Hoorcollege 1
Kenmerken van het bestuursrecht
Wat is bestuursrecht?
Recht van, voor en tegen het openbaar bestuur
- Openbaar bestuur:
De uitvoerende macht
… Maar bestuur is meer dan uitvoering van wetten …
Het van overheidswege behartigen van het algemeen belang
Wat is van overheidswege?
= het eenzijdig vaststellen van de rechtspositie van andere rechtssubjecten
(‘openbaar gezag’)
Hoofzaken van bestuursrecht:
- Organisatie: welke overheidsinstantie is bevoegd om het probleem op te lossen?
Hoofdstuk 1, 2 en 10 AWB
- Bevoegdheden: hoe kan deze instantie dit probleem oplossen?
Hoofdstuk 3, 4 en 5 AWB
- Normering: aan welke normen moet deze instantie zich houden?
Hoofdstuk 2, 3 en 4 AWB
- Handhaving: wat kan deze instantie doen als de regels niet worden nageleefd?
Hoofdstuk 5 AWB
- Rechtsbescherming: wat kan de burger ondernemen tegen het optreden van deze
overheidsinstantie?
Hoofdstuk 1, 6, 7, 8 en 9 AWB
Bestuursrecht: twee uitgangspunten
1. Legaliteitsvereiste
Bestuursbevoegdheden moeten berusten op een wettelijke grondslag (positief
uitgangspunt)
Bestuursbevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met
de wet (negatief uitgangspunt)
2. Specialiteitsbeginsel
Bestuursbevoegdheden mogen slechts worden uitgeoefend ter behartiging
van het specifieke belang waarvoor de wettelijke regeling is vastgesteld
Bestuursrechtelijke normstelling
Algemene en bijzondere wetten
- Algemene wet bestuursrecht
- Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Omgevingswet) / Algemene wet
inzake rijksbelastingen / Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen
- Telecommunicatiewet / Wet op de kansspelen / Wet kinderopvang / Wet
inkomstenbelasting 2001
Verticaal gelede normstelling: normstelling van een bepaalde activiteit vindt plaats op
verschillende niveaus (bv. Variërend van wet in formele zin tot beschikking)
Horizontale gelede normstelling: normstelling van een bepaalde activiteit vindt plaats
in meerdere wetten (en daarop gebaseerde lagere regelgeving)
Algemene wet bestuursrecht
‘de wet stelt algemene regels van bestuursrecht vast’ (art. 107 lid 2 GW)
Awb: voorbereidingen vanaf 1983, inwerkingtreding in 1994
Aanbouwwet: totstandkoming in tranches (aanvankelijk)
, Doelstellingen:
- Harmonisatie van bestuursrechtelijke wetgeving
- Vereenvoudiging en systematisering van wetgeving
- Codificatie van normen die in de rechtspraak zijn ontwikkeld
- Treffen van voorzieningen die een algemene regeling behoeven
Verhouding van wetgeving:
De Bijzondere wet gaat voor de algemene wet
De hogere wet gaat voor lagere wet
Vier categorieën van AWB-bepalingen:
Dwingend recht: alleen afwijking bij wet in formele zin mogelijk
- Art. 6:7 AWB
“De termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift bedraagt 6
weken.”
Regelend recht: ook afwijking in lagere wetgeving (‘bij wettelijk voorschrift’) mogelijk
- Art. 4:1 AWB
“Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, wordt de aanvraag tot het geven
van een beschikking schriftelijk ingediend bij het bestuursorgaan dat bevoegd is
op de aanvraag te beslissen.”
- Tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald
Aanvullend recht: hoofdregel in (lagere) wetgeving, vangnet in Awb
- Art. 4:13 AWB
“Een beschikking dient te worden gegeven binnen de wettelijk voorschrift
bepaalde termijn, of bij het ontbreken van zulk een termijn, binnen een redelijke
termijn na ontvangst van de aanvraag.”
Facultatief recht: alleen van toepassing indien dit expliciet is bepaald
- Art. 4:20a AWB
“Deze paragraaf is van toepassing indien dit bij wettelijk voorschrift is bepaald.”
, Hoorcollege 2
Organisatie van het openbaar bestuur
Herhaling week 1 kenmerken van het bestuursrecht
Recht van, voor en tegen het openbaar bestuur
Vijf hoofdzaken van bestuursrecht
Algemeen deel en bijzondere delen
Gelaagde structuur van bestuursrechtelijke normstelling en Awb
Organisatie van het openbaar bestuur
Publiekrechtelijke rechtspersoon (en openbaar lichaam)
Bestuursorgaan
Zelfstandig bestuursorgaan
Openbaar bestuur
Constitutioneel recht: gaat over openbare lichamen
- Rijk (Staat)
- ‘Provincies, gemeenten, Caribische openbare lichamen, waterschappen en
andere openbare lichamen’ (titel H7 GW)
- Andere openbaren lichamen voor beroep en bedrijf (art. 134 GW)
Bv: Sociaal-Economische Raad, Nederkandse Orde van Advocaten
- Openbaar lichaam = een publieke gemeenschap van organen die onderling in
een wettelijke geregelde relatie staan en van een bestuurde bevolking die tegelijk
invloed kan uitoefenen op deze organen
- Bestuursbevoegdheden komen niet toe aan openbare lichamen, maar organen
van die openbare lichamen
Bestuursrecht: gaat over bestuursorganen (ambten)
- Verkeer tussen burgers en bestuursorganen (H2 Awb)
- Besluit: schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan (art. 1:3 Awb)
Art. 1:1 lid 1 Awb
- Onder bestuursorgaan wordt verstaan:
a. Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld
A-orgaan (altijd in Awb te vinden)
. Rechtspersoonlijkheid kan op 2 manieren ontstaan:
1. Krachtens publiekrecht (door wet)
Art. 2:1 BW: publiekrechtelijke rechtspersonen
1. De Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen, alsmede alle lichamen
waaraan krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend, bezitten
rechtspersoonlijkheid.
2. Andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen, bezitten
slechts rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of krachtens de wet bepaalde volgt.
2. Krachtens privaatrecht (door oprichting)
NV, BV, Eenmanszaak
Art. 1:1 lid 4 Awb: “de vermogensrechtelijke gevolgen van een
handeling van een bestuursorgaan treffen de rechtspersoon waartoe
het bestuursorgaan behoort.”
Maar vertegenwoordiging van het lichaam (= rechtspersoon) in het
privaatrechtelijke rechtsverkeer geschiedt door bestuursorganen (=
mensen van vlees en bloed).
CBR is een publiekrechtelijke rechtspersoon