Strafrechtelijk sanctierecht
Samenvatting
2e semester 2020/2021
Week 1
Hoorcollege 1
Benaderingen strafrechtelijk sanctierecht.
Er bestaan verschillende benaderingen. Wij kijken naar de volgende:
Theoretisch: waarom sanctioneren?
Effectiviteit van sanctioneren
Rechtshistorisch: what works?
Recente ontwikkelingen
Samenhangend met de theoretische benadering is de benadering vanuit de effectiviteit van
een sanctie. Het is namelijk fijn dat we bepaalde doelen hebben vastgesteld voor bepaalde
sancties, maar werken deze wel? Dus behalen de sancties die wij opleggen wel de doelen die
wij daarmee beogen?
Om erachter te komen of bepaalde sancties wel of niet werken heeft het niet zoveel zin om
wat de doelstelling van de sanctie is, maar kunnen wij het beste kijken vanuit een
rechtshistorisch perspectief: welke sancties hebben wij allemaal gehad en waarom?
Theoretisch > waarom straffen?
- Vergelding (grondslag)
- Normbevestiging > wij geven een signaal af als iemand een strafbaar feit pleegt en
het strafrecht reageert daarop
- Speciale en generale preventie > geen empirisch onderzoek dat straffen zorgt voor
preventie
- Herstel > wij leggen een schadevergoeding op voor herstel
De grondslag van straf is vergelding. Wanneer jij een strafbaar feit pleegt maak jij als het
ware een deuk in de samenleving. Via vergelding dienen wij die deuk weer te herstellen.
Volgens Klaassen kampt het strafrecht met een legitimiteitscrisis. Hij is van mening dat als
vergelding opzettelijke leedtoevoeging is en het morele uitgangspunt is dat je anderen moet
behandelen zoals je zelf ook behandel wilt worden, het moreel gezien niet logisch is dat
wanneer jij een norm schendt, wij dat ook doen?
Normbevestiging > als we niet straffen, wordt de norm niet bevestigd. Door wel te straffen
maken we duidelijk dat wat iemand gedaan heeft niet mag. De gedachte in deze lijn is: we
moeten wel straffen, maar om te bevestigen dat de norm ie overschreden is, de norm is.
Oplossen van conflict met het oog op het rechtvaardigen van het opleggen van straffen.
Vandaag gaan wij het hebben over het theoretisch uitgangspunt.
,Waarom sanctioneren?
Met theorieën rationeel rechtvaardigen irrationele wortels straffen.
Vergeldingstheorieën (absoluut)
Preventietheorieën (relatief)
Verenigingstheorieën (combinatie)
Om de ogenschijnlijk irrationele wortels van sanctioneren te rechtvaardigen, zijn
verschillende theorieën bedacht. Klaassen vraagt zich af hoe het zit met de vergelding.
Vergelding stamt terug uit de tijd dat conflicten tussen burgers werden opgelost door het
privaatrecht. Wij als burgers geven allemaal een klein stukje van ons autonomie aan de staat
en met dat stukje autonomie worden wij beschermd door de staat. Als een burger een
andere burger iets aandoet is de staat gelegitimeerd om daarop te reageren. Maar waarom
moet de overheid dit doen, die is toch geen partij bij dit conflict? Tegenargument > de
overheid is objectief/onafhankelijk. Maar waarom vergelding? Een redenering is dat
vergelding in verband staat met wraak. Het zit in ons ingebakken om wraak te nemen voor
die normschending.
Een andere manier om ernaar te kijken is abolitionisten en hersteldenkers. Die zijn niet
overtuigd van de theorie van vergelding en zien het nut niet in van straffen. Slachtoffers
hebben vooral de behoefte om gehoord te worden, erkenning van het slachtoffer. Een
bekende abolitionist is Loek Hulsman. Hij is een voorstander van het afschaffen van het
strafrecht. Hij zegt dat het vergelden alleen maar tot meer schade leidt en niets oplost. Is dit
nou wenselijk/moreel of zouden wij meer moeten denken in termen van herstel?
Anderen zeggen weer: als je niets doet en iemand schendt een norm waarop wij niet
reageren dan is het toch niet duidelijk welke normen nu wel of niet hoog in ons vaandel
staan? Er dient toch een reactie te komen op normschending om de juiste norm te
bevestigen? Abolitionisten vragen zich dan weer af waarom die normbevestiging dan per se
bestaan uit straf.
Er zijn dus allerlei theorieën denkbaar om de irrationele wortels van straffen rationeel te
rechtvaardigen.
Vergeldingstheorieën (absoluut)
Preventietheorieën (relatief)
Verenigingstheorieën (combinatie)
Binnen de absolute theorie staat vergelding centraal. De grondslag (legitimatie van straf) en
het doel van straffen is vergelding. Vergelding is verdiend leed toevoegen als reactie op een
strafbaar feit. Dus enerzijds legitimeert vergelding dus de straf, maar anderzijds limiteert
vergelding ook de inhoud van de straf. Binnen deze theorie moeten straffen proportioneel
zijn met de ernst van het feit.
De preventietheorie is het tegenovergestelde. In dit kader gaan wij ervan uit dat zowel de
grondslag als het doel van straffen preventie is. Het gaat dus allemaal om dat als iemand een
sf pleegt, wij daar op zo’n manier op moeten reageren dat hij/zij het niet nog een keer doet.
