Hoofdstuk 2 | De tijd van Grieken en Romeinen [vwo]
2.1 WETENSCHAP EN POLITIEK IN DE GRIEKSE STADSTAAT
BASISKENNIS EN VAARDIGHEDEN
1
Bijvoorbeeld:
a de Minoïsche beschaving op Kreta
b De Griekse oppergod Zeus ontvoerde de Fenicische prinses Europa en verwekte bij haar
op Kreta Minos, die er later koning werd. Deze mythe getuigt van de komst van de
beschaving van Azië naar Europa.
2
Bijvoorbeeld:
a De Myceense beschaving werd gedomineerd door krijgsheren die basileus (koning)
werden genoemd. Ze regeerden vanuit versterkte paleizen over het omliggende gebied. Ze
vochten met bronzen wapens en door paarden getrokken strijdwagens.
b De Myceense koningen voerden in de 13e eeuw v.C. gezamenlijk oorlog tegen de
Hittieten, een volk dat over Anatolië heerste. Troje lag aan de Anatolische westkust.
3
Bijvoorbeeld:
De vesting laat zien dat de samenleving niet alleen uit autarkische dorpen bestond. De
vesting was een soort stad waarvan de bewoners geen boeren waren. Het voedsel voor de
bewoners werd vanaf het platteland aangevoerd.
4
Bijvoorbeeld:
c Bij die overgang ontstonden beschavingen met hoogontwikkelde culturen op Kreta, Egypte,
Irak, India en China.
b In de naam (tijd van Grieken en Romeinen) worden uitsluitend twee Europese volken
genoemd.
5
Bijvoorbeeld:
a De Grieken hadden dezelfde taal, verhalen, goden, spelen en hetzelfde schrift.
b de kolonisatie en het gebruik van een gemeenschappelijke munt
6
Bijvoorbeeld:
a Omdat de Griekse gedachten en vormen tot in onze tijd een voorbeeld bleven.
b Eerst hadden gebouwen sobere en robuuste zuilen (Dorische stijl). Later ontstonden
rankere zuilen met een voetstuk en een bovenstuk met sierlijke krullen (Ionische stijl) en nog
uitbundiger met bladeren versierde zuilen (Korintische stijl)
c Als eerste maakten Grieken beelden met een natuurlijke houding en levendige gezichten.
Bij naakte beelden gaven ze spieren natuurgetrouw weer; andere beelden waren kunstig
gekleed. Hierin weken ze af van de vroegere stijve en emotieloze beelden.
7
Bijvoorbeeld:
- indirecte oorzaak: een bloeiende economie; directe oorzaak: overbevolking in Griekenland
dreigde.
1
© Noordhoff Uitgevers bv, 2019
,Geschiedeniswerkplaats Tweede Fase vwo | antwoorden opdrachtenboek
- direct gevolg: handel tussen Griekse kolonies en stadstaten nam toe; indirect gevolg:
Athene groeide uit tot een stad met een kwart miljoen inwoners.
8
Bijvoorbeeld:
a De bron gaat over Griekse kunst die door een Grieks-Romeinse schrijver mooi wordt
gevonden. Daarom sluit de bron aan bij de vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
b Ja, ook tegenwoordig wordt de klassieke Griekse kunst nog steeds hoog gewaardeerd.
9
Bijvoorbeeld:
a zuilen (Dorische), fries (strook beeldhouwwerk), reliëf in het fronton
b Griekse tempels werden telkens met dezelfde bouwelementen gebouwd, volgens een vast
matenstelsel. Daarom was er vooral continuïteit.
10
Bijvoorbeeld:
a - In deze bestuursvormen is één persoon aan de macht. In een monarchie is dat een
erfelijk vorst, een tiran is met geweld (onwettig) aan de macht gekomen.
- In deze bestuursvormen is een kleine groep aan de macht. In een aristocratie is die van
adel, in een oligarchie bestaat de groep vaak uit adel en rijke kooplieden.
b Socrates zei dat politici in een democratie niet de waarheid spraken, omdat ze het volk
naar de mond praatten. Volgens Plato liet de massa zich leiden door emoties en hebzucht in
plaats van verstand en idealen.
11
Bijvoorbeeld:
De Grieken leefden in verschillende stadstaten die alle hun eigen bestuur hadden. Daardoor
konden ze verschillende bestuursvormen goed vergelijken.
12
Bijvoorbeeld:
Door de loting met dit apparaat was er een eerlijke rechtspraak. Dit beschermde de
democratie, omdat burgers gelijk werden behandeld en misbruik van macht werd
tegengegaan.
13
Bijvoorbeeld:
a tirannie (of monarchie) en democratie
b Ja, ook de Pers (eigenlijk Herodotus zelf) vindt net als Plato en Socrates dat het volk te
weinig kennis heeft van staatszaken om beslissingen te nemen. Bovendien is het ordeloos
en neemt het willekeurige beslissingen.
c Socrates, Plato en Aristoteles vonden de aristocratie, waarin de besten (verstandige
burgers) regeerden, de beste bestuursvorm.
14
Bijvoorbeeld:
Ja, ook in Nederland is kennis van staatszaken bij veel burgers beperkt. Bij verkiezingen
laten ze zich te veel door emoties leiden.
Of: Nee, Nederlandse burgers kunnen goed over staatszaken geïnformeerd zijn. Bij
verkiezingen laten zij zich leiden door nationale en eigen belangen. Dat maakt onderdeel uit
van democratie. Bovendien beslissen de burgers niet zelf, maar hun vertegenwoordigers met
veel verstand van zaken.
15
2
© Noordhoff Uitgevers bv, 2019
, Geschiedeniswerkplaats Tweede Fase vwo | antwoorden opdrachtenboek
Bijvoorbeeld:
a Twee overeenkomsten: 1 De bestuursvorm van beide is een democratie. 2 Bij beide
mogen burgers (inwoners met burgerrecht) stemmen.
Twee verschillen: 1 Athene had een directe democratie, Nederland een indirecte. 2 In
Athene mochten alleen (vrije autochtone) mannen meebeslissen, in Nederland ook vrouwen.
b Eens, Nederlandse burgers zouden net als vroeger de Atheense moeten kunnen beslissen
over maatregelen of wetsvoorstellen, bijvoorbeeld in referenda.
Of: Oneens, Er wonen te veel stemgerechtigden in Nederland. Die kunnen zich niet allemaal
dagelijks met het bestuur bezighouden. Daarom is het goed dat volksvertegenwoordigers
hierover beslissen.
16
Bijvoorbeeld:
a Mensen met een mythologisch wereldbeeld verklaren (onbegrijpelijke) verschijnselen met
godenverhalen. In de wetenschappelijke manier van denken, worden deze verschijnselen
met het verstand (ratio) beredeneerd.
b De Grieken maakten de wetenschap los van de praktijk. Ze gingen nadenken over
abstracte begrippen als schoonheid, macht en zwaarte en wilden begrijpen hoe de
werkelijkheid in elkaar zit. Met abstracties zochten wetenschappers naar wetmatigheden. Zo
ontdekte de wiskundige Pythagoras dat de zijden van rechthoekige driehoeken altijd in een
vaste verhouding tot elkaar staan.
17
Bijvoorbeeld:
De afbeelding waarop de god Asklepios een slapende geneest is een voorbeeld van
mythologisch en praktisch wetenschappelijk denken. Om mensen beter te maken werden
geneesmiddelen gemaakt, maar ze geloofden dat goden ziekte en gezondheid brachten.
Later maakten de Grieken wetenschap los van de praktijk. Ze gingen nadenken over
abstracte begrippen. Dat maakt de afbeelding met Pythagoras duidelijk die vaststelde dat de
zijden van rechthoekige driehoeken altijd in een vaste verhouding tot elkaar staan.
18
Bijvoorbeeld:
a Griekse wetenschappers (zoals Hippocrates) probeerden door observeren en redeneren
de aard en de oorzaak van verschijnselen te achterhalen. Thucydides doet dat ook bij
historische gebeurtenissen.
b Thucydides keek kritisch naar de betrouwbaarheid van ooggetuigenverslagen. Die aanpak
is kenmerkend voor wetenschappelijke geschiedschrijving.
EINDOPDRACHTEN
19
3, 6, 4, 5, 1, 7, 2.
20
Bijvoorbeeld:
(1) De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en
politiek in de Griekse stadstaat:
- gebeurtenis: In Athene in 507 v.C. de democratie ingesteld, waarin alle vrije autochtone
mannen konden meebeslissen. Dit was een ontwikkeling van wetenschappelijk denken in de
Griekse stadstaat.
- ontwikkeling: De Grieken maakten de wetenschap los van de praktijk. Ze gingen nadenken
over abstracte begrippen en wilden begrijpen hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Dit was een
ontwikkeling van wetenschappelijk denken in de Griekse stadstaat.
3
© Noordhoff Uitgevers bv, 2019