelfstandig vorderingsrecht.
Schuldeiser heeft recht op een gedeelte van de prestatie dat even groot is als de delen van
de andere schuldeisers.
VB: de oudtante van Merel en Nadine is overleden. Merel en Nadine hebben haar volledige
vermogen geërfd. Tot dit vermogen behoort een geldvordering van €1000,- op Jan. Door het
overlijden van de oudtante zijn Merel van Nadine de schuldeisers van Jan geworden; er is sprake van
pluraliteit van schuldeisers. Merel en Nadine hebben een vorderingsrecht voor een gelijk deel op Jan.
Ze kunnen elk €500,- van hem vorderen. gemeenschap
Wanneer uit de wet, gewoonte of rechtshandeling voortvloeit dat de schuldeisers recht
hebben op ongelijke delen van de schuld, dan gaat de hoofdregel niet op.
Andere mogelijkheid is dat uit de wet, gewoonte of rechtshandeling voortvloeit dat de
schuldeisers samen één vorderingsrecht hebben.
Art.6:15 lid 2 BW wanneer een prestatie ondeelbaar is of wanneer het recht op een
prestatie in een gemeenschap valt, dan hebben de schuldeisers gezamenlijk één
vorderingsrecht.
Art.6:15 lid 3 BW regelt de situatie dat een schuldenaar er niet van op de hoogte is, en er
niet van op de hoogte hoeft te zijn, dat het op hem rusten de vorderingsrecht in een
gemeenschap.
VB: omdat de schuldenaar er niet van op de hoogte kan zijn dat er meerdere erfgenamen zijn.
Als de schuldenaar in een dergelijk geval aan een van de schuldeisers presteert, dan heeft dit
bevrijdende werking jegens andere schuldeisers.
4.3 natuurlijke verbintenissen
Art.6:3 lid 1 BW een natuurlijke verbintenis is een rechtens niet-afdwingbare verbintenis.
VB van natuurlijke verbintenissen: