In dit bestand vind je de 3 oefentoetsen die kort beschikbaar zijn gemaakt. Ik kan me voorstellen dat veel mensen deze toetsen zijn vergeten te openen waardoor ze nu niet meer de oefentoetsen kunnen inzien. Vandaar de uitwerkingen.
Oefentoets 1
1. Wat is het nadeel van de Behavioral Avoidance Test?
a. Dat het lastig is om antwoorden van patienten te vergelijken
b. Dat de afname van de test enorm verschilt per therapeut, omdat het afhangt hoeveel er
wordt gevraagd
c. Dat patiënten het een te moeilijke taak vinden om te bepalen welke situaties zij vermijden
d. Dat patiënten deze test meestal maar voor de helft willen doen, waardoor deze minder
valide is
2. Tijdens een intake kan het ‘deurknopfenomeen’ de kop opsteken. Leg uit wat dit is en geef
aan wat de meest passende reactie van de intaker hierop is.
3. Geef aan hoe de verschillende fases van diagnostisch proces uit het boek het meest
overeenkomen met de verschillende fases van het evidence-based assessment zoals
beschreven in het artikel van Christon et al 2015. Kies uit Evaluatie, Exploratie, Inductie en
Deductie.
a. Identify and quantify presenting problems, causal/maintaining factors and historical
factors:
b. Develop initial case conceptualization:
c. Monitor and evaluate treatment outcomes and revise case conceptualization as
necessary:
d. Assign Diagnosis:
4. Welke bias kan ook een rol spelen bij het verkeerd toepassen van de regel van Bias?
a. Availability heuristiek
b. Logicafout
c. Leniency effect
d. Contrastfout
5. Leg uit wat item- of vraagpartijdigheid betekent.
6. Geef van onderstaande vraag aan wat voor soort onderzoeksvraag het is:
“Zijn de dissociatieve trekken bij client Z een reden om geen EMDR therapie voor
traumaverwerking te doen?”
Dit is een ……………… vraag.
7. Het diagnostisch proces bestaat uit de volgende fases (hier genoemd in alfabetische
volgorde) deductie, evaluatie, exploratie, inductie, toetsing. Zet deze op de goede volgorde
en beschrijf het verschil tussen deductie en inductie
8. Gedragsobservatie kan op verschillende niveaus plaatsvinden. Kies bij onderstaande
beschrijvingen op welk niveau dat soort gedragsobservatie past. Kies uit de vier opties:
1. Observatie van sociaalvaardig gedrag is een observatie op …………… niveau.
2. Observatie van aantal keer glimlachen is een observatie op …………… niveau.
9. Een intakegesprek bestaat grofweg uit 3 fases. Beschrijf kort wat de 3 e fase inhoudt en waarom
deze belangrijk is.
10. Walter, 47 jaar, wordt door zijn huisarts verdacht van matig tot ernstig alcoholmisbruik. Welk
obstakel tijdens het intakegesprek verwacht je bij een cliënt met mogelijke verslavingsproblematiek?
a. De cliënt heeft geen motivatie
b. De client schaamt zich voor zijn gedrag
, c. De client is lusteloos en daardoor ligt tempo van gesprek te laag
d. De client voelt zich niet op zijn gemak
11. Er bestaan verschillende technieken om de strijd tussen een cliënt en een intaker te vermijden.
Welke techniek is hiervoor geschikt?
a. Respectvolle aandacht
b. Positief etiketteren
c. Empathie
d. Onvoorwaardelijke positieve acceptatie
12. Geef de definitie van wat de sensitiviteit van een test is.
Antwoorden:
1. A
2. Het deurknopfenomeen wil zeggen dat vlak voor de afronding van een gesprek een cliënt
opeens nog met informatie komt die hij misschien eerder niet durfde te zeggen. Het is dan
belangrijk om als psycholoog te beamen dat het voor de client een heikel onderwerp is, maar
wel af te spreken dit in een ander gesprek te bespreken omdat je de afspraak van
gespreksduur niet wilt schenden. Het is wel belangrijk dat de cliënt niet hoog in negatieve
emoties naar huis gaat.
3. A: exploratie
B: Deductie
C: Evaluatie
D: Inductie
4. A.
5. Item- of vraagpartijdigheid houdt in dat er een item of vraag anders beantwoord wordt door
de ene groep dan door de andere groep, terwijl beide groepen wel hetzelfde niveau van
vaardigheid hebben.
6. Indicerende
7. Exploratie, inductie, deductie, toetsing, evaluatie
Inductie omvat de formulering van theorie en hypothesen over het gedrag, deductie is de
fase waarin de toetsbare voorspellingen worden afgeleid (pagina 22-23 van het boek)
8. 1. Molair
2. Moleculair
9. 3e fase =afsluiting van gesprek. Hierin vat je samen wat er is gezegd en zo kan je er achter
komen of je als therapeut alles goed hebt begrepen. Wellicht komen er zo nog nieuwe
punten aan het licht.
10. A.
11. B.
12. Sensitiviteit van een test is de kans dat een patiënt met een stoornis ook daadwerkelijk
positief scoort op een vragenlijst die die stoornis meet.
Oefentoets 2
Vraag 1:
Beschrijf wanneer je beter een algemene psychopathologie vragenlijst kunt gebruiken en
wanneer je beter een specifieke vragenlijst kunt gebruiken
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper wouterdenhaan. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,59. Je zit daarna nergens aan vast.