Ook kan iemand die opgesloten zit, geen andere strafbare feiten plegen.
,De verenigingstheorie verenigd bovenstaande theorieën, waarbij vergelding de grondslag is
voor straf en binnen het kader dat die vergelding biedt, vervullen preventie de straf in.
Leidend in Nederland.
Belangrijk > straffen moeten proportioneel zijn (als uitvloeisel van vergelding), binnen die
proportionaliteit kunnen we de straf inrichten met het oog op preventie.
(NIENE) > roep om zwaardere straffen is nog steeds goed hoorbaar in de maatschappij. Bijv.
is het verhogen van straffen op moord en doodslag. Er moet blijkbaar meer vergolden
worden. Aan de andere kant zien we ook een trend van meer risicopreventie. Zo veel
mogelijk risico’s moeten worden uitgesloten, zie bijv. Rapport Michael P.: bij het verlenen
van verlof moet er een risicotaxatie aan ten grondslag liggen.
Uitgangspunten strafrechtelijk sanctierecht
Geen straf zonder schuld (idzv verwijtbaarheid) > een verdachte moet een verwijt kunnen
worden gemaakt om te straffen
HR Melk en Water
Straf naar de mate van schuld?
HR Antilliaanse amokmaker
HR 4 december 2007, NJ 2008/19
Wij moeten jou een verwijt kunnen maken, anders kunnen wij jou geen straf opleggen. Dit
kan je ook andersom beredeneren: als jij minder schuld hebt aan een sf, dan moet jij er ook
minder vergolden voor worden. Hier is de HR er niet mee eens. Die zegt: het beginsel is er
geen straf zonder schuld. Wij moeten jou een schuldverwijt kunnen maken, anders kunnen
wij niet straffen. MAAR straf naar de mate van schuld vindt geen steun in het recht.
De rechter mag de toerekeningsvatbaarheid wel meenemen, maar het niet een uitgangspunt
dat steun vindt in het recht.
Tweesporenstelsel (Kooijmans 2002, Op maat geregeld?)
Straf en maatregel > we hebben een dualistisch stelsel: enerzijds straffen en
anderzijds maatregelen.
Maatregelen: beëindiging ongewenste situatie door de straf (HR Afroomboete)
Proportionaliteit? > speelt proportionaliteit dan helemaal geen rol bij het opleggen
van maatregelen? Jawel, maar bij straffen gaat proportionaliteit tussen de hoogte
van de straf en ernst van het delict. Bij maatregelen speelt proportionaliteit bij de
duur van een maatregel en mate van gevaarlijkheid van het individu.
We kennen straffen en maatregelen (tweesporenstelsel). Waar de straf dus grondslag heeft
in vergelding en dus preventie, ziet een maatregel juist puur alleen het beëindigen van een
onwenselijke situatie. Dit is het doel van een maatregel. Dus een straf heeft grondslag in de
vergelding en daarmee samenhangend tot op zekere hoogte in de verwijtbaarheid en i.i.g. in
de ernst van het delict. Daarentegen heeft een maatregel een grondslag in een ongewenste
situatie: het opheffen van die ongewenste situatie.
, Kunnen we de maatregel niet gewoon schrappen en het via de straffen oplossen? Nee, want
bij straffen geldt en dus niet bij maatregelen.
1) T.l.l moet worden bewezen
2) Er moet iets van verwijtbaarheid zijn/schuld
3) De straf moet altijd proportioneel zijn met de ernst van het delict binnen de
wettelijke maxima
Kortom: de maatregelen hebben wij wel degelijk nodig om al die verschillende onwenselijke
situaties op te kunnen heffen. Bij een straf is het zo dat het op een gegeven moment
ophoudt. Het is niet meer proportioneel om langer te straffen dan nodig. Als het klaar is, is
het klaar. Bij maatregelen zoals TBS kan dit langer worden doorgezet indien dat nodig is.
Samenvatting uitgangspunten strafrechtelijk sanctierecht
Doelen: vergelding, speciale & generale preventie, herstel, normbevestiging > deze
doelen hebben geen hiërarchische verhouding en zijn allemaal gelijk aan elkaar;
Beginsel: geen straf zonder schuld > maar dus niet straffen naar de mate van schuld
Straf naar de mate van schuld vindt geen steun in het recht
Tweesporenstelsel: straffen (vergelding) en maatregelen (opheffen onwenselijke
situaties)
Strafrechtelijke sancties
Wettelijk sanctiestelsel/wettelijk kader
Hoofdstraffen: art. 9 Sr (vgl. art. 61 lid 1 Sr)
o Gevangenisstraf
o Hechtenis
o Taakstraf > staat momenteel ter discussie. Sommigen zijn van mening dat dit
niet echt een hoofdstraf is en mag daarom niet in ieder situatie worden
opgelegd
o Geldboete
Bijkomende straffen
o Ontzegging van bepaalde rechten
o Verbeurdverklaring
o Openbaarmaking rechterlijke uitspraak
o Ontzegging rijbevoegdheid, art. 179 en 179a WVW 1994; art. 257a Sv
o Stillegging onderneming, art. 7 WED
Maatregelen
o Onttrekking aan het verkeer
o Voordeelontneming
o Schadevergoeding
o Plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis > deze is komen te vervallen sinds 1
januari 2020
o TBS
o ISD
o Vrijheidsbeperkende maatregel
o Maatregel tot gedragsbeïnvloeding en vrijheidsbeperking