Rechtbank Gelderland
Locatie Arnhem, Walburgstraat 2-4 6811 CD, Arnhem
Sector kanton
Rolnummer: 56325 KG ZA 03-43
Roldatum: 30 december 2019
CONCLUSIE VAN ANTWOORD
Inzake
De heer I. de Jong
Pioniersstraat 27
8244 PE Lelystad
Gedaagde
Gemachtigde: Lara Mol
Tegen:
De heer G. de beste
Bisschopstraat 7
7571 CX Oldenzaal
Eiser
Gemachtigde: Chelsea Mensah
Ismail de Jong, nader te noemen: “gedaagde”, doet eerbiedig zeggen en concluderen voor antwoord:
1. Inleiding
1.1
Gedaagde is met de eiser een huurovereenkomst overeengekomen op 18 juni 2016, aangegaan voor
onbepaalde tijd. Het betreft een woonruimte aan de Meester van Grolweg 22, 6871 JH te Renkum. Eiser wil
dat de gedaagde een bedrag van €2344,53,- betaald aan de eiser, dit betreft de servicekosten van €40,-over de
jaren 2016-2017-2018-2019. Gedaagde heeft de badkamer van het gehuurde verbouwd eiser wil hiervoor een
vergoeding. Eiser is het niet eens met de verbouwing en stelt dat de badkamer in oorspronkelijke staat moet
worden teruggebracht. Ook is de eiser zonder toestemming het huis op bovengenoemd adres van de
gedaagde binnengetreden. Tot slot is de verkeerde rechtbank aangeduid in de dagvaarding.
Eis
1.2
Ten eerste is de gedaagde het niet eens met de vordering van de eiser van €2344,53,-. Ten tweede is de
gedaagde het niet eens met het terugbrengen van de oorspronkelijke staat van de badkamer. Hieronder zal
nader worden toegelicht waarom de gedaagde het niet eens is met de vorderingen van de eiser.
, 2. Feiten
2.1 en 2.2
Huurovereenkomst
Eiser is met de gedaagde een huurovereenkomst overeengekomen op 18 juni 2016 aangegaan voor
onbepaalde tijd. Het betreft een woonruimte aan de Meester van Grolweg 22, 6871 JH te Renkum. De
huurprijs bedraagt 620,- huur en 40,- servicekosten per maand. De servicekosten bestaan o.a. uit:
schoonmaken, administratie, verwarming, verlichting trappenhuis.
Borgsom
Met oog op de datum van ingang van de huurovereenkomst heeft de eerste betaalperiode betrekking op de
periode van 18 juni 2016 tot en met 18 juli 2016. Het totaalbedrag is 1370,- dit betreft de huurprijs van 620,-
en een borgsom van 750,-. De gedaagde heeft dit bedrag betaald.
Ingebrekestelling
De eiser heeft de gedaagde op 2 augustus 2019 een ingebrekestelling verstuurd met betrekking tot de
achterstallige betaling van de servicekosten van €40,- per maand, met het totaalbedrag van €1440,-. Daarnaast
vordert de eiser ook aanvullende servicekosten van €904,53. Het totaalbedrag van €2344,53,- dient binnen 14
dagen overgemaakt te worden (zie productiestukken 2 en 5 van de dagvaarding). Gedaagde is het hier niet
mee eens, hij stelt dat de vorige bewoner deze servicekosten nooit hoefde te betalen en vind het een
onredelijk bedrag, en laat dan ook weten aan de eiser dat hij dit bedrag niet gaat betalen (zie productiestuk 1)
Ongevraagd binnentreden
Op maandag 26 augustus 2019 is de eiser zonder enkele toestemming van de gedaagde de woning van de
gedaagde binnengetreden. Op dit moment heeft de eiser geconstateerd dat de badkamer is verbouwd.
Herstellen van de badkamer
Op dinsdag 27 augustus 2019 stuurt de eiser een e-mail aan de gedaagde met de mededeling de badkamer in
oude staat te herstellen. Gedaagde heeft dezelfde dag gereageerd dat het ongehoord is dat de gedaagde
zonder toestemming de woning heeft binnengetreden en de badkamer dan ook niet zal afbreken (zie
productiestuk 2). Ook heeft de gedaagde een factuur van de badkamer en eist dan ook het volledige bedrag
van de verbeterde badkamer (zie productiestuk 3).
3. Weerlegging dagvaarding
3.1
Huurovereenkomst
Eiser is met de gedaagde een huurovereenkomst overeengekomen. Gedaagde erkent dit.
Huur en borgsom
Met oog op datum van ingang van deze overeenkomst heeft de eerste betaalperiode betrekking op de periode
van 18 juni 2016 tot 18 juli 2016 en is het verschuldigde bedrag voor deze periode €1370,-. Het bedrag bestaat
uit de huurprijs van €620,- en een eenmalige borgsom van €750,- aan servicekosten. Gedaagde erkent dit. Ook
erkent de gedaagde dat hij de borgsom van €750,- heeft betaald.
Ingebrekestelling
Eiser heeft de gedaagde op 2 augustus 2019 een ingebrekestelling verstuurd met de strekking dat gedaagde de
afgelopen drie jaar nalatig is geweest met de maandelijkse betaling van €40,- aan servicekosten, met het
totaalbedrag van €1440,-. Bovendien vordert hij ook de aanvullende servicekosten over de afgelopen jaren
met een totaalbedrag van €904,53. Gedaagde heeft 14 dagen de tijd het verschuldigde bedrag van €2344,53 te
voldoen. Gedaagde erkent de ingebrekestelling te hebben ontvangen.
Verzuim
Gedaagde is nalatig met de betaling en treedt daardoor in verzuim. Bovendien laat hij per 23 augustus 2019
weten dat hij het niet eens is met de eiser. Gedaagde erkent te hebben vernomen van de
betalingsachterstand, echter is de gedaagde het niet eens met de kosten en wil dan ook het verschuldigde