In dit document staan alle verplichte arresten van het vak verbintenissenrecht. Er is per arrest een korte samenvatting gegeven en de rechtsregel is gehighlight.
Essentie
Dit arrest van de Hoge Raad heeft betrekking op de precontractuele aansprakelijkheid, dat wil zeggen
de schadevergoedingsplicht na het afbreken van de onderhandelingen, en in het bijzonder de
maatstaf voor de omvang van de schadevergoeding. De Hoge Raad heeft in dit arrest een
(gedeeltelijk) nieuwe maatstaf geformuleerd voor de beoordeling van de aansprakelijkheid. Deze
maatstaf houdt in dat ieder van de onderhandelende partijen vrij is de onderhandelingen af te
breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het tot stand
komen van de overeenkomst, of in verband met andere omstandigheden van het geval
onaanvaardbaar zou zijn. Volgens de Hoge Raad is voornoemde maatstaf streng en noopt deze tot
terughoudendheid. Aansprakelijkheid voor afgebroken onderhandelingen zal dus in de praktijk niet
snel worden aangenomen.
Rechtsregel
De rechtsvraag betreft wat de maatstaf is voor de schadevergoedingsplicht als een partij de
onderhandelingen heeft afgebroken. Het antwoord op deze vraag is dat als maatstaf voor de
beoordeling van de schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen heeft te gelden, dat
ieder van de onderhandelende partijen (die verplicht zijn hun gedrag mede door elkaars
gerechtvaardigde belangen te laten bepalen) vrij is de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op
grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het totstand komen van de
overeenkomst, of in verband met de andere omstandigheden van het geval, onaanvaardbaar zou
zijn. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de mate waarin en de wijze waarop de partij
die de onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen, en met de
gerechtvaardigde belangen van deze partij. Hierbij kan ook van belang zijn of zich in de loop van de
onderhandelingen onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan terwijl, in het geval
onderhandelingen onder gewijzigde omstandigheden over een lange tijd worden voortgezet, wat
betreft dit vertrouwen doorslaggevend is hoe daaromtrent tenslotte op het moment van afbreken
van de onderhandelingen moet worden geoordeeld tegen de achtergrond van het gehele verloop
van de onderhandelingen.
Verschillende banken boden een beleggingsproduct aan met als beeld dat dit bedrag snel zou
verdubbelen, echter: markten daalden en uiteindelijk moest de consument juist méér bijbetalen in
plaats van dat ze hun winst terugzagen. In de rechtszaak werd besloten omtrent precontractuele
informatie die niet genoeg zou zijn verschaft (ook kans dat er verlies wordt gedraaid op de markt):
- Dwaling? geen sprake van dwaling
- Misleidende reclame? geen sprake van, gemiddelde consument moet zelf kunnen
bedenken dat er ook verlies kan worden gedraaid.
- Speciale zorgplicht? Ja, niet genoeg financiële draagkracht van de consument gecheckt en
waarschuwingsplicht geschonden.
Dit laatste punt leidde tot schadevergoeding. Echter deden de banken een terecht beroep op ‘eigen
schuld’ (6:101 BW) want consumenten waren onvoorzichtig en maakten eigen keuze. Vandaar
uiteindelijk geleden schade gedeeld tussen bank en consument (cassuïstisch).
, 2. Volmachtiging
ING/Bera
Ontbreken bevoegdheid volmachtiging:
Bera Holding laat afschriften van bank (ING) naar Bera NL (haar Nederlandse vennootschap) sturen.
Bera NL doet een keer een opdracht aan ING om geld over te maken van de rekening van Bera
Holding naar zichzelf. ING doet dit, maar Bera Holding vecht dit aan: onbevoegde betaling gedaan,
bevoegdheid volmachtiging van Bera NL ontbreekt namelijk.
Vraag: mocht ING vertrouwen op volmacht verlening aan Bera NL?
- 3:66 lid 1 BW uitgangspunt: geen volmachtiging, geen overeenkomst.
- Maar: 3:61 lid 2! Toerekening schijn volmacht verlening geldt als gerechtvaardigd
vertrouwen op grond van toedoen van de achterman. In dit geval kon ook vertrouwen
worden ontnomen op grond van de feiten en omstandigheden die voor het risico van de
achterman komen. In dit geval werden namelijk de afschriften van de bank naar de
gevolmachtigde gestuurd, waardoor de bank ervan kon uitgaan dat die ook zelf betalingen
kon doen. Er is dus wel sprake van een overeenkomst.
Trijber wilde een vennootschap kopen via Wisman, die dat voor 1 gulden kon doen, hij maakt de
overeenkomst maar achteraf bleek dat er een ander tussenpersoon nodig was om dit te doen. Er is
dus geen vertegenwoordigingsbevoegdheid (volmacht). Later koopt Trijber de vennootschap alsnog,
nu voor 30 000 gulden. Trijber vordert Wisman voor de geleden schade: 30 000 gulden.
Volgens 3:70 BW staat de gevolmachtigde in (garant) voor het bestaan en de omvang van de
volmacht. Dit geldt behoudens 2 uitzonderingen (wederpartij behoort te weten dat een toereikende
volmacht ontbreekt of de gevolmachtigde heeft de inhoud van zijn volmacht reeds volledig
medegedeeld aan de wederpartij). Via 3:70 BW kan de wederpartij nu alsnog de volmacht
(verbintenis) vorderen ondanks dat de gevolmachtigde de bevoegdheid ontbreekt. Dit kan via 6:74
BW (schadevergoeding) of 6:162 BW (onrechtmatige daad). Dit laatste komt vooral voor in geval een
werknemer bij je via de werkgever een vergoeding wil opeisen. In casu heeft Trijber bij Wisman de
gederfde winst geëist via 6:74, dit is mogelijk in het NL rechtssysteem wegens het positieve
contractsbelang!
3. Grenzen contractsvrijheid
Esmilo/Mediq
Grenzen contractsvrijheid: strijd met wet, goede zeden of openbare orde (3:40 BW)
Esmilo en Mediq hadden een overeenkomst gesloten, maar Mediq verbreekt de samenwerking later.
Mediq zegt namelijk dat de overeenkomst nietig is omdat het strijdig is met de wet. Hiervoor geldt
de volgende toetsing:
- Ten eerste moet worden gekeken naar 3:40 BW, te beginnen lid 2: mag de overeenkomst zelf
gesloten worden?
Zo nee, dan is de overeenkomst ofwel nietig, ofwel vernietigbaar indien de bepaling
één van de partijen beschermt omdat het een zwakkere partij is (bijv werknemer-
werkgever, werknemer mag er dan ook voor kiezen om de overeenkomst zo te
laten).
Zo ja, dan moet er worden gekeken naar lid 1.
- Is de strekking of inhoud in strijd met goede zeden of openbare orde?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper tychodijkhuis. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